BOEK IX
Inhoudsopgave
Gouden Vader - Schitterende Moeder - Het Licht
Boek I
Boek II
Boek III
Boek IV
Boek V
Boek VI
Boek VII
Boek VIII
Boek IX
Boek X
Boek XI
Boek XII
Boek XIII
Boek XIV
Boek XV
Boek XVI
Boek XVII
Boek XVIII
Boek XIX
Boek XX
Boek XXI
Boek XXII
Boek XXIII
Boek XXIV
Boek XXV
Boek XXVI
Boek XXVII
Boek XXVIII
Boek XXIX
Boek XXX
Boek XXXI
Boek XXXII
Boek XXXIII
Boek XXXIV
Boek XXXV
Boek XXXVI
Boek XXXVII
Boek XXXVIII
Boek XXXIX
Boek XXXX
Litanieën van de Moeder en van de Zoon
BOEK IX
U bent het Heer, die heel ons werk voor ons heeft gedaan.
JESAJA
Hij zal de steen van de top opheffen te midden van de toejuichingen.
ZACHARIA
VUE TRI NÉE
DE VOLTOOIING
1
God is als een oneindige oceaan van lichtende en levende essentie, waarin alles wordt doordrongen en gekend door de liefde.
1'
De genade en de liefde voorspellen de weg van de kennis en van de rust.
2
Zo het God behaagde om zich mens te maken, behoort het nu aan de mens om zich weer God te maken.
2'
Ik heb de waarheid gezocht tot in de verdorvenheid van de wereld en ik heb het leven van de dood gescheiden.
3
De huidige wereld is als een innige mengeling van licht en duisternis.
3'
Wie zijn leven bevrijdt zal er door worden verlost.
4
De geschapen dingen zijn onwerkelijk in verhouding tot God, maar ze zijn werkelijk onder elkaar, tijdens hun verschijning.
4'
De ogen van de geest nemen gemakkelijk de klaarblijkelijkheid van de eeuwigheid waar, en de handen van de kennis openbaren haar zonder enige inspanning.
5
De tegenwoordige wereld is noch werkelijk, noch onwerkelijk, nog goed, noch slecht.
Ze wordt gevormd door een deel van het goddelijke licht, tot in het oneindige opgesplitst in de duisternis van het niet-zijn.
5'
God bestaat eeuwig voort, van binnen en van buiten, zonder waarom of hoe. Zo is het mysterie van de eeuwigheid.
6
Ziedaar de val van Lucifer en de verbanning van Adam.
6'
Wie zal zijn ziel van de modder redden?
Wie zal haar verlossen van de gevangenis van de dood?
7
De terugkeer tot God is als de scheiding van de duisternis en als de hereniging met het oorspronkelijke licht.
7'
De genade bevrijdt zonder enige inspanning wat het grootste geweld op de lange duur niet zou weten aan te tasten.
8
Ziedaar de vrijkoping van Adam.
8'
Wie zal de heilige maagd voorstellen aan de bevruchtende zon?
9
De heiligen blijven in de modder om hun broeders te helpen, die een deel van henzelf zijn, zoals zij een stukje van God zijn.
9'
Wie zich blootstelt voor de anderen ontvangt duizend bespugingen voor een bloem. Dat is de wet van de vrijkoping.
"Wie zou zich niet blootstellen voor de Heer van liefde?"
10
Alle kennis die niet wordt beproefd is nietig, want zonder uitwerking.
10'
Gods zonen verlossen van de ellende, van de ziekte, van de ouderdom, van de twijfel en van de dood. Het is het kenmerk dat niet bedriegt.
11
De te duchten mens is degene die de anderen verplicht gelukkig wil maken; vervolgens komt degene die hen ongelukkig wil maken.
11'
Discussies zijn onwetendheden die elkaar het hoofd bieden in de dood; en redetwisters, spoken die vechten in de leegte.
12
De gepolijste schedel van een dode weerspiegelt ons de waarheid beter dan welke magische spiegel ook.
12'
De heiligen kunnen de hele wereld helpen, maar niemand ondervraagt hen, en wanneer ze spreken, luistert niemand naar hen.
13
Alles komt van binnenuit. Alles keert terug naar binnen. Alles houdt stand in het middelpunt.
13'
Het onderzoek van de cirkelvormige wereld brengt de helderziende mens weer tot God.
14
Leven is zonder hindernis communiceren met God; sterven is van hem gescheiden worden door de onreinheid.
14'
De schoonheid van het vernuft, de zuiverheid van de genade en de heiligheid van de liefde doen de middelmatigen razen tot aan de dood.
15
Mentale verwarring, onbekwaamheid in het onderscheiden en in het kiezen, afwezigheid van het vermogen tot synthese en tot helderheid zijn de kenmerken van de middelmatigheid van de vulgaire wezens.
15'
De Heilige Moeder van God komt de zuivere en edelmoedige mensen te hulp, de onwetenden nochtans zeggen: "God geeft ons niet te eten", want ze ontvangen niet wat hen wordt gestuurd, óf ze ontvangen het met ondankbaarheid.
16
Het licht van de zon bevat alle andere lichten, het is als de essentie van het leven.
16'
Wanneer we droog zouden zijn als stenen, dan nog zou de genade van de Heer ons doen ontkiemen tot aan de hemel.
17
Zijn natuur inperken, haar uitzuiveren en haar volkomen maken, dat is zich kennen en als God worden.
"We moeten zaaien als we op een dag willen oogsten."
17'
Wie de Moeder bereikt verblijft in de vreugde, en wie tot aan de Vader doordringt hecht zich vast in de vrede.
18
Geluk is alles hebben en niets bezitten; aan niets gehecht zijn, zelfs niet aan zichzelf; het is alles doen en alles verdragen uit liefde voor de Enige.
18'
Wie zich weer bij God voegt kan niet meer verloren gaan, want de Heer is als een hoeder van zichzelf en van de zijnen.
19
We doen slechts doeltreffend afstand van wat we werkelijk bezitten of van wat we zeker kunnen krijgen.
19'
Wanneer we gebroken, gezuiverd, geledigd en naakt zijn, zullen we God helder zien en zal hij ongehinderd in ons binnendringen.
20
Verheven of gruwelijke gedachten en visioenen moeten eveneens worden aanvaard en door de volmaakte meditatie tot hetzelfde goddelijke beginsel worden teruggebracht.
20'
Wie gevorderd is bidt niet meer tot God, hij prijst hem; tenslotte zwijgt hij in hem voor altijd.
21
God onderwijst hen die verlangen te leren, maar alleen tot aan de limiet waar zij durven te kennen, opdat niemand ten onder gaat.
21'
De gelovige keert terug tot zijn bron zoals de bedolven graankorrel naar het licht gaat, en dit is een groot voorbeeld van de hemelse liefde en van het aardse geloof.
22
Vrede van hart en geest wordt verkregen door alles wat ons vervult en alles wat ons ledigt aan God aan te bieden.
22'
We zullen noch aarde noch hemel winnen door andere mensen te verpletteren, maar we zullen zeker Gods vervloeking oogsten.
23
De vergadering der sterren is als de lichtende zee waar God zich beweegt tussen de aanvangen en de einden, en waar hij rust tussen de einden en de aanvangen.
23'
De wijze mensen treuren noch verheugen zich om de omwentelingen van de wereld, want zij weten dat de Vader en de Zoon onveranderlijk verenigd blijven in de schoot van de bewegende Moeder.
24
Door alles weer aan God te overhandigen, zullen we ons ook van onszelf ontdoen.
24'
De levende die het grote water binnendringt, drijft en vaart zonder enige inspanning.
25
Er is niets wat de mensen zo mishaagt als de waarheid over zichzelf, omdat de naaktheid van de geest, net als die van het lichaam, slechts gunstig wordt verdragen door hen die volmaakt zijn.
25'
Het volstaat niet dat God in ons verborgen is, hij moet er ook mateloos schitteren, als de ster van onze nieuwe geboorte.
"God gaat niet tot de middelmatigen, en de middelmatigen gaan niet tot God."
26
De schepping van de universums is als de proefneming van een deel van God door hemzelf.
26'
We bidden om gebroken te worden en opdat onze lichten herenigd worden in de liefde van de Enige.
27
Er is geen onderricht mogelijk en er is geen zekere vrede voor wie zich bezighoudt met de zaken van de wereld.
27'
De wijste der mensen zou zich er niet van kunnen weerhouden te huilen om het leed van alle wezens.
28
Kristus moest de kooplieden uit de tempel verjagen voor hij zich er verstaanbaar kon maken.
Zullen wij ook niet de leegte in onszelf maken om de stem van de Heer te verstaan?
28'
Als onze harten wisten te communiëren met God en met de mensen, zouden onze lippen gesloten blijven.
29
Degenen die ons omringen helpen te leven is een intelligente en voorzichtige manier om zich te verrijken.
29'
Wie zich aan drie dingen hecht, terwijl twee volstaan en slechts één waarlijk noodzakelijk is, bereidt voor allen de wanorde en het verderf.
30
Alles wat vlug wordt vernield is van de wereld.
Alles wat onveranderlijk is, is van God.
30'
Om het essentiële leven te bereiken, zullen we eerst afwezig moeten worden als doden.
31
Het licht komt tot ons van de sterren en keert terug naar de sterren, die het aan God teruggeven.
31'
De zuivere en volmaakte mens is het meest voltooide punt van evenwicht van het Universum.
32
De mengeling van de lichten maakt de oneindige verscheidenheid van de schepping en openbaart de eenheid van de schepper.
32'
Buiten ons, is het nog steeds wij, want wij zijn een stukje van degene die de zichtbare en onzichtbare schepping bevat.
33
Rust en beweging wisselen elkaar af in Gods werk. Wie deze twee in één verenigt, heeft geen hartstocht meer voor de vergankelijke wereld.
33'
De genade bevrijdt alles zonder iets te forceren en zonder iets te vernielen; zij is het die we in het begin nodig hebben.
34
Het heilige water verlost, zuivert uit, verheft en zegent.
Gods aarde voedt, verenigt, hecht vast en wijdt.
Die twee werken onder aanvoering van het eerste en laatste vuur.
34'
De leer van de wijzen is naar het beeld van de middenwereld, waar het licht onder een donkere korst voortbestaat.
"Laten we niet discussiëren, laten we ons eerder oefenen tot aan de volmaakte kennis van onze Kunst."
35
God vervult de gehoorzame liefde tot over alle grenzen.
- Het is de doop in het water van de genese die ons het glorieuze lichaam van de vergeving geeft.
- Het is de mysterieuze communie van het ware bloed en van het ware lichaam van de Enige die ons de goddelijke ziel van de vrijkoping mededeelt.
- Het is de zalving door de heilige olie van de steen die ons in de vrede van de verzoening bevestigt.
- Het is de geheime zegening van het ultieme huwelijk die ons verbindt en die ons vermenigvuldigt in de glorie van de eenwording.
35'
We hebben geen eer meer, geen trots meer, geen moed meer en geen deugd meer; we hebben geen weten en geen intelligentie; onze begaafdheden zijn als rook, en onze kracht lijkt op vergoten water. Onze godsvrucht blijft als een lege doos, en onze dagen zijn gevoelloos geworden onder de gloed van de goddelijke blik. Maar de genade vermenigvuldigt de geheime liefde die ons hart bewoont, en we proeven al de zoetheid van het transcendente vuur.
36
De mens is het voornaamste gist van de regeneratie van de wereld; zijn inwerking op de aarde is vergelijkbaar met de werking van het zuurdesem op een hele deegmassa.
36'
Er is hier meer dan een moraal en meer dan een ascese, meer dan een filosofie en meer dan een mystiek. Er is de sleutel van het herstel van de mens en van de wereld in God.
37
Wie de mensen liefheeft ondanks hun zwaktes, zal geliefd worden door God ondanks zijn smetten.
37'
Als we één keer gehoorgeven aan de haat, zal hij honderd keer bevelen en zich duizend keer herinneren.
38
Wie zal stoutmoedig genoeg zijn om aan God het onmogelijke te vragen?
Wie zal heilig genoeg zijn om het zonder schade te verkrijgen?
38'
Gods genade zal ons opnieuw doordrenken, en we zullen als modder worden alvorens weer als goud te worden gemaakt.
39
De leugen, de lafheid, het verraad en de haat zijn de specifieke kenmerken van de zwakte van vulgaire mensen.
39'
De ware liefde en de ultieme kennis verdragen alles, vergeven alles, vergunnen alles.
40
Wat het beste is in de mens en in de wereld, is het eenvoudigste dat zich erin bevindt.
40'
Door alles wat ons hindert en alles wat ons leven ingewikkeld maakt te verwerpen, zullen we vlug de woestijn bereiken waar God zich doet verstaan.
41
Niets verleent zoveel vreugde als alle mensen lief te hebben in God, na de Heer in ieder van hen herkend te hebben.
"De enige misdaad, is van God gescheiden te zijn."
41'
We kunnen God vlug bereiken door voor de wereld en voor onszelf te sterven, en zo de ongerijmde ervaringen vermijden die gaan van vermomd geluk tot zeer zeker ongeluk.
42
Men kan niet God liefhebben en de mensen verafschuwen, maar men moet de een en de anderen vrezen tijdens heel onze verbanning.
42'
Dat de woorden van het Boek nooit een veroordeling voor de gelovigen zijn, maar dat zij, zo mogelijk, nog aan Gods glorie toevoegen, door hen kinderen van het grote water te doen worden!
43
De ware kennis gaat vergezeld van bescheidenheid en van stilte.
43'
Laten we aanvaarden idioot, arm en nutteloos te schijnen, teneinde vrij te blijven in God.
44
Wanneer wat hogerstaand is dat wat lagerstaand is opgeeft, ontbindt het lichaam zich geheel.
Maar wanneer wat hogerstaand is zich verenigt met dat wat lagerstaand is, stelt het lichaam zich weer samen in zijn ongeschondenheid.
44'
Het water zal ons ondersteunen als we alle aarde hebben opgegeven, en het vuur zal ons verstevigen tot aan het heilige eiland van de liefde en van de kennis.
45
Er is niemand zo vrij als een wijze, en niemand zo druk bezig als een gek.
45'
Het is voorbij de gebeden, in de rust van de geest, dat God zijn glorie in ons zal openbaren.
46
Men moet de mensen smeken en bedriegen om het recht te behouden te zieltogen in deze wereld, terwijl het volstaat tot God te bidden en hem lief te hebben om het eeuwige leven te verkrijgen.
46'
Een enkel woord, een enkel feit kunnen de meest begraven mens op de weg van de verzoening en van de verlossing brengen.
"Laten we nooit gelijk hebben tegenover wie dan ook, laten we de waarheid alleen communiceren aan wie haar liefhebben."
47
Al wat ons thans onmisbaar en dringend schijnt, zal ons in het uur van de dood nutteloos en leeg lijken.
47'
De rede en de gekte van de wereld vervagen snel tegenover Gods wijsheid die alles doordríngt.
48
Laten we ons van nu af aan oefenen om alles achter te laten en om ons tot God te keren, voordat alles ons in de steek laat en zich tegen ons keert.
48'
Er is slechts één scheiding, één eenzaamheid en één dood te duchten, die Gods afwezigheid en het vergeten van zijn liefde zijn.
49
Wie zijn eenzaamheid tegenover God kent, ondervindt geen enkele beduchtheid in het uur van de dood.
De dauwdruppel is als de zee die hem voortbrengt en die hem opvangt.
49'
Gods wil bestaat erin de mens tot aan de volkomenheid van zijn eigen persoon terug te brengen. "Hij stuwt zich voort door het Woord. Hij rust door de stilte."
50
De gekte van de mensen bestaat in het zoeken naar de oneindigheid in de dood.
De wijsheid van God ligt in het onderzoeken van de eenheid van het leven. Zo is de geleerde mens degene die zijn Heer ondervraagt, die zijn antwoord verstaat en die er zijn leven naar voegt.
50'
De Ongenoemde zou het kwaad, die nacht die hem omringt en die hem verbergt, niet teniet kunnen doen, zoals hij het goede, dat licht dat hem kleedt en dat hem behoedt, niet zou kunnen scheppen; maar hij kan het licht en de uitwendige duisternis vermengen of scheiden, voor de kennis van de machten en van de grenzen van zijn Zijn en van zijn niet-zijn.
51
Ellende en rijkdom staan in gelijke mate het zoeken naar God en naar de zielsvrede in de weg.
51'
Er zijn meerdere wegen die leiden tot de heiligheid; maar er is er slechts één die tot de wijsheid voert.
52
Het gebed is als een geheim onderhoud tussen de geschapen God en de ongeschapen God, dat wil zeggen als de liefdesband die het eindige met het oneindige verenigt en die aan het geheel toestaat zich te kennen in Een.
52'
We weten dat we God naderen, wanneer we grandioos ondersteund worden in het ongeluk en wanneer we ertoe komen om het leven toe te lachen, door de rookwolken van de dood heen.
53
De kunst bestaat erin het bovennatuurlijke, verborgen in het natuurlijke, te doen verschijnen.
53'
In alles wat hij onderneemt, rekent de wijze slechts op God en op zichzelf.
54
Hoe verder van beneden af gezien, des te mooier en dieper schijnt de hemel.
Zo kan men God vaak beter ontwaren in de vernedering en in het ongeluk, dan te midden van de genoegens en van de glorie van de wereld.
54'
vergezellen tot het einde, want de zuivering heeft eerst van binnen plaats, vervolgens verschijnt ze van buiten en weerschijnt volop in de eenwording.
55
De natuur verschaft de spijs, en het is het innerlijke vuur dat het verteert en dat het omzet.
Wie zich aanmatigt beter te doen is slechts een verwaande onwetende.
55'
De mens wordt zijn eigen leermeester, zijn eigen rechter en zijn eigen redder, wanneer hij doordringt tot het geheime middelpunt van zijn hart.
56
De leer van de wijze mishaagt vulgaire mensen, omdat hij het einde van elk wezen en de schaduw van elk ding in het daglicht stelt.
56'
Als we vastbesloten zijn in God te groeien, zal niets slechts ons in deze wereld ophouden.
57
De beste wraak is tot God te bidden, opdat hij onze vijanden onderwijst als onszelf.
57'
Er is slechts één universeel leven, dat als een spel van schaduwen en lichten is op het bewegende oppervlak van de wateren van de afgrond.
58
Walging van de wereld en berouw van onze afdwaling vormen de gewone weg van de terugkeer tot God.
58'
De hoogmoedige geest zal steeds dieper wegzinken en zal verzegeld blijven in de dode aarde en in het dode water.
59
Genade en liefde vergezellen de zoeker vervolgens op de koninklijke weg van de uitverkorenen.
59'
Er is slechts één waarachtige kennis, één waarachtige eenwording en één waarachtige rust, die zijn in de voltooide vastheid van het hemelse vuur.
60
Niemand vraagt ons de genade te bevrijden.
Niemand smeekt ons de liefde te vervolmaken.
Niemand verzoekt ons de eenwording te ontsluieren.
Niemand maant ons de Enige te openbaren.
Als wij een van die dingen doen, laat het dan gratis zijn en op eigen risico, uit liefde voor de gelovigen.
60'
De oorsprong van het leven en van de dood moet geheim worden gehouden, opdat de goddelijke majesteit niet kan worden ontwijd door de eerste de beste, zoals zich dat al een keer heeft voorgedaan in Adam.
"O weldadige pijn van de verbanning!"
"O vermenigvuldigende deugd van de zon!"
"O verheven voltooiing van de onschuld die weet!"
61
Velen zullen baat hebben bij het licht van de Heer op de grote dag van de hereniging, en de heiligen zullen zijn zon bewonen op de dag van de voltooiing. Maar er zullen slechts enkele wijzen zijn die de geheime oorsprong van het al en van het niets zullen kennen.
61'
De geest is verborgen in het lichaam, en de ziel openbaart zich door de scheiding en door de eenwording van die twee in de eeuwigheid van de Enige.
God heeft de veile en de meest verachte dingen van de wereld gekozen, die welke niet zijn, om die welke zijn tot niets te herleiden, opdat niemand zich verheerlijkt ten overstaan van God.
PAULUS
Hij die heiligt en zij die worden geheiligd zijn allen afkomstig van dezelfde Vader.
PAULUS