Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK XIII

  Vervloekt zij de mens die op de mens vertrouwt! Gezegend zij de mens die op God vertrouwt!

JEREMIA


  Doof de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, beproef alle dingen en behoud het goede.

PAULUS



VUE... ET RIEN HET MIDDEN

1 Wie buiten spreekt verblijft in de onwetendheid. Wie binnen zwijgt woont met de wijsheid. 1' Laat je God niet in de steek en hij zal je niet verlaten, en jullie zullen altijd in één zijn.

2 De vereenzelviging met God verwekt de volmaakte macht en vrijheid. 2' De verlichting transfigureert degene die leeg wordt na lang te hebben gezocht.

3 De veroveraar van de drie werelden zal voor altijd in de doorschijnende zee van de aanvang der aanvangen rusten. 3' Ik heb van mijn gebed een afwezigheid gemaakt en van mijn lof een afgestomptheid. Ah! Wanneer zal ik van mijn liefde een dood kunnen maken, teneinde in jouw onvergankelijke leven te worden hersteld?

4 Het is het vredig maken van heel het wezen dat leidt tot het innerlijke visioen en tot de goddelijke vereniging. 4' Laten we erom huilen zo vol van de wereld en zo leeg van de Enige te zijn.

5 Het is de aanschouwing van de eerste en laatste eenheid die de waarachtige vereniging en vrede verwekt. 5' Wij zijn allen in God, maar weinigen weten het en slechts enkelen ervaren het in deze wereld.

6 Laten we nacht en dag hopen op zijn aanwezigheid, zonder het ooit moe te worden, want wanneer we rijp zijn zullen we vanzelf in zijn armen vallen. 6' Al onze gedachten en al onze handelingen zijn ongerijmd of leugenachtig. De wijze weet het, de heilige gelooft het, de dichter vermoedt het soms.

7 Laten we als we God waarlijk liefhebben, alles verwerpen wat niet híj is, opdat hij zich onbelemmerd in ons openbaart. 7' Laten we sekten en sektariërs, wetenschappen en geleerden, wetten en rechtskundigen, vaderlanden en politici, slaven en meesters vergeten, en laten we slechts onze innerlijke vrede dienen door alleen ons diepe geweten te raadplegen.

8 Laten we het leven komen en gaan, want het is beweging en verandering; hij die het bewoont wordt niet anders. 8' Wat zal degene die harder wordt in de strijd vervolgens doen om te worden doordrongen door de liefde?

9 Laten we niet te nauwlettend zijn over wat tot ons komt, teneinde het ook niet teveel te zijn over wat ons verlaat. 9' Een dief die geeft is dichter bij God dan een rechtvaardige die houdt wat hij heeft ontvangen.

10 Geen onwetende zou Gods Naam kunnen lasteren, aangezien niemand hem kent, behalve wie de eeuwigheid al leeft. 10' Er is niets tragisch in de wereld, uitgezonderd het idee dat wij ons vormen van de dingen van de wereld.

11 Laten we als we uit de nacht komen, over God en zijn licht mediteren en laten we eraan denken als we erin gaan, opdat de band tussen ons en hem niet wordt verbroken. 11' Laten we liefhebben zonder andere hoop dan de liefde, dan de kennis en dan de rust in de vrede van de Volmaakte.

12 Hij vermaakt zich ermee ons bang te maken in de wereld, maar wanneer wij in hem ontwaken, lacht hij met ons mee om onze uitzinnige visioenen. 12' Het is de oneindige ontdubbeling van de Enige die de schepping maakt, en het is de hereniging van de delen die de rust maakt.

13 Laten we onze rechten en onze bezittingen opgeven en we zullen van onze plichten en van onze lasten worden verlost. 13' Wie zegt: "God bestaat niet", bevestigt de werkelijkheid van de schepping.

14 Laten we God spreken en handelen in onze plaats en laten we ons niet bezighouden met het resultaat. 14' Laten we de Heer in elke omstandigheid ondervragen en we zullen de waarheid over alles kennen.

15 Laten we op niets en niemand vertrouwen, behalve op God, en we zullen door niets en niemand worden verscheurd, want de Heer alleen stelt hen die zich aan hem geven niet teleur. 15' Laten we onszelf geen vragen stellen, laten we eerder hem ondervragen. Zo zullen we niet worden gehinderd door wat we begeren, maar zullen we voltooien wat ons van nut is.

16 Leer ons de gebeden die krachtig zijn als de liefdesbronst.
- Verleen ons het elan dat onze zielen over de afgrond zal dragen.
- Zing ons de NAAM die de deuren van de dood openbreekt.
levende goud wordt meegevoerd.
- Bied ons de zon aan die onze afgedwaalde levens vrijkoopt.
16' Wanneer onze rede, onze wil en onze intelligentie teniet zijn gedaan door de lengte en door het geweld van onze zoektocht, zullen de onschuld, de genade en de liefde ons het zozeer gezochte geheim van de Enige Schittering leveren.
"O arme idioot, het volstaat te zwijgen en je niet meer te roeren, opdat de Volmaakte je opnieuw bezielt in je eerste volmaaktheid."

17 De ergste luilakkerij is aan God en aan zichzelf te wanhopen. 17' Laten we ons hart verkennen en we zullen door ons eigen licht worden verhelderd.

18 Ook al geloven we, ook al zien we en raken we zelfs aan, als we de eeuwige Moeder en de goddelijke Vader niet bezitten, zullen we nooit de heilige Zoon bereiken. 18' De deugd van de getemde leeuw wint het van de natuurlijke zachtheid van het lam, en die twee verenigd verwekken de volmaaktheid van de ultieme Heer.

19 De magnetisering van de liefde wordt gecommuniceerd aan hen die zuiver genoeg zijn om haar doorgang te verlenen. Zo worden zij van gemagnetiseerden op hun beurt magneten, en de keten van reïntegratie die zich in de wereld vormt, versmelt in God. 19' Onze nieuwsgierigheid naar de Heer is een miskende genade, maar onze liefde voor hem is een bevestigde zegen.
De deur en de sleutel.
"O heilig licht dat in de mysterieuze grot van Adam schijnt!"

20 Het buitengewone avontuur is niet gevaarlijke daden te volbrengen in vreemde landen. Het is eerder te zoeken naar de goddelijke Moeder en Vader, verborgen achter de schijnbare alledaagsheid van de dingen van deze wereld. 20' Er zijn in de wereld weinig gelovigen die werkelijk walgen van de melaatsheid die hen bedekt en die hen steeds meer vergiftigt. Al wat men van hen denkt en al wat men van hen zegt, zal niets toevoegen of afdoen aan wat ze werkelijk zijn.

21 Wanneer de wereld ons geduld als stompzinnigheid, ons geloof als idiotie en onze liefde als waanzin beoordeelt, zullen we de volmaaktheid nabij zijn. 21' Onze opstand tegen de wereld stemt overeen met de veroordeling van onze eigen afdwaling, maar weinigen weten dat.

22 We zullen leren dat we klaar zijn voor de goddelijke zoektocht wanneer we het moe zijn voor onszelf te vluchten, moe hartstochten te hebben, moe onszelf voor te liegen, moe af te dwalen, moe in opstand te komen, moe afleiding te zoeken, ons te roeren en verstrooid te raken in de wereld.
Dan zullen we niet meer de plaats beschouwen die we hier beneden innemen, maar eerder de leegte of de volheid van onze harten, die alleen van belang is. Dan zal het geloof in ons zijn als de overdaad van de machten van het goddelijke leven die over onze enge grenzen vloeit onder de onweerstaanbare drang van de liefde.
22' Bouw je huis, bewerk je tuin, weef je kleed, naai je schoen, hak je hout, maak je brood, begraaf de dode, begiet de aarde, help de vrouw te baren, breng het kind groot.
Neem dat één keer ter hand en mediteer over de aanvang en het einde van de middenwereld, teneinde het begin van de lagerstaande wereld te kennen, dat wordt herenigd met de volmaaktheid van de hogerstaande wereld.
Zo zul je je herinneren waar je vandaan komt, zul je begrijpen waar je bent en zul je weten waar je heengaat, en de verlossing van de vrede zal voor altijd in jou wonen.

23 Weinig mensen tonen zich Gods gave waardig, die de vrijheid van het wezen in het eeuwige leven is; daarom worstelen of smachten zoveel schepsels in de boeien van de dood. Laten we dus van ons leven een voortdurende dankzegging maken, en laten we weten dat alles wat we ons inbeelden en wat we met geloof en liefde noemen, in de hemel wordt verwezenlijkt en weldra op de aarde zal worden geopenbaard. 23' Noodzakelijkerwijs moeten de sluwen, de hooghartigen en de gewelddadigen de ongerijmdheid van hun systemen ervaren. Ongelukkigerwijs gebeurt dat eerst over de ruggen van de onschuldigen alvorens zich tegen hen te keren. Laten we dus ophouden zo intelligent te zijn in de wereld teneinde steeds eenvoudiger te worden in God.
"Het ergste bedrog is schone handen te hebben en een vuil hart."

24 Ieder van ons moet zonder zich te beklagen tot het einde de last verdragen die hij heeft gekozen door in de buitenste duisternis weg te zinken. Want het is de eenzame kieming die de goede graankorrel schift en die de vruchtbare oogst voorbereidt. 24' Wanneer we ons zodanig in bekoring gebracht voelen dat het onze krachten, of onze intelligentie of onze liefde te boven gaat, laten we dan in onszelf bidden, opdat de opstandige zich onderwerpt en weer tot God komt als een verloren zoon, opgevangen en ingeleid door de moederlijke liefde.

25 Door hen die afgedwaald zijn te haten en te veroordelen, doen we hen in de dwaling wegzinken.
Door hen lief te hebben zonder hen te oordelen, helpen we hen uit de chaos van de dood te komen.
25' Laten we ons erin bekwamen de deugden te beoefenen die tegengesteld zijn aan de ondeugden die ons zo tegenstaan bij de anderen. Zo zal het zichtbare kwade dienen om ons terug te leiden tot het verborgen goede.

26 Zelfs zij die weten dat men zonder te bewegen op de zee drijft, durven zich niet naakt in God te werpen. 26' Ten eerste de hinderpalen van binnen breken, teneinde één te worden in zichzelf en ten tweede die van buiten breken, teneinde één te worden gemaakt in het geheel van het Zijn.

27 Laten we zo vaak mogelijk gratis handelen, teneinde niet in de val van de verschijningsvorm van getallen en rekeningen te lopen. 27' Laten we proberen onthechting van de tijdelijke vormen te verwerven, teneinde de kennis van het binnenste te bereiken die ons ten volle van het verborgen leven zal doen genieten.

28 De uitwendige vuiligheid en de inwendige substantie van het Universum zijn ongeschapen, oneindig en bevatten degene die slechts door de stilte kan worden genoemd. Maar de uit het geheime middelpunt voortgevloeide vormen zijn geschapen, eindig en tijdelijk in de gemengde wereld. 28' Alle golven van de schepping gaan voorbij en worden weggevaagd, maar de zee van de grote wereld en hij die haar bezielt bestaan eeuwig voort.
"Het toppunt van rust mondt uit in de scheppende handeling, het toppunt van beweging leidt tot de regenererende rust."

29 Laten we door niets bewogen worden, maar laten we letten op alles wat de wereld en onszelf overkomt, teneinde de goddelijke werkelijkheid te leren onderscheiden van de verschijningsvormen van de gemengde schepping. 29' Laten we God in onszelf bidden, teneinde het middel te herkennen dat toestaat de onder de korst van de vreemde aarde verborgen substantie te ontdekken.

30 Als we de meester niet ontmoeten, laten we dan de meester worden door onze God binnen en buiten onszelf te bevrijden. 30' Laten we enkel in gesprek zijn met onze ziel, ze zal ons alles leren wat we verlangen te kennen.

31 De heilige liefde lacht om systemen, methoden, logica's, verwikkelingen en zelfs om de dood; want ze overbrugt in één stap waanzin en rede, duisternis en licht om zich in de vrede van de Enige vast te hechten. 31' De beminde onderwerpt zich aan het verlangen van de minnaar, en de minnaar vervult het verlangen van de beminde.
Zo openbaren zij de eenheid van de volmaakte liefde.

32 Laten we niemand beschuldigen van de moeilijkheden die zich voordoen, al was het maar om ze niet onnodig te doen toenemen.
Laten we zoveel mogelijk in Gods rust en stilte verblijven tot we slechts één worden met de Ene; zo zullen we gemakkelijk de wezens en de dingen van de totale wereld bevelen zonder iets geweld aan te doen.
Alleen de wijze en de heilige walgen waarachtig van de vuiligheid van het onreine; de eerste scheidt haar en verwerpt haar hier beneden, de tweede heeft geduld met haar tot de tijd van het algemene oordeel.
32' Ons licht scheidt zichzelf van de duisternis die het gevangenhoudt. Het volstaat dat we het niets in de weg leggen door onze beroering in de wereld en door onze afzonderlijke wil, die het geheime klaren van de chaos van de afgrond in de weg staan; want de wijsheid is als onze innige vereniging met de eerste essentie en met de eerste substantie, die de onverwoestbare ondergrond van de veranderende schepping vormen.
"Er zit vlees op de pit, maar er zit een veel kostbaarder vlees in de pit, en in dat kostbare vlees zit ook een andere heel geheime en heel heilige pit."

33 Wanneer we zodanig van onszelf afwezig kunnen blijven dat God ons helemaal kan vullen, zal alles ons zonder inspanning en zonder moeite mogelijk zijn. 33' Wanneer we het binnenste vredig hebben gemaakt en opgehelderd, zal het buitenste ons eveneens gehoorzamen en zal het ons ook helder toeschijnen.

34 Laten we in onszelf en in ieder van de wezens het begraven beeld van de Heer beschouwen, teneinde alles lief te hebben naargelang de werkelijkheid van het leven, in plaats van alles te haten naargelang de verschijningsvormen van de dood. 34' Door hun innige lof brengen de heiligen een harmonie voort die heel de schepping verheugt, maar door hun geheime operatie dragen de wijzen bij aan de reïntegratie van het Universum in God.

35 Duizend kleine vereenvoudigingen op duizend kleine narigheden maken een geheel met licht gevuld leven. 35' Liefde jegens alle wezens verwekt helderziendheid en vrede voor zichzelf.

36 Waarachtige scherpzinnigheid is God onder zijn kleed van licht ontdekken na het leven onder zijn omhulsel van duisternis te hebben ontdekt. 36' Wanneer we geloven hem te hebben gezien, zullen we slechts de schaduw van zijn kleed hebben waargenomen en wanneer we denken hem te hebben aangeraakt, zullen we slechts het stof van zijn voetstappen hebben beroerd.

37 Wij zullen van de Heer alles verkrijgen wat we hem vragen. Laten we dus goed opletten wat we kiezen, teneinde niet belachelijk onder Gods gave te blijven. 37' Wie in de kennis binnendringt riskeert dood, waanzin of verblinding, maar als hij er beschermd door de liefde ongedeerd weer uitkomt, vestigt God hem in zijn eeuwigheid en in zijn koningschap.

38 Onwetendheid is als de kracht van buiten en als de zwakte van binnen. Heiligheid is als de zwakte van buiten en als de kracht van binnen. Wijsheid is als de kracht van buiten en van binnen, en soms ook als de zwakte van buiten en van binnen; dat wil zeggen als God in de heilige onwetendheid van de liefde, die naar zijn goeddunken behouden wordt of verloren gaat.
"O mysterie van de keus en van de gave van de Enige!"
38' Wie het Boek van de tegenpolen tot het einde leest en wie ze kan verenigen in de enige, dubbele, vierdubbele en achtdubbele NAAM, zal de wijzen wijs, de heiligen heilig en de gekken gek toeschijnen.
Zo hebben velen prachtig betoogd over God, over zijn attributen en over zijn schepping, maar hoeveel hebben er de zoom van zijn gewaad ontwaard en hoeveel hebben er het spoor van zijn voetstappen gekust? Maar hoeveel toch hebben er dan de schittering van zijn lichaam aanschouwd, en hoeveel, o verbijstering, hebben er de heerlijkheden van zijn hart geproefd?

39 Wanneer we onze vijand verslagen zullen zien en vragend om hulp, laten we ons dan haasten om hem te helpen; want het is de enige gelegenheid die ons wordt geboden om er een vriend van te maken. Laten we in afwachting in onszelf voor zijn bekering bidden, zo zal hij ons snel met rust laten. 39' De vloek van God is als de onwetendheid of als het terugsturen van zijn zegen. Zo is het nooit hij die veroordeelt, maar zijn wij het die stompzinnig en hoogmoedig in de eenzaamheid van de dood begraven blijven.

40 Wanneer we alles hebben gescheiden, alles geklasseerd, alles geëtiketteerd en alles met stro volgepropt, zullen we uiteindelijk alles moeten herenigen en alles een moeten maken in het leven, op straffe van in de letter en in het getal van de dood verzegeld te blijven. 40' Wie bij de indringendheid van de geest het elan van het hart en de zuiverheid van het leven kan voegen, zal noch twijfel, noch wanhoop, noch dood kennen; want God zal hem laven aan de bron van de levenden.

41 In deze wereld is alles slechts kleren die ons afzonderen en bezittingen die ons ketenen. Daarom moeten we naakt en arm worden, teneinde zonder hindernissen binnen te dringen in de schoot van de eeuwige Moeder, waar het levende geheim van de Enige rust. 41' We bezitten allen hetzelfde licht, maar het wordt min of meer versluierd en vertraagd naargelang de dikte van de duistere schorsen die ons van de eerste magneet scheiden. Maar het vlees geworden leven klaart en verheldert de aandachtige en uitgeruste mens.

42 De meest directe en de meest ontblote liefde geeft vrede. Het eenvoudigste en het best bereide voedsel geeft gezondheid. De nederigste en de meest eengemaakte kennis geeft rijkdom. 42' Laten we ons ervan onthouden de wereld in de wereld en door de wereld te dromen als we de waarheid van de Enige willen betasten.
"Er is geen universele leegte. Er is slechts een totale volheid, maar het is een doorschijnende volheid die doet geloven in de leegte."

43 Als eenieder eenvoudiger werd zonder te wachten tot de buurman begint, zou de hele mensheid snel weerschijnend van schoonheid en van heiligheid zijn. 43' Mediteren is het lichaam en de geest zacht koken tot de verheerlijking van de ziel.

44 Wie zich helemaal opent voor de liefde is niet meer onderhevig aan de leer van het ongerijmde. 44' Wie weten te scheiden, maar niet hebben geleerd samen te voegen, zullen nooit in de eenheid van de verborgen essentie rusten.

45 Alle geschapen dingen dienen als voertuig om naar de bron op te gaan of om er zich van te verwijderen. Laten we ze welwillend achter bij elke etappe van de goddelijke reis. 45' Het is alleen in de eenzaamheid te midden van het ongeluk en in het uur van de dood dat we de zekerheid van ons geloof en de zuiverheid van onze liefde in God zullen meten.

46 De intelligentie van de lichamelijke voedingsmiddelen en die van de geestelijke voedingsmiddelen is niet alleen goed kiezen wat ons past, maar het is ook verwerpen wat ons niet past, teneinde enkel die balsem in ons te behouden die het lichaam en de geest onderhoudt en vervolmaakt, tot de verheerlijking van de ziel in de wonderbaarlijke Heer. 46' De zachte en lange meditatie maakt alle dingen vastgehecht en volmaakt, want ze scheidt aan het begin om beter samen te voegen aan het einde. Het is dus door eenvoudig en naakt te worden dat we Een in alles zullen zien, en Alles in Een.
De goede wil in God gebruikt zo goed mogelijk alles wat zich aandient, maar verlangt niets.
Hij is als de goed volgehouden aandacht te midden van de meest volmaakte kalmte.

46" "De uitverkorenen zullen opstijgen en de zon van leven bewonen. De verstotenen zullen afdalen en de dode steen bewonen." Dit is geen fabel.

47 De vrede van de wijze is als de eenmaking van de drie werelden; het is een bijzondere reïntegratie van de schepping, het is de rust van de vormen in het middelpunt van de vredig gemaakte essentie, en niet hun vernietiging. 47' Als we ons aan de wereld storen, is dat omdat we niet meer in God zijn. Immers, niets zou degene die in het licht van het begin en van het einde der tijden baadt kunnen ondermijnen.

48 Zij die door de liefde en door de kennis de weg van de terugkeer tot de Enige onderwijzen, zijn wijs temidden van de heiligen, maar zij die het geheim van de Heer door de stilte van de aanbidding binnendringen, zijn heilig te midden van de wijzen.
Zo ook de goederen van de aarde door de aardse zaken, de goederen van de hemel door de hemelse handel, maar God alleen door God.
48' De woorden van het Boek zijn niets, het is het tastbare licht van de Enige dat alles is.
Wanneer wij het in ons hoofd, in ons hart en in onze handen bezitten, zullen we noch het onderwijs, noch de vertroosting, noch het werk, noch de verzorging meer nodig hebben van wie dan ook, want het is de Heer in eigen persoon die in ons zal zijn en die ons in hem zal doen leven.

49 Er is het Zijn, er is de handeling, er is de rust, en er zijn al degenen die het ene of het andere proberen uit te leggen, omdat ze niet in die eenheid zijn die zichzelf volstaat. 49' Het is het Woord dat de eerste substantie verscheidenheid geeft, en het is de stilte die haar opnieuw één maakt. Zo is de kunst die vorm geeft aan de materie een nobele functie van de mens, omdat ze hem nader tot zijn schepper brengt.

50 In de schepping is alles slechts lening en teruggave. Zo moeten we, na onze lichamen aan de aarde en onze geesten aan de hemel te hebben overhandigd, uiteindelijk ook onze zielen aan God overhandigen, die op de dag des oordeels alles voor de zuiverheid of voor de onreinheid zal herenigen. 50' Het is God die de vormen schept en bezielt, en het is de natuur die ze onderhoudt en die ze vermenigvuldigt tot de tijd van de terugkeer naar hun aanvankelijke bron.

51 Alle mysteries zijn in het zweet van de aarde en in de dauw van de hemel vervat. 51' De goddelijke vogel maakt zijn nest in het stof van de aarde der mensen.

52 Alleen de wijze vermomt zich noch van buiten noch van binnen, want hij weet dat de mantel van de schaduw het licht van de Heer op natuurlijke wijze beschermt. 52' De geboorte van de wereld is als de expansie van de Enige. Het einde van de schepping zal als de rust van de ENE zijn.

53 Het is het goddelijke vuur dat het heilige licht manifesteert en dat wat de vormen in het leven voortstuwt; en wanneer iets afdwaalt in de dood, is het nog steeds dat vuur dat het ervan verlost. 53' De werken van de mensen zijn een ontzagwekkende bekoring geworden voor hen die niet waarnemen dat ze slechts de dood verhelen.

54 Elke priester, elke baas, elke rechter, elke wetgever moet de menselijke gesteldheid van de nederigsten ervaren om de behoeften van eenieder te kennen, teneinde de liefde, de gerechtigheid en de vrede te midden van de mensenkinderen levend te houden. 54' In het begin heeft onze onbescheiden nieuwsgierigheid ons de vrijheid van de hemel gekost; heden zou onze uiterlijke wetenschap ons weleens kunnen ontnemen wat ons in deze wereld aan leven rest.
"De Heer behoudt zijn grootste gaven voor aan degenen van zijn kinderen die de keerzijden van de wereld lachend ondergaan."

55 De waanzin van de wijsheid en van de heiligheid is de luchtkastelen van de wereld niet meer serieus nemen; is de bespugingen aanvaarden en dankzeggen omdat ze schoonwassen, en de slagen met erkentelijkheid ontvangen omdat ze openmaken; is respect voor de modder hebben en zijn sandalen met goud bespijkeren; is glimlachen om het ongerijmde en anderen leren erom te huilen. Het is alle rede voorbij de volmaakte vrijheid en de absolute rust in de lichtende schoot van de Enige voorvoelen. 55' De persoonlijke onrechtvaardigheden, beledigingen en treiterijen te verdragen, belet niet de aandacht te vestigen op die welke de zwakken en de heiligen worden aangedaan.
"De bekoorder en de bekoorde zullen zich op een dag in het bekorende verenigen, zoals de minnaar en de beminde uiteindelijk in het Amen zullen voortbestaan."
"We horen slechts de echo van jouw stem, we ontwaren slechts de weerspiegeling van jouw klaarheid, en zie ons daar, totaal verdoofd, totaal verblind en zonder kracht ten overstaan van jouw grootsheid."

56 Het is onze God die we van binnen moeten bevrijden, en niet die van de anderen die we van buiten moeten bidden.
"Het middelpunt van het middelpunt."
56' Laten we leren goed te doen met ons hart, vervolgens met onze geest, tenslotte met onze handen; en laten we stil en in rust blijven tot de tijd van de vereniging.

57 Laten we God in alle omstandigheden danken en loven, zo zal hij ons van de kwalen van het onreine verlossen en zal hij ons met hemelse en aardse goederen overladen. Dat is zeker. 57' Wanneer iets ons hier beneden tegenzit, laten we dan onderzoeken of ons verlangen nog in God is. Zo zullen we weer de goede weg nemen in plaats van onnodig in de moerassen van de dood te worstelen.

58 Men moet nooit de duurzaamheid van de essentie der schepping uit het oog verliezen, teneinde niet tot afdwaling te worden gebracht door de stijgende en dalende vormen van de vergankelijke wereld. 58' Wie de innerlijke zee vredig maakt en klaart, zal voor altijd in de vrede van het licht van de Heer rusten.
"Door de wrangheid van de lichaamssappen te verbeteren, verbetert men ook de wrangheid van de geest."

59 Het is het met het buitenste niet-zijn vermengde leven dat leed is, want de zuivere substantie van de aanvangen blijft eeuwig genot op zich. 59' Wat niet is, is wat zich niet in zichzelf, door zichzelf, voor zichzelf kan omvormen. Niets, duisternis en uiterlijke dood.

60 De geringste opgave van onze afzonderlijke wil is als het eerste onderpand van onze hemelse kroning. 60' Laten we nergens over in beroering raken, want de dood zelf zou ons dan niet meer kunnen kalmeren.

  Wie op deze steen valt zal worden gebroken, en degene op wie hij valt, zal hij verpletteren.

JEZUS


  Allen volgen hun eigen weg, ieder overeenkomstig zijn profijt, van de eerste tot de laatste.

JESAJA



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek