Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK XXII

  God heeft jullie uit de aarde genomen. Hij zal jullie er in doen terugkeren en er opnieuw uithalen... De dag waarop de graven zich zullen openen en waarop de geheimen der harten openbaar zullen worden gemaakt.

KORAN


  Hoed over je hart boven alles, want daaruit zullen de bronnen des levens ontspringen.

SPREUKEN



ÉVITE EN UR DE WIJZE

1 We stikken onder de ijdele uitleggingen van de intelligenten van de wereld, en hun werken doen de verwarring van de geesten en de goddeloosheid van de harten toenemen. 1' De uitwerpselen van ontelbare vliegen zouden Gods grote piramide niet kunnen aantasten noch overdekken.

2 Hun boeken en hun namen zullen tot stof terugkeren, maar het werk van de Heer zal voor altijd blijven, en zijn woord zal de eeuwen doorstaan en zal de aanvallen van de gediplomeerde snoevers van alle naties zegevierend trotseren. 2' Laten we onze tijd "verliezen" met God te zoeken en laten we niet luisteren naar wat de goddelozen ervan zullen zeggen, want hun harten zijn verduisterd, hun ogen zijn blind en hun handen zijn onmachtig het heilige licht van de Heer van leven geweld aan te doen.

3 De kunstenaar laat ons een moment doorbrengen, en de ambachtsman laat ons een tijd duren, maar wie zal ons van de dood verlossen? En wie anders dan de wetenschap van de Enige zal ons de eeuwigheid van het leven geven? 3' Wie de Heer in zijn hart looft, al was het om een bloempje, is noch middelmatig noch goddeloos. En wie hem zoekt, al was het dwars door een dode steen, is noch lui noch onbekwaam.

4 Laten we de wet van de Heer in onze huizen hangen, opdat ze doordringt in onze hoofden en opdat ze ontkiemt in onze harten. Zo zal zijn weg ons lichtend en gemakkelijk toeschijnen, o hoezeer! 4' Bestudeer het Boek en bedel om je brood als dit voor jou de kortste weg is, want alleen de kostbare vondst van de Heer telt, en alleen de wetenschap van de Enige geeft het gewicht van het leven dat niet vergaat.

5 Jullie oordelen met jullie slinksheid, wanend de waakzaamheid van de Heer te verrassen, maar jullie slinksheid verblindt jullie en ze leidt jullie naar de grafkuil van de teloorgang, en jullie grinniken stompzinnig wanneer men jullie spreekt van de rechtlijnige eenvoud die het licht van leven verwekt.
Jullie rede is als een dodelijk gif geworden, en jullie intelligentie is als een schorpioen die zich met zijn eigen gif inent.
5' Heden spreken we helder en niemand luistert, maar wanneer allen zullen ondervragen, zullen wij stom blijven als een stronk, en zij die nu versmaden, zullen razend zijn dat ze geen antwoord verkrijgen, want het gevaar dat zich van alle kanten aan hen opdringt, zal daar zijn en de beklemming van de angst zal hen ertoe brengen zich te interesseren voor de dingen die ze in de tijd van hun goddeloze zefverzekerdheid verachtten.

6 Heilige en wijze profeten van God, kom ons tot hulp, omring ons met jullie sprankelende cohort en ondersteun ons, zodat we niet verzwakken op de weg van de Heer.
Bid de Allerheiligste, opdat hij ons aan het einde van ons leed in zijn hart vertroost.
Smeek de Heer dat hij zijn met het zwaard van de scheiding gewapende arm inhoudt; gedurende de tijd dat de onwetenden het geïnspireerde woord kunnen lezen en verstaan; de tijd dat de weifelaars in hun harten kunnen kiezen en zich ten overstaan van God kunnen berouwen; de tijd dat de opstandigen zich nog meer aan de waanzin van de wereld kunnen uitleveren.
6' De tijd dat de goddelozen zich hoogmoedig in de modder van het mengsel kunnen organiseren; de tijd dat de geleerden en dat de harde werkers in hun ijdele werken kunnen zegevieren; de tijd dat de gelovigen weer tot de eenvoud van het geloof en van Gods liefde kunnen komen.
Dat dan zijn arm valt en dat zijn zwaard zonder medelijden en zonder vergeving de schapen van de bokken scheidt! Dat zijn kinderen zijn licht zien schijnen en dat ze in zijn zon wonen! Dat zijn vijanden in de verwarring van de duisternis worden geslagen en dat ze elkaar als beesten verscheuren te midden van de rokende puinhopen van hun valse wetenschap!

7 Wij zijn niet gekomen om wie dan ook van zijn geloof, van zijn eredienst of van zijn sekte te doen afkeren. Wij zijn gekomen om de gelovigen die de levende Heer zoeken te verzamelen in de genade, in de liefde en in de kennis van de Enige Schittering. 7' Wij zijn niet gekomen om neer te halen wat wankelt, noch om te doden wat stervende is, noch om op te lossen wat zich vanzelf ontrafelt. Wij zijn gekomen om vorm te geven aan wat gezocht wordt, om lichaam te geven aan wat vlees wordt, om te helpen baren wat geboren wordt.

8 Wij zijn gekomen om weer de Kerk te maken zonder monumenten, zonder hinderpalen, zonder graden, zonder ijdelheden en zonder geldzaken. Om weer de Kerk te maken gegrondvest op de heilige steen van het begin en van het einde. Om weer de Kerk te maken van de heiligen die in hun harten tot God spreken. 8' Wij zijn gekomen om weer de Kerk te maken van de wijzen, die God in hun harten doen schijnen. De Heer kent de zijnen en hij ondersteunt hen die zijn wet in acht nemen, hen die zijn geloof liefhebben, hen die zijn weg volgen en hen die zijn werk voltooien.

9 Vijf minuten met huichelaars en zie ons daar droevig, ontmoedigd, nutteloos, beoordeeld, veroordeeld en verjaagd, tenzij Gods woede zich van ons meester maakt en de slechten vervloekt na hun laaghartigheden te hebben aangeklaagd. 9' Zonder Gods genade en liefde zouden we even stom zijn als de goddelozen.
Zo moeten we de Heer die ons gelovig heeft gemaakt, erkentelijk zijn, maar we mogen er zeker niet trots op zijn!

10 De huichelaars vervloeken zichzelf, wat het toppunt van de straf voor hun huichelarij is. Geen vergeving voor diegenen die denken een spel te spelen met God en die de mensen willens en wetens bedriegen.
"Al hun listen zullen in rook opgaan, wanneer de gloedhete wolk hen nadert."
10' O Heer, die in de harten ziet, verlos ons van de opstandigen en van hun kwaadaardigheid die de genade, het geloof en de liefde doodt, die ons in jou doen leven; en doe ons de gelovigen kennen die jou liefhebben en die jou in hun harten loven, maar doe ons bovenal degenen ontmoeten tot wie jij in het geheim spreekt.

11 O zeer goede en zeer wijze Heer, verlos ons van de bruten, van de misdadigers, van de gekken en van de arglistigen, en gesel de zelfvoldane middelmatigen; doe de onwetende ijdelheid van de redelijken van de wereld in het stof tuimelen; sla de zegevierende imbecielen die ons alles uitleggen wat ze niet begrijpen, op de mond. 11' Wanneer de Heer in de mens blaast en wanneer hij het instrument van zijn woede vastgrijpt, geen sereniteit meer en geen uitspraken meer, want alles vliegt in stukken aan de hemel en alles valt in stof neer op de aarde, en ziedaar de dienaar door de vreselijke daad gebroken, in de duisternis van de eenzaamheid ondergedompeld en door allen afgewezen.

12 O dodelijke ondankbaarheid, we lezen de heilige en wijze boeken en we loven niet in onze harten de Heer van genade en van liefde die ons het leven zonder vermenging aanbiedt. 12' O dichte sluier die ons omsnoert, zie ons daar als mummies die het water van de verrijzenis niet kunnen bereiken, die de hand niet weten te reiken naar degene die haar onbaatzuchtig aanbiedt en die zelfs zijn heilige licht niet zien!

13 Als iemand jullie niet zegt dat een kunstwerk mooi is, en als meerderen jullie niet voorhouden dat het waarde heeft, blijven jullie er stompzinnig en blind voor en keren jullie je af van het juweel en verguizen jullie de kunstenaar, zoals die zwijnen die de parels onder de voeten vertrappen en die de onvoorzichtigen die ze hun aanbieden, verscheuren. 13' Jullie zijn dubbel vervloekt, wanneer jullie in tijden van succes heel duur betalen voor wat jullie in tijden van verlatenheid hebben afgewezen en veracht, want jullie handelen slechts bewogen door de stompzinnigste en door de gierigste speculatie die jullie op de dag des oordeels met een leeg hart en met lege handen zal laten.

14 In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn de ware realisten de gelovigen die naar het substantiële en essentiële leven zoeken, dat niet vergaat; terwijl de abstracte uitzinnigen degenen zijn die zich hechten aan de vergankelijke materie.
Misschien zal dat een intelligente die God liefheeft en die in zijn hart naar hem zoekt, tot nadenken brengen?
14' God zij erom gezegend: de heilige Schriften zijn er nog altijd, en het behoort ons toe ze te lezen en erover te mediteren zonder met ons te laten sollen door de huichelaars die ze hun belangen doen dienen, zonder ons om de tuin te laten leiden door de imbecielen die ze aan hun blinde en dove middelmatigheid aanpassen, en zonder ons te laten geleiden door de goedbedoelenden die ze tot hun geschiedkundige en morele begrip beperken.

15 Sommigen hebben zich belast met de heilige Schriften als ezels die een schat dragen die ze onbekwaam zijn te gebruiken, of als honden die een bot bewaken waarvan ze het merg niet kunnen krijgen, maar die wie dan ook jaloers beletten naderbij te komen. 15' alleenrecht op Gods mysteries toegeëigend, om er profaan hun voordeel mee te doen, en in plaats van onderricht te worden als hun Heer, zijn ze stompzinnig en ijdel geworden als de demon die ze in het geheim dienen.

16 Achteruit, voldane en belerende middelmatigen! Wij bidden de barmhartige Heer dat hij zo gewillig is jullie als het nog mogelijk is met klappen van een loden zweep wakker te maken, want het is beter voor jullie aan stukken gescheurd en gered te worden, dan in de valse zekerheid van jullie ongevoelige duisternis ten onder te gaan. 16' Ze schikken zich in de modder die hen helemaal bedekt en ze verspreiden lelijkheid over de wereld. Ze vlakken alles in hen en om hen heen af, en zie ze daar als beesten die rustig herkauwen in het slachthuis waar ze op elkaar worden gestapeld voor de dood!

17 Eenvoud is niet onwetendheid. 17' Wijsheid is niet ongevoeligheid.

18 Als het Boek een willekeurig ding is dat niemand of bijna niemand interesseert, hoe zal het dan een boeiend en door velen gezocht ding kunnen worden, zonder hen die het heden begraven, wreed te veroordelen? 18' Laten we de jongere broeders van Christus worden in God, en we zullen Gods woord verstaan en we zullen zijn werken doen en we zullen in de Enige leven.

19 Het is niet naar de mode van de tijd, en het is geen literatuur om de zieltogenden van deze wereld te verdoven, ziedaar het euvel! 19' "Zijn niet alle beminden van God? En zijn niet alle minnaars in God?"

20 We hebben onze lichaamssappen in de vochtige modder opgelost en gelouterd, en we hebben ze in het hemellicht versterkt en vervolmaakt. 20' We zullen het sperma zien verschijnen en zien toenemen als de morgendauw, en we zullen de kiem zien vlees worden in haar zuiverheid en haar zien veranderen in haar eigen vaste en volmaakte natuur.

21 Jouw zoektocht is te moeizaam, Heer, en als je ons niet te hulp komt, zullen we zeker falen, want onze oren zijn doof, onze ogen zijn blind, onze handen zijn machteloos en jouw heil is eigenlijk ongelofelijk! 21' Het is het binnenste van het binnenste dat we moeten ontdekken en in de zuiverheid doen verschijnen; en het is het binnenste van dat binnenste dat we uiteindelijk in de vastheid moeten openbaren.

22 Het is wanneer we ervan afzien te begrijpen, dat we werkelijk beginnen te begrijpen.
- Het is wanneer we ervan afzien iets uit te leggen, dat we werkelijk beginnen ons te doen verstaan en begrepen te worden.
22' Wie in de helderheid van het innerlijke vuur baadt, is als idioot in de wereld, hij alleen is nochtans waarlijk verhelderd.
"Om de waarheid te naderen, moet men naakt zijn als zij."

23 je slechts in jezelf, vind je slechts in jezelf, rust slechts in jezelf en je zult de Heer van het binnenste naderen, die alle dingen in jou voltooit zonder jou. 23' alleen ontspoord zijn en dat hun meest volmaakte voltooiing slechts de terugkeer is naar hun aanvankelijke volmaaktheid.
"Beter dan de klaarblijkelijkheid van het leven te vatten is het deel te nemen aan zijn allereerste zuiverheid."

23" Verdraag jezelf,
Help jezelf,
Zoek jezelf,
Ontdek jezelf,
Ken jezelf,
Voltooi jezelf,
met de hulp van de Heer van de hemel.

24 Het zaad van de sterren is in de aarde verborgen. 24' Het leem van de aarde is het eerste schepsel.

25 De juiste visie is de dingen zien zoals ze waren en zoals ze zullen zijn, dat wil zeggen zoals ze in werkelijkheid zijn in de eerste eenheid. 25' Het grootste werk met het grootste gemak, ziedaar de KUNST. De grootste liefde in de grootste zuiverheid, ziedaar de heiligheid. De grootste vrijheid in de grootste rust, ziedaar de wijsheid.

26 Er is een grote edelmoedigheid van de ziel nodig om als eerste te erkennen dat een onbekend werk mooi is. 26' Alleen wie zijn onwetendheid, zijn onmacht en zijn dood onderzoekt, kent de waanzin en de wijsheid van de KUNST.

27 Dat de geest van de kunstenaar zo hoog is als de sterren, en dat zijn leven zo nederig is als het stof! 27' Wie weinig verschil maakt tussen de dingen van de wereld, wordt weldra de eenheid die ze bezielt gewaar.

28 Al wat zich tegen het leven verzet, openbaart het des te helderder, en al wat het ontvangt, neemt er op prachtige wijze aan deel. 28' Beweging, verandering, verscheidenheid, vrijheid, zuiverheid, vreugde, vruchtbaarheid, onbaatzuchtigheid en lof zijn het leven eigen.

29 We kunnen niet iedereen behagen, want we zijn vol gebreken en zwaktes en nog bedekt met de vreemde vuiligheid, maar het Boek is al een oordeel dat de verhelderde en zuivere harten heimelijk afscheidt van de voldane en blinde zieltogenden van deze wereld. 29' Mag het aan velen het verlangen en de smaak teruggeven om de heilige en wijze Schriften van alle naties te bestuderen!
Mag het voor velen het vaandel zijn van de overwinning en van de vrijheid in Hem die IS!
Mag het de harten verlichten van hen die hopen op het levenslicht!

30 Al wat zich aanmatigt de KUNST te sturen of te dwingen, maakt haar onvruchtbaar en doodt haar. 30' Matigheid is de wijze eigen, dwingelandij is de hoedanigheid van de waanzinnige, ongevoeligheid is het lot van de bruten.

31 De kunstenaar, de gelovige, de heilige, de wijze is hij die zich tot de verlichtende schoonheid van de schepping verheft, vrijgemaakt van haar ganggesteente van dood. 31' Er is slechts één waarachtige KUNST, het is die welke de vrije geest openbaart, die het licht is van het Universum. Er is slechts één ware wetenschap, het is die welke dat goddelijke licht vasthecht in de rust van de Heer.

32 Waarom betogen houden, wanneer aan alles zo prachtig verscheidenheid wordt gegeven door Gods licht? 32' Wie zijn vreugde niet in zich draagt, zal haar niet weerspiegeld zien in de wereld en hij zal haar niet zien bloeien in God.

33 De waarachtige kunstenaar kent slechts de aarde en de hemel; de wetenschap, de moraal en de politiek van de mensen vervelen hem en doden hem. 33' Alleen de dode sterren draaien niet van vreugde onder de adem van de Enige.

34 De naaste is degene die lijdt en die zich openstelt, en niet degene die zich afsluit en die doet lijden. 34' Men leert lief te hebben door te trachten de staat van de anderen te doorgronden en te beleven.

35 Men is niet gelovig omdat men de godsdienstige plechtigheden bijwoont, en men is niet ongelovig omdat men er niet heengaat; want de ware Godsverering wordt beoefend in het hart, en zijn heilige zoektocht wordt verricht door de studie van de wijze Schriften en door de verrichtingen van het geloof in werking in de wereld. 35' We moeten onszelf oprecht ondervragen over het Boek en uit onszelf kiezen in onze harten zonder rekening te houden met de adviezen van hen die hier beneden een plaats hebben te verdedigen en uit te baten.
"Ademt en wandelt de Heer niet híer?"

36 Velen zijn onwetend van Gods dingen, maar het toppunt is dat deze onwetenden heden degenen die onderricht zijn in de mysteries van de Enige, beoordelen en veroordelen.
Laten we bidden, opdat de goddelijke zweep hen terugleidt tot de stilte, tot de gehoorzaamheid en tot de nederigheid die passen bij hun gesteldheid van ongeneeslijke doven en blinden.
"De beroering van de wereld is zo groot, Heer, en onze stem is zo zwak dat we droevig de maat nemen van de waanzin van onze prediking."
36' Hier beneden veroordeeld tot het verduren van de huichelaars in de wereld, in onze huizen en in onze harten, streven we steeds meer naar de communie van de heiligen waar Gods kinderen ons vriendelijk zullen ontvangen en waar niemand omwille van onze liefde voor de Enige tegen ons zal opstaan, maar daar waar integendeel allen zich spontaan bij onze lofzangen, bij onze zegeningen en bij onze vreugde in de Heer van het middelpunt aan zullen sluiten.

37 Beter een lauwe, wankelende en ontwijde kerk dan helemaal geen kerk, want een blinde verlamde kan nog praten, terwijl een dode niets meer kan doen voor wie dan ook. 37' De gemeenschappen zouden wel heiligen moeten voortbrengen die bekwaam zijn de laatste gelovigen geestdriftig te maken. Misschien zouden ze moeten beginnen met de Heilige Geest niet buiten hun muren te verbannen?

37" Kan de Heer nog slechts op de in de wereld verborgen gelovigen rekenen?
Dit is tenslotte goed mogelijk, want hij alleen oordeelt de gewetens en de harten zonder dat een vergissing mogelijk is.

38 Wij hebben geen visoenen, wij horen geen stemmen, wij doen geen wonderen en de hemel blijft voor onze ogen gesloten; maar de genade van de Allerhoogste heeft ons verstand geopend, en zijn liefde heeft onze missie hier beneden bevestigd. Ons lot ligt in zijn handen. Hij zal doen zoals het hem behaagt. Want sinds wij ons hebben aangeboden en hij ons heeft gekozen, behoren wij onszelf niet werkelijk meer toe. 38' We aanvaarden door de goed geplaatste mensen te worden afgewezen, verguisd en in de steek gelaten, maar dat de intelligentsten in God tenminste de moeite nemen om de woorden van het Boek aandachtig te onderzoeken en te wegen; en dat de eenvoudigsten in God ervoor zorgdragen zich in hun harten te ondervragen over de authenticiteit van het werk dat hun wordt voorgesteld.

39 Sommigen die geloven de Heer te dienen, bewijzen hem een slechte dienst, en anderen die denken hem een slechte dienst te bewijzen, dienen hem zonder het te weten. 39' Laten we onze vrije tijd aan de Heer wijden, en de Heer zal onze vrije tijd vermenigvuldigen.

40 We kunnen elkaar steunen door gemeenschappelijk gebeden, lofzangen of verzen te zingen of op te zeggen en door in de genade en in de liefde van de Heer van leven te communiëren. Maar niemand moet degenen oordelen of veroordelen die de voorkeur geven aan de eenzaamheid en aan het stille gebed van het hart in het geheim van de Enige. 40' Wanneer we waarlijk door de zoektocht naar onze mysterieuze Heer worden gegrepen, zullen de zaken van de wereld en de mensen die er zich mee bezighouden ons saai, leeg en onverdraaglijk toeschijnen; en zíj zullen ons als onbekwaam, nutteloos en waanzinnig beschouwen.

41 Laten we er goed voor op onze hoede zijn, want het is niet wat buiten in de wereld het meest blinkt, dat binnen in God het zuiverst en het waardevolst is. 41' Wij zijn als onzinnigen die hun hele bezit op Gods spel hebben ingezet, en dat lijkt degenen die alleen rekenen op het werk van hun handen om te leven en om te gedijen in de wereld, schandalig.

42 Het verzet en de afkeuring van de wereld zijn bedroevend en ontmoedigend, maar het oordeel en de veroordeling door onze naasten zijn wreed, zelfs wanneer de Heer ons steunt in onze heilige onderneming. 42' O barmhartige Heer, koop tenminste de instrumenten van onze kwelling vrij wanneer je ons eindelijk uit zal laten blazen, alvorens ons in jouw zalige en zeer glorieuze schoot te ontvangen, als jij het wilt.

43 Er zijn prikkels die de luisten niet toestaan in slaap te vallen, al was het de tijd van een zucht, wanneer het dienen van God en het dienen van de mensen even dringend zijn.
Dit valt moeilijk te begrijpen en heel hard te aanvaarden; wij achten onszelf nochtans bevoorrecht onder de zieltogenden van deze wereld.
43' "Het geloof in God en in zijn verrijzenis loont onmiddellijk, want het helpt ons te verdragen wat de goddelozen tot wanhoop brengt en verplettert. Voed het en versterk het in ons tot de lichtende dag van het einde en van het begin, Heer van goedheid."

44 Hé! Hé! Hé!
Wat? Wat? Wat?
Je bloed vloeit en je leven vervliegt!
44' Door onze dood te besproeien, zullen we leven. Door ons leven te verkwisten, zullen we zeker sterven.

45 Kom, mensen van alle naties, eet, drink, verheug je en leef, want het Boek wordt liever aan jullie gegeven dan aan dat sluwe, geslepen en goddeloze volk, wiens intelligentie de grootste stomheid is geworden die er is. 45' O vaderland door God gezegend en door de heilige Maagd gevoed, daar ben je als een prostituee geworden, die de familie van de levenden onteert en die de beek vol vreemd afval verkiest boven de tafel van haar Heer en meester!

46 Imbeciel ras dat het Boek van de hernieuwing van alle dingen erft, jullie ruilen het voor een schotel linzen, en jullie ontdoen je er zelfs van door de schotel linzen als schadeloosstelling aan te bieden aan hen die zich wel met het werk willen belasten. 46' Je hebt de vermaningen van je heiligen belachelijk gemaakt, en je opstandigheid heeft de slagen en de vergiftigde wonden veroorzaakt. Heden wordt je in de hemel en op de aarde een tijd van respijt vergund, opdat je nadenkt en je tot de heilige familie terugkomt.

47 Dat jullie ogen dicht blijven, dat jullie oren gesloten blijven, o superintelligenten, en dat de vreemdelingen jullie brood eten en dat ze jullie wijn drinken terwijl ze met jullie spotten; dat ze jullie van je erfenis ontdoen en dat ze jullie rijkdommen onder elkaar verdelen; dat ze jullie tot slavernij herleiden en dat ze jullie voor niets doen werken op je eigen land, opdat we naar jullie mooie woorden luisteren en opdat we jullie fijne grapjes proeven, over God en over zijn heil, over God en over zijn woede, als jullie het nog durven. 47' Als je weigert, zal dit je einde zijn. Ondermijnd, verkruimeld, verkoold en verstrooid door de wind, zonder terugkeer en zonder vergeving. Zonder naam, zonder aandenken en zonder gebed, voor altijd. Maar als je weer uit de modder opstaat, als je je abcessen leegmaakt, als je je in het water van de genade wast, als je het bruiloftskleed aantrekt en als je je onderwerpt aan je prachtige Heer, zul je als eerste onder de naties weer tot bloei komen, net zoals je als eerste was gevallen; en je licht zal de wereld verhelderen en je vrede zal alle harten bekoren. Men zal je zalig noemen, uit de geest en uit het hart geboren, en je zult zonder geweld over de wijs geworden volkeren regeren.

48 O geboortestad, daar ben je, als een hoop lijken die koud worden, en je oude aanmatiging zieltoogt met jou. Binnen je muren hoort men nog slechts het lawaai van het vee dat zwaar herkauwt, en men ademt nog slechts de geur van de mest die in jou verrot. Het heilige Cordon heeft je niet van de pest van de middelmatigen gered, en de slagen hebben je niet het verstand geopend. 48' O zeer spirituele hoofdstad, men zegt dat jij het meest gevorderd bent, maar het moet worden verstaan als van bedorven vlees dat al de verrotting van het knekelhuis van de dood uitzweet. Altijd wonderbaarlijk gered, zal het geduld van de Heer het op een dag moe worden en je zult in tranen en in bloed zwemmen en je zult in as verdrogen alvorens door de hemelse genade hernieuwd te worden.

49 Wat IS, is veel fantastischer en veel ontzagwekkender dan alles wat we ons kunnen inbeelden, maar wanneer wat IS in ZICHZELF is vastgehecht, zijn de ogen verblind en blijft de mond stom. 49' Geen vragen meer en geen raadsels meer voor wie het levende licht nadert dat de Heer van eeuwigheid bevat.

50 Het is nutteloos rond te rennen en ons rechts en links te roeren, teneinde te vermijden het raadsel van leven en dood te moeten oplossen, dat ons hier beneden wordt voorgesteld, want het raadsel bestaat voort en het verslindt uiteindelijk hen die het niet hebben kunnen oplossen. 50' Geen letters meer, geen cijfers meer, geen sloten meer, geen deuren meer, geen muren meer, geen gevangenissen meer, geen graven meer en geen doden meer voor wie de eenheid van de Enige vindt, tot rijping brengt en eet.

51 De winsten, de beloningen, de eerbewijzen en de benoemingen van de mensen zijn een aanfluiting voor wie de Enige heeft gevonden. Het is ook een aanfluiting voor wie hem niet hebben gevonden, maar daar ze het niet weten, vertroosten ze zich door met de wind van ijdelheid te spelen. In dat geval zou het beter zijn eenvoudig fluit te spelen, want er zou voor hen of voor de anderen niets bedrieglijks uit voortkomen. 51' Doe ons de volmaakte vreugde kennen in onze ontdekking in jou.
Doe ons de volmaakte vrijheid kennen in onze gehoorzaamheid aan jouw heilige wil.
Doe ons de volmaakte veiligheid kennen in onze naleving van jouw heilige wet.
Doe ons de volmaakte vrede kennen in onze overgave in jou.
Doe ons het volmaakte leven kennen in onze liefde in jou.
Doe ons de volmaakte tevredenheid kennen in onze rust in jou.

52 Open ons het hart en zuiver het, Heer, opdat we je geheel kunnen ontvangen en versterk onze liefde, opdat ze zich met de jouwe kan verenigen zonder in jouw glorie teniet te worden gedaan. 52' Daar waar we, na alles te hebben opgegeven en van alles afstand te hebben gedaan, ons onuitsprekelijk vervuld bevinden.
Daar waar het gebed en de lofzang plaatsmaken voor de stomme bejubeling van de heilige vereniging.

53 De schijnbare tegenstrijdigheden van de heilige boeken bestaan slechts voor hen die de eenheid van de Enige Heer niet kennen. Het is voor hen beter niet te oordelen en vooral niet te veroordelen wat ze slechts in beelden verstaan en niet in naakte waarheid. 53' We moeten beginnen met de hulp te vragen van de Heer die zijn werk in ons voltooit, want uit onszelf zijn we onmachtig iets in onze verdorven natuur te veranderen. En we moeten ook eindigen met alle vrijheid aan de Heer te laten om te vervolmaken wat hijzelf van de modder van de doodzonde heeft vrijgemaakt.

54 Wanneer we ten dode toe bedroefd zijn zonder te weten waarom, is dat omdat we ons leegmaken van de dingen van de wereld en we ons niet vullen met die van God.
Immers, het volle van de wereld weerstaat God door zijn dode gewicht, en het volle van God weerstaat de wereld door zijn levende gewicht, terwijl het lege van de wereld en van God ondraaglijk wordt verpletterd tussen de hemel en de aarde, die zich dan zonder zegen en zonder bevruchting weer samenvoegen.
54' doordringen, en zij zullen rusten in het lege van God dat de naaf is van Gods volheid. Maar dat is voorbehouden aan een klein aantal uitverkorenen, die de olie van liefde en van kennis bezitten.

55 De huichelaars verlustigen zich heimelijk in wat ze openlijk aanklagen, maar de namen die ze zich hebben gegeven klagen hen openlijk aan zonder dat ze het vermoeden. 55' Zo vindt men in "weldenkende" huichelarij "gezegende pens" en in "puriteinse" huichelarij zit "hoererij"9, want elke munt die in de wereld blinkt heeft een verborgen keerzijde waar haar ware naam is gegraveerd.


56 Beter een prostituee die liefheeft voor de liefde dan een onberispelijke vrouw die liefheeft voor zichzelf, want de eerste kent de weldadigheid van de liefde en ze oordeelt niets en doet niets geweld aan uit naam van haar beschamende liefde; terwijl de tweede slechts de jaloezie van de hebzucht kent en zij alles zonder medelijden veroordeelt en ondermijnt uit naam van haar verslindende liefde. 56' Als er onberispelijke vrouwen bestaan die liefhebben naar de liefde die zich geeft en niet naar die welke alles neemt, doe ze ons kennen, helderziende Heer en geef ze ons tot erfdeel, opdat onze kinderen naar jouw heilige gelijkenis worden gemaakt.
"Geef ons, Heer, haar die been is van onze beenderen en vlees van ons vlees volgens jouw heilige wetenschap."

57 Welke ware gelovige zou zich ten overstaan van zijn Heer en ten overstaan van zijn broeders in God durven laten voorstaan op onderscheidingen, op titels, op graden of op diploma's, allemaal belachelijke dingen vanuit het gezichtspunt van de Enige en in de ogen van de zoekers naar God? 57' Zou hij er niet beter aan doen zich geheel met het zwarte gewaad van de boetelingen te bedekken, teneinde zich de onreine vuiligheid van de zonde te herinneren die hem van alle kanten omsnoert, en teneinde in de nederigheid te blijven die Gods getrouwen past?

58 Het is het water van de genade dat het verstorven hart doet smelten en dat in ons het zuivere leven scheidt van de vuiligheid van de dood.
Het is het vuur van de liefde dat het uitgezuiverde hart bevrucht en dat het vermenigvuldigt in Gods glorie.
58' Hoe armer we zijn in alles, hoe meer de Heer ons zal vervullen met zijn geloof, met zijn vreugde, met zijn liefde, met zijn vrede en met zijn kennis die niet vergaan.

59 Díe kent ons nauwelijks en hij voedt ons al jaren in het geheim zonder iets anders als dank te vragen dan het woord van het Boek. God heeft meer intelligentie en meer gelukkige inspiratie gegeven aan een slager dan aan heel de menigte gewichtigen die in de onmetelijke stad een hoge borst opzetten. 59' Wie de dienaar van de Heer dient, zal door de Heer in eigen persoon worden gediend. Dit zal voor de intelligenten, voor de geleerden en voor de machtigen van deze wereld een harde les zijn. Op een dag zullen ze haar ten volle begrijpen, maar het zal dan te laat zijn om er gebruik van te maken en om zich te redden van de dood die hen ondermijnt.

60 Zit daar niet een dubbele zegen van God, op een plezierige manier geopenbaard? Wie zal de verbazende humor van de Allerhoogste proeven? En wie zal zijn eigen imbeciliteit ten overstaan van de Enige erkennen?
O wie zal om zichzelf huilen en wie zal er ook om lachen?
60' Hier is het de nobele asceet die het Boek van een voorwoord voorziet met zijn prestigieuze naam, na de waarheid van de boodschap te hebben voorvoeld. Daar is het de eenvoudige onderwijzer die van zijn levensbehoefte geeft om de laatste verzen van het Boek over te schrijven. Tenslotte zijn het de gelovigen van Pallandt die het werk in zijn geheel voorstellen.

61 De gewone werken spreken ons van de uiterlijke wijsheid, van buiten verstaan.
- De filosofieboeken spreken ons van de uiterlijke wijsheid, van binnen gezien.
- De heilige boeken spreken ons van de wijsheid van binnen, van binnen gekend.
- De wijze boeken spreken ons van de wijsheid van binnen, van buiten beproefd.
61' Wie kent de goddelijke Heer van leven het beste? De eenvoudige herders? De geleerde magiërs? De trouwe aanbidders? De gezegende volgelingen? De toegewijde gelovigen? Óf degene die hoedt over de heilige Maagd, die haar in het geheim helpt te baren en die het uit de hemel gekomen kindje opvoedt?
O zeer intelligenten, o zeer wijzen, o zeer gewichtigen, antwoord, als jullie in staat zijn de vraag te begrijpen.

62 Geestdrift voor de wereld en twijfelzucht voor God leiden soms de intelligentsten tot twijfelzucht voor de wereld en tot geestdrift voor God, maar vaker leiden ze de gewone mensen tot afkeer en tot wrok jegens zichzelf en jegens de anderen en tot de dood voor allen. 62' De volmaakte onderwerping aan Gods wil is niet een afgestompte of gelukzalige berusting die alle wanorde ondergaat zonder te reageren. Het is eerder een aandachtige en vreugdevolle aanvaarding die alles wat zich aandient zo goed mogelijk gebruikt zonder iets in het bijzonder te verlangen.

63 Wij klagen de sluwen en de middelmatigen aan die comités vormen onder het mom van wederzijdse hulp en van weldadigheid, terwijl ze huichelachtig slechts hun ijdelheid en hun hebzucht dienen ten koste van de zwakken en van de armen die afgezonderd zijn in de wereld. 63' Wie het ding van het Boek heeft gevonden, kan het Boek verbranden om het ding te koken, want wat hij uiteindelijk zal verkrijgen is meer waard dan het Boek en dan het ding.
"Geen enkele sluwerd zal de eenvoud van het ding binnendringen of zijn zuiverheid benaderen, want de sluwheid kleeft hen vast aan de schors en ze belet hun het binnenste dat leeft te zien."

64 Morgen zal het donker zijn, morgen zal het koud zijn, morgen zullen we dood zijn, morgen de verrijzenis en het oordeel. Zien jullie niet dat morgen zich vandaag noemt? Zien jullie niet dat vandaag jullie in zijn greep houdt en jullie doodt zonder dat jullie iets anders doen dan voor hem uit te rennen in de stompzinnige hoop hem op afstand te houden? 64' Wie zal in rust blijven en wie zal voor dood spelen, opdat vandaag over hem heen gaat zonder zich te bukken om hem op te rapen en om hem in de tijd vast te pinnen? Wie zal het respijt van vandaag benutten om de gisterens in de enige levende werkelijkheid van Gods enige vandaag te versmelten?

65 Wie begint met zich geweld aan te doen, wordt harder in hoogmoed en in huichelarij in plaats van zich open te stellen voor de genade die ontbindt in de overgave van de eerste nederigheid. 65' Men moet weken en oplossen alvorens te drogen en te koken, want wie begint met koken, hecht de vuiligheid van de zonde vast in plaats van haar weg te nemen.

66 Zij die denken Gods geboden, evenals de menigte verboden van de mensen, op eigen kracht te kunnen naleven, bezwijken onder de fantastische last en kruipen ellendig in de modder van de zonde, terwijl ze zich hogerstaand voordoen tegenover degenen die hun zwaktes niet verdoezelen. Zo worden huichelarij, hoogmoed en hardheid geboren en worden ze sterker, door teveel zelfvertrouwen en niet genoeg geloof in God. 66' We moeten beginnen met Gods hulp te vragen zonder ons teveel bezig te houden met de staat waarin we zijn, want hij zal zelf orde brengen in zijn huis als we hem naar believen laten doen zonder hem te belemmeren door onze blinde inspanningen. De naleving van zijn wetten zal dan een licht werk voor ons worden in plaats van een ondraaglijke last voor ons te zijn, en we zullen op natuurlijke wijze in zijn heiligheid zwemmen, zonder inspanning en zonder vermoeidheid, zoals degene die in het grote water drijft.

67 De ouders die al het werk in huis doen, laten de kleine kinderen geloven dat hun hulp onmisbaar is, terwijl zij niets doen dan hen belemmeren en dan hen ophouden in hun taak. En de ouders laten hun kinderen zelfs geloven dat ze al het werk alleen hebben gedaan; en de trots van de kleine kinderen doet de grote mensen glimlachen, die wel weten in wat voor chaos het huis zou vervallen als zij er niet waren om het in orde te houden. 67' Zo doet God al het werk in ons en wanneer wij geloven hem door onze inspanningen te helpen, doen we niets dan hem tegenwerken en dan hem ophouden, maar ook hij glimlacht vaderlijk en hij laat ons geloven dat we nuttig zijn, teneinde onze ontluikende goede wil niet te ontmoedigen; want wanneer wij in Gods geloof en liefde groot zijn geworden, zullen we hem kunnen helpen door in onze harten naar zijn woord te luisteren en door het in de wereld te openbaren.

68 Wij zeggen jullie niet dat jullie niet moeten bidden, dat jullie niet moeten loven, dat jullie niet moeten rusten en dat jullie niet moeten handelen. Wij zeggen jullie dat jullie je steeds meer moeten wegcijferen en God in jullie moeten laten bidden, loven, rusten en handelen, opdat jullie in zijn opbouwende vreugde drijven in plaats van in jullie machteloze droefenis weg te zakken. 68' Laten we in Gods richting trekken en duwen en nooit in onze persoonlijke richting, en alles zal precies gaan zoals we het willen, onbelemmerd en zelfs met een verbluffend gemak, want de almachtige hand handelt voor ons en we hoeven haar slechts nederig te volgen in plaats van ons er ijdel tegen te verzetten.

69 Wat is er voor de onderrichte gelovigen schandalig aan om te vernemen dat de verering van de Heer in werkelijkheid wordt volbracht in onze harten, zonder tussenpersonen, en niet in beeld op de stenen altaren door de bemiddeling van ambtenaren? Die zijn echter noodzakelijk om de openbaring van de heilige Schriften te bewaren en over te leveren. 69' Zij die hoogtevrees ondervinden zijn beter af met een blinddoek voor de ogen, en zij die kreupel zijn hebben er voordeel bij zich van krukken te bedienen, maar op voorwaarde dat zij die hen begeleiden geen blinddoek of krukken hebben en dat ze er geen opdringen aan hen die de bodem van de dingen zien en die alléén naar Gods heil lopen.

70 Sommigen geloven alles te verstaan en ze ergeren zich, want ze vatten slechts de schors van het woord, dat hen zodoende belast in plaats van hen te bevrijden, als ze het in hun innerlijk waarnamen. 70' Laten we eenvoudig en vrij zijn in onze harten en we zullen niet meer ingewikkeld of slaaf zijn in de wereld.

71 De roerigen, de hebzuchtigen en de gewelddadigen hebben de wereld overspoeld, en de plaats van hen die waarachtig God zoeken is piepklein geworden en ze zal weldra helemaal verdwenen zijn. 71' Dán zal de Heer de zijnen in het onvergankelijke en vredige koninkrijk verzamelen en zal hij de verstotenen overgeven aan de dollemansronde van de hel in het dode stof.

72 Wij hebben al geen plaats meer in deze wereld waar de harten zo hard als het ijzer en als het cement van de dode tempels worden. 72' Hoe harder en meedogenlozer ze zullen worden, hoe meer ze zullen worden geslagen en hoe meer ze zullen worden verkruimeld in de dood.

73 De revolutionairen worden door God verbrand, maar ze weten het niet. Wie zal hun de verbazende nabijheid van de Enige openbaren? Wie zal hen van aangezicht tot aangezicht brengen met het goddelijke vuur, opdat ze hun Heer herkennen? Wie zal hen terugleiden tot de goddelijke gerechtigheid, het enige dat hen ten volle kan bevredigen? 73' Het is moeilijker díe in hun harten te bekeren dan de kudden middelmatigen en huichelaars in de lauwheid van hun zieltogende geloof te onderhouden. Maar wat een prachtige en dichte oogst om aan de Allerhoogste aan te bieden, eerder dan dat stro zonder graan dat de wind in het stof van de wereld verstrooit!

74 De godsdienstigen en de gelovigen hebben uiteindelijk Gods levende werkelijkheid verward met de symbolen en met de historische figuren die haar versluieren, hetgeen hen in afgoderij onderdompelt zonder dat ze zich er rekenschap van geven.
"Wie is schuldig? Degene die Gods waarheid doet schijnen, of degenen die haar niet ontvangen?"
74' Begrijpen we waarom allen de rug buigen voor de kwaadaardigheid van de opstandige en waarom allen heden het goddeloze dogma van wetenschappelijke vooruitgang en van materieel geluk in deze gevallen wereld aanhangen? Waarom allen vandaag de installatie van de mensheid in de hel zonder uitweg ter hand nemen?

75 De enen en de anderen zijn bespiegelend geworden, en er zijn onder hen geen operatieven meer om zich te verzetten tegen de overstromende vloed van de wetenschap van buiten die de wereld overspoelt. 75' De Heer onderwijst de wetenschap in het geheim, en zij ontheiligen haar in het openbaar. De Heer geneest de zieken, en zij vergiftigen de gezonden. De Heer doet de doden verrijzen, en zij doden de levenden.

76 Tenslotte hebben de ongelovigen, die slechts de afgoderij van de beelden en van de eenlingen zien, alles zonder onderscheid afgewezen, maar ze zijn in een nog ergere afgoderij gevallen, namelijk die van de materie, die hen verzegelt in de dood zonder terugkeer. Want de essentie, de substantie en de vuiligheid zijn er onontwarbaar verwikkeld, en als ze ertoe komen om de brute materie te gebruiken, kunnen ze er niettemin niet in slagen haar elementair te scheiden, en als ze ertoe komen haar te scheiden, is het met zo'n geweld en zo'n verstrooiing, dat ze haar niet opnieuw in haar zuiverheid kunnen herenigen, want ze is voor hun met kwaadaardigheid en profane wetenschap gevulde ogen verdwenen. 76' toegepast aan de oppervlakte van de dingen, ofwel draait ze duizelingwekkend in het rond zonder vooruit te komen, en wanneer ze het binnenste van de dingen zoekt, is dat om het te vervluchtigen. Maar in werkelijkheid vernietigt ze niets, en zo zinken ze steeds meer weg in de hel die ze zich hebben geschapen.

  De geest van de wijze wordt beheerst door één enkel vast idee: niet ingrijpen, de natuur en de tijd laten handelen.

LAO TSÉ


  Alle dingen onder de hemel worden geboren uit wat beweegt, en wat beweegt uit wat rust.

LAO TSÉ



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek