BOEK III
|
68 |
Wanneer een volk zijn wijzen, zijn heiligen, zijn kinderen, zijn dichters en zijn kunstenaars veracht, mishandelt of doodt, is de natie haar einde nabij. |
68' |
De haat die de middelmatigen de kennis, de liefde, het leven, de grootsheid, de schoonheid toedragen, kent geen grenzen. |
|
|