BOEK XIII
|
22 |
We zullen leren dat we klaar zijn voor de goddelijke zoektocht wanneer we het moe zijn voor onszelf te vluchten, moe hartstochten te hebben, moe onszelf voor te liegen, moe af te dwalen, moe in opstand te komen, moe afleiding te zoeken, ons te roeren en verstrooid te raken in de wereld.
Dan zullen we niet meer de plaats beschouwen die we hier beneden innemen, maar eerder de leegte of de volheid van onze harten, die alleen van belang is. Dan zal het geloof in ons zijn als de overdaad van de machten van het goddelijke leven die over onze enge grenzen vloeit onder de onweerstaanbare drang van de liefde. |
22' |
Bouw je huis, bewerk je tuin, weef je kleed, naai je schoen, hak je hout, maak je brood, begraaf de dode, begiet de aarde, help de vrouw te baren, breng het kind groot. Neem dat één keer ter hand en mediteer over de aanvang en het einde van de middenwereld, teneinde het begin van de lagerstaande wereld te kennen, dat wordt herenigd met de volmaaktheid van de hogerstaande wereld. Zo zul je je herinneren waar je vandaan komt, zul je begrijpen waar je bent en zul je weten waar je heengaat, en de verlossing van de vrede zal voor altijd in jou wonen. |
|
|
38 |
Onwetendheid is als de kracht van buiten en als de zwakte van binnen. Heiligheid is als de zwakte van buiten en als de kracht van binnen. Wijsheid is als de kracht van buiten en van binnen, en soms ook als de zwakte van buiten en van binnen; dat wil zeggen als God in de heilige onwetendheid van de liefde, die naar zijn goeddunken behouden wordt of verloren gaat.
"O mysterie van de keus en van de gave van de Enige!" |
38' |
Wie het Boek van de tegenpolen tot het einde leest en wie ze kan verenigen in de enige, dubbele, vierdubbele en achtdubbele NAAM, zal de wijzen wijs, de heiligen heilig en de gekken gek toeschijnen. Zo hebben velen prachtig betoogd over God, over zijn attributen en over zijn schepping, maar hoeveel hebben er de zoom van zijn gewaad ontwaard en hoeveel hebben er het spoor van zijn voetstappen gekust? Maar hoeveel toch hebben er dan de schittering van zijn lichaam aanschouwd, en hoeveel, o verbijstering, hebben er de heerlijkheden van zijn hart geproefd? |
|
|
48 |
Zij die door de liefde en door de kennis de weg van de terugkeer tot de Enige onderwijzen, zijn wijs temidden van de heiligen, maar zij die het geheim van de Heer door de stilte van de aanbidding binnendringen, zijn heilig te midden van de wijzen.
Zo ook de goederen van de aarde door de aardse zaken, de goederen van de hemel door de hemelse handel, maar God alleen door God. |
48' |
De woorden van het Boek zijn niets, het is het tastbare licht van de Enige dat alles is. Wanneer wij het in ons hoofd, in ons hart en in onze handen bezitten, zullen we noch het onderwijs, noch de vertroosting, noch het werk, noch de verzorging meer nodig hebben van wie dan ook, want het is de Heer in eigen persoon die in ons zal zijn en die ons in hem zal doen leven. |
|
|