Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

 

De Hervonden Boodschap, Toelichting & Voorwoorden

         Toelichting (Emmanuel en Charles d'Hooghvorst, Januari 1956)
         Bij Wijze van Inleiding (Emmanuel d'Hoohgvorst, January 1978)
         Voorword (Lanza del Vasto, November 1945)

De Hervonden Boodschap
Toelichting & Voorwoorden
 

 

TOELICHTING

E. & C. d'Hooghvorst

Velen willen horen en weten niet te verstaan.
François de Foix

 

Wijsheid is even zeldzaam in Tibet als in Parijs, zei Louis Cattiaux. Ze kan nochtans overal bloeien, zonder dat iemand het vermoedt. Een man die lijkt op, maar niet hetzelfde is als zoveel anderen die leven in de grote stad, heeft deze bladzijden geschreven waarvan het aan de lezer is erover te oordelen. Ze zijn niet voor iedereen, hoewel ze bestemd zijn om de ronde te doen onder de mensen van vandaag die, door de oude openbaring te verwaarlozen, zich in diepe onwetendheid hebben laten wegzinken.

Zij voor wie dit boek is geschreven, zullen het wel weten als ze het lezen, want zoals de auteur zegt, het is hun gegeven het ongelofelijke te geloven. Zíj zullen het weten te lezen en te verstaan, zíj behoren tot dezelfde geestelijke familie. Alvorens deze wereld te verlaten, op 16 juli 1953, heeft de auteur het hun nagelaten als een herkenningsteken en een reden tot hoop (MR XXXII, 37-38 - XXXIII, 35); hij heeft het meer in het bijzonder opgedragen aan de zwarte volkeren, nog verdeeld en als in de kinderschoenen, maar geroepen om machtig te worden in de wereld door het spel van een voorzienigheid die zich niet bekommert om de bedoelingen en werken van de mensen.

De Hervonden Boodschapis op het eerste gezicht een moeilijk boek. Het bevat, volgens de auteur, "een inwijding en een mystiek die nauw met elkaar zijn verbonden en voorgesteld in een zo geconcentreerde vorm dat het meer dan een gewone lezing vereist, aangezien de woorden worden voorbijgestreefd door de openbaring en het werk zich voordoet als vloeibare lucht die andere buitengewone eigenschappen heeft verworven, die echter bij een eerste onderzoek onzichtbaar zijn"(1).
De verzen zijn in twee kolommen opgesteld, want er zitten twee mensen in ons, de vleselijke mens en de geestelijke mens, de uiterlijke mens en de innerlijke mens, zoals er ook duisternis en licht zijn, gerechtigheid en liefde, het zuivere en het onzuivere; alle dingen zijn twee aan twee opgesteld (MR III, 98).
Ieder van de verzen bevat verschillende diepgaande betekenissen, waarbij de linkerkolom over het algemeen de aardse betekenissen geeft: moreel, filosofisch en ascetisch, en de rechterkolom de hemelse betekenissen: kosmogonisch, mystiek en inwijdend. Soms worden deze verzen aangevuld met een derde die in het midden van de bladzijde is geplaatst en die de andere twee in overeenstemming brengt in de alchemistische betekenis die hemel en aarde verenigt, waarbij het ?t mysterie van God, van de schepping en van de mens betreft; het behoort slechts God toe deze diepste betekenis aan de vrome mens te onthullen.
Men zal ook opmerken dat ieder van de XXXX boeken een dubbele titel draagt, bijvoorbeeld, voor boek I, links: VÉRITÉ NUE, rechts: DE GROENE LOOT. De veertig titels in de linkerkolommen zijn anagrammen van elkaar. Het is zeer zeldzaam om veertig anagrammen te kunnen maken met steeds dezelfde negen letters. De begrijpende lezer zal bemerken dat geen woord in dit boek er onbedoeld is ingezet (2).

De Hervonden Boodschapspreekt ons slechts van één enkel ding, in steeds verschillende bewoordingen, de veelheid van verzen is dan ook geen verstrooiing. De onwetenden op zoek naar een "nieuwe openbaring" die iets komt toevoegen of afdoen aan de oude, zullen teleurgesteld zijn. Men zal hier slechts een getuigenis(MR XXIX, 36) vinden ten gunste van de oude die ons spreekt van de val van de mens in deze wereld, van de fysieke en morele gevolgen van deze val en van het middel tot zijn lichamelijke en geestelijke regeneratie, door de mysterieuze weg die naar de verrijzenis leidt. (MR XXIX, 33 and 45).
Misschien zullen wij meer dan één lezer aanstoot geven door hier te beweren dat de Geest van Elia, nog altijd levend, zich van geslacht tot geslacht openbaart(MR XXXVI, 95): dat díe zich onthouden, want hier is de rots van het schandaal. Zalig is nochtans hij die in de volgende bladzijden in staat is deze geest te ontdoen van zijn ruwe schors, de authenticiteit ervan te erkennen en zich ermee te voeden voor een eeuwig leven.
De algemene opdracht van De Hervonden Boodschap leert ons dat deze is bedoeld "tot glorie van God en ten dienste van de mensen die met de ogen van de geest en van het hart de tekenen zullen lezen die in het vlees van de wereld zijn geschreven". De ogen van de vleselijke rede of van het intellect zullen ons immers niets leren, daar waar de taal gericht is tot de ogen van de geest en van het hart. De eerste leveren ons slechts de schors of de veranderende verschijningsvorm van de wereld; de tweede geleiden ons naar de Essentie en de Substantie, haar onverwoestbare ondergrond, en doen ons het innerlijke licht herkennen dat God in het begin heeft aangestoken in de natuur en in ons hart(MR VIII, 50').
Het gaat dus om een meditatief werk dat vraagt te worden gelezen, herlezen en bestudeerd in de eenvoud van geest en de zuiverheid van hart. Zijn het niet de veelvoud en de beroering van de geest die ons het bezit van het Koninkrijk der Hemelen ontnemen, en is het niet de onzuiverheid van onze harten die ons verwijdert van het zien van God?(MR XIII, 32').
De getuigenis van de Schriften leert ons dat de kennis van het goddelijke licht niet van buiten, maar van binnen moet uitgaan; gewekt en aangespoord door zijn vrije Oorsprong kiemt dan dit ingegraven licht, en door de "juiste maatstaf" en de bron van onze oordelen te worden, "verschijnt het vervolgens van buiten en weerschijnt het volop in de eenwording"(MR IX, 54' - IV, 36' - XII, 12'-13').
Een dove zal muziek beoordelen naar het relaas dat men hem ervan kan doen, omdat hij het gebruik ontbeert van het orgaan dat hem toestaat zelf de muziek te ervaren. Hetzelfde geldt voor de andere zintuigen. Het licht schijnt in de duisternis, maar als de mens verstoken is van het gebruik van het orgaan geschikt om dit innerlijke licht waar te nemen, is dit voor hem duisternis zolang hij het zicht van de geest en van het hart niet heeft teruggevonden.
Als jullie geloof en geduld hebben, schreef de auteur over De Hervonden Boodschap, zal ze vanzelf beetje bij beetje helderder worden, en alles wat jullie duister lijkt, zal jullie dan klaarblijkelijk toeschijnen.
Zo stellen wij aan de lezer voor om zich persoonlijk een mening te vormen over het voorgestelde werk en zelf te oordelen of het al dan niet gelijk is aan de traditionele leer.

 

(1) L. Cattiaux, "Lettre à Chaissac", in Le Fil d'Ariane, Walhain-St-Paul, 2001, nr. 67-68, p. 60.

(2) Louis Cattiaux verduidelijkt zijn bedoeling wat betreft de in kolommen opgestelde verzen, in zijn briefwisseling met René Guénon (Paris-Le Caire, Correspondance entre Louis Cattiaux et René Guénon, Éditions du Miroir d?Isis, 2011, pp. 17 en 18).

 

  Remonter en haut de la page En Guise d'Introduction