Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK XVIII

  Ah! De herders zijn stompzinnig. Ze hebben IEVE niet gezocht, zo hebben ze ook niet gedijd en heel hun kudde is uiteengedreven.

JEREMIA


  En ik op mijn beurt, ik heb jullie verachtelijk en veil gemaakt voor heel het volk, omdat jullie mijn wegen niet bewaken en omdat jullie rekening houden met de personen wanneer jullie de wet toepassen.

MALEACHI



VIE NEUTRE HET WACHTEN

1 Op die dag zullen we meerderen in hetzelfde lichaam en in dezelfde geest zijn, en het mysterie van de communie in de schoot van de Enige zal aan de gelovigen worden geopenbaard, zonder dat ze het hoe of het waarom van de heilige vereniging weten. 1' Wijsheid is in vrede rusten en de hernieuwing van de schepping van de Heer aandachtig gadeslaan. Heiligheid is zwijgen en in zichzelf naar de stem van de Enige luisteren.

2 Het is een grote verlossing bereid te zijn dit leven op welk moment dan ook te verlaten, in de hoop op de dag van de Heer. 2' Het valt hard te geloven zonder te hebben gezien, en wie kan nochtans zien zonder het ongelofelijke waanzinnig te hebben geloofd?

3 Sommigen werken als dollemannen op onheilspellende plekken om de dood te vervaardigen die hen zal verminken, die hen zal vergiftigen of die hen zal doen vervliegen, en ze grinniken wanneer men hun van de hel spreekt, want hun kleine intelligentie en hun belachelijke hoogmoed hebben hen helemaal verblind. 3' Satan is zoals wijzelf een verborgen en gebrekkig licht, maar dat met alle middelen de hier beneden afgedwaalde zielen tot zijn ongelukkige gezelschap probeert aan te trekken, in plaats van zich te onderwerpen en terug te keren in de zeer zuivere schoot van de goddelijke schittering, zoals de wijzen, de heiligen en de gelovigen van God hopen.

4 Van kunstgrepen levend in een nepwereld verzamelen ze de meest afschuwelijke lichamelijke en geestelijke ziekten en ze spreken van hun wetenschap die de mensheid zal redden, want hun oude ondergrond van opstandigheid heeft hen doof gemaakt voor de stem van de goddelijke wijsheid. 4' Wie anders dan de rechtvaardige en helderziende Heer kan de opstandige oordelen? Voor ons volstaat het 't goede te doen en ons vertrouwen te stellen in God alleen.
"De hel is gevuld met vuur, met machines, met stank en met geschreeuw. Het paradijs is vol met licht, met bloemen, met parfums en met gezang."

4" Niets voor de man opgestaan tegen God.
Niets voor de vrouw opgestaan tegen de man.
Niets voor het kind opgestaan tegen de vrouw.
Niets voor de wereld opgestaan tegen het kind.

5 De sluwe zegt nooit openhartig zijn naam, hij verkiest zich te verbergen onder een valse identiteit, óf hij zegt "IK". 5' Ik ben de essentie, ik ben de substantie en ik ben de knoop, zegt de Heer van het middelpunt.
"De schors." "De amandel"

6 De gelovigen postuleren de goddelijke ziel, de heiligen en de wijzen broeden erop en openbaren haar hier beneden; maar de slechten en de bruten lopen vast in het voorgeborchte van de vergetelheid en slinken weg in de duistere periferie. 6' De goddelijke zielen neigen er van nature toe zich van de korst van de zonde te scheiden en zich weer bij hun zuivere en levende eeuwige middelpunt te voegen.
"De profeten zijn het in de modder van deze wereld verstrooide goudstof komen inzamelen."

7 We moeten onverschillig worden voor de materiële goederen en als afwezig voor de geestelijke gaven, teneinde de gelukzaligheid van de goddelijke vereniging ten volle te kunnen proeven. "Ziedaar de armoede voor de wereld, en ziedaar de rijkdom in God." 7' De ontelbare schorsen van de schepping trekken de mensen veel beter aan dan de substantiële amandel die erin is opgesloten. Zo verkiezen velen de spitsvondige en oppervlakkige uitleggingen die hen in het getal doen afdwalen boven de beknopte en diepe gedachte die hen in het middelpunt van het licht van de Enige zou stellen.

8 Als we de leer van de heilige Schriften systematisch wilden ontwikkelen, zouden we uiteindelijk waarnemen dat heel de schepping als de wonderbaarlijke bibliotheek van het vlees geworden Woord is. 8' De intelligentie is ons gegeven, opdat we haar in toom houden en ze tot onze verlossing dient, en niet opdat ze ons verplettert en ons ketent in deze gemengde wereld.

9 Wie helder in zichzelf begint te zien is waarlijk niet trots op zijn leven in deze wereld, vervolgens schaamt hij zich er zelfs niet meer voor, wanneer hij de zwakte kent van zijn gesteldheid van schepsel vleesgeworden in de duistere en kwalijk riekende modder. 9' De zonde is wat in ons de stank verwekt van de ellende, van de misdaad, van de ziekte, van de aftakeling en van de dood.
"Wie kan zich erom verheerlijken hier beneden op de mesthoop te wonen? En wie kan zich erop beroemen zich van zijn kwade geur te hebben gezuiverd?"

10 Wie is de grootste onder de gevangenen van de duistere en stinkende kerker?
- Wie is de meest achtenswaardige onder hen die in het dode spoor van de dood verrotten?
- Welke is de bekendste, maar welke vooral is de beste?
- Welke is de meest geëerde, maar welke vooral is de nuttigste?
- Welke is de intelligente, maar welke vooral is de heilige en welke is de wijze?
- Welke is de geredde, en welke is de redder?
- Wie dient, en wie wordt waarachtig gediend?
10' Wie zijn brood deelt, of wie het maakt voor allen?
- Wie de kerker reinigt, of wie hem organiseert?
- Wie troost, of wie verzorgt?
- Wie bidt voor de verlossing van allen, of wie lijdt met de verdoemden?
- Wie in opstand komt in de slavernij, of wie zich erin installeert?
- Wie goed gedrag predikt, of wie de verborgen uitweg toont?
- Wie de sloten van de dood wil forceren, of wie zoekt naar de sleutel die ze alle opent?

11 De dichters en de kunstenaars bezingen de verloren schoonheid, maar zeer weinigen weten dat ze huilen om hun verloochende Heer.
"Het kwaad IS niet, maar het blijft als het omhulsel van wat IS."
11' Zelfs wanneer God de wijze en heilige mens inspireert, blijven het mysterie van de schepping, dat van de val en dat van de regeneratie nog naar zijn maat en is het resultaat van zijn zoektocht niet verzekerd!

12 Allen vragen zich af wat de anderen er van zullen denken, maar niemand overweegt ooit wat God ervan zal zeggen. 12' De ergste bekoring is de wereld te willen hervormen en redden in plaats van zijn eigen geluk en zijn eigen heil te maken.

13 Er is slechts één antwoord op de aantrekkelijke of afstotelijke bekoringen en op het ongerijmde van de huidige wereld. Dat is het gebed van de heilige, de rust van de wijze, óf het lachen van de afwezige! 13' O subtiele valstrik, o fantasmagorie van de wereld van beelden! Het volstaat dat we één enkele keer gelijk hebben in God, en de tegenstrijdigheden en de goedkeuringen van de wereld zullen ons niet meer raken.

14 Gods wijzen en heiligen zijn net zo intelligent als wie dan ook, maar ze hebben meer vertrouwen in de kennis en in de liefde van hun Heer dan in hun afzonderlijke bekwaamheden. 14' Wie in God gelooft is als wie nergens meer in gelooft in deze wereld, maar met dit verschil dat de eerste vreugdevol is, terwijl de tweede wanhopig is.

15 Als we het werk van een mens afwijzen, pech voor hem; maar als we het werk van God verwerpen, pech voor ons. Zo is het beter geen kennis te hebben van het woord van de Heer dan het te weigeren wanneer het ons wordt voorgesteld. 15' Hoe steigeren de huichelaars voor de waarheid en voor de eenvoud van Gods woord, wanneer ze het niet in dienst kunnen stellen van hun platheden van lafaards en van hun veiligheid van blinde stervenden! De wormen zijn beslist veel intelligenter!

16 We zullen zonder onderscheid kunnen handelen of rusten wanneer we gelijkelijk lachen om onze geleerde werken en om onze belachelijke vermommingen. 16' Het is onze afwezigheid die zijn aanwezigheid toelaat, en het is onze afstroping die ons koningschap maakt.

17 Voor de geïnspireerden, de openbaring.
Voor de intelligenten, het onderricht.
Voor de vaardigen, het werk.
Voor allen, de opvoeding.
Voor de geharde bruten en voor de schurken, de zweep.
Voor de verklikkers, de dood.
17' De Heer alleen kent de rang en de kwaliteit van ieder van zijn gezondenen en hij doet ze op verschillende wijzen schijnen voor het onderwijs van de onwetenden, voor de waarborg van de gelovigen, voor de verlichting van de heiligen en voor de verrijzenis van de wijzen.

18 Wie kan in een sappige vrucht bijten zonder de goddelijke tuinman te bedanken?
- Wie kan de volmaakte welving van een vrouwenborst aanschouwen zonder de prachtige kunstenaar te loven?
- Wie kan naakt op het warme zand rusten zonder naar zijn Heer te glimlachen?
18' Helaas! Heden zit de worm in de vrucht, zit de parasiet in het zand, zit de kwaadaardigheid in de vrouw, en woont de dood in ons.
- Wie zal ons van de ontsteking van de rottende vreemdelinge verlossen?
- Wie zal ons het gehele genot van het leven zonder vermenging teruggeven?

19 Wie kan zich levend en gezond voelen zonder een liefdeshymne voor zijn schepper te zingen?
En wat anders deed onze vader ADAM in de tuin van Eden?
19' O mooie Heer van mededogen, kom tot ons die je wanhopig en waanzinnig in onze verbannen harten bidden.
- Verlos je welgeliefde kleine kinderen alvorens de gruwel hen geheel verzwelgt.

20 Geen enkele slechte zal ingaan in de vrede van de Heer en geen enkele sluwe zal de boom van leven ontdekken, want de slechten zullen door hun slechtheden worden verpletterd en de sluwen zullen door hun listen worden verstrikt. Het is Gods rechtvaardigheid die niemand ondermijnt, maar die aan ieder zijn eigen loon teruggeeft. 20' Wie door iemand anders geweld wordt aangedaan kan een goedwillige verdediger vinden of zelfs vluchten voor zijn beul of zijn medelijden opwekken; maar wie zichzelf geweld aandoet, door wie zal hij worden verdedigd en door wie zal hij worden verlost?
"Wie wakker en sterk is in God schijnt ingeslapen en zwak in de wereld."

21 De schepping is als Gods verbeelding gestold door het Woord. De rust is als de goddelijke verbeelding vloeibaar gemaakt door de Heilige Geest. 21' Het leven eet het leven en het leven verenigt zich met het leven; wat is daar onherstelbaar en wat is daar droevig aan?

22 De ware wijsheid bestaat er niet in als voorzichtige blinde een vergankelijk leven te leven in deze gemengde wereld; het is eerder het van de dood gelouterde leven zoeken, ontdekken en eten, teneinde ook zo te worden, onsterfelijk en zuiver. 22' De wijsheid van de mensen is slechts een gedwongen schikking met het bederf van de dood.
- De goddelijke wijsheid is het bezit van het eeuwige leven en de verlossing van de dood.

23 De heilige en wijze boeken zijn wel noodzakelijk om de Heer te leren kennen, maar een spade en een gieter zijn niet onnuttig om de heilige Moeder te naderen. 23' Er is een groot verschil tussen de intelligentie van de mensen en die van God, maar weinigen begrijpen dat.

24 Zij die liefde zaaien zullen door liefde worden verlost. Zij die haat zaaien zullen door haat worden verpletterd. Met een beetje geduld is dit gemakkelijk te verifiëren in de wereld. 24' De werkelijkheid is wat de mens duidelijk genoeg vlees doet worden om het in de wereld voelbaar te maken.
- Het ideaal is wat de mens niet krachtig genoeg vlees doet worden om er hier beneden leven en lichaam aan te geven.

25 Wie zich bezighoudt met zijn eigen geluk en met zijn eigen heil wordt er niet toe verleid de wereld te verstoren onder het valse voorwendsel de mensen te redden en hun zijn geluk en zijn vrede te geven, die voor de anderen in werkelijkheid "geweld, dwang, slavernij, ellende, wanhoop en dood" heten. 25' of glorie, maar zeer zeker aanschouwing, gebed, liefde en leven dat steeds in ons en rondom ons kiemt.

26 Wie zichzelf geen geweld aandoet is een wijs, gelukkig en geliefd mens, want hij wordt er evenmin toe verleid de omgevende natuur of de andere schepsels te dwingen. 26' Het ware geluk is uitgerust genoeg, onbaatzuchtig genoeg en leeg genoeg te zijn om Gods innerlijke stem te verstaan en om zijn zegen onbelemmerd te ontvangen.

27 O gelovigen van God, herken de authenticiteit van de stem die jullie oproept tot de aardse regeneratie en tot de hemelse vereniging. "Zullen wij God en zijn heiligen altijd benaderen om vunzig te bedelen en nooit om onbaatzuchtig te loven?"
27' De onwetenden en de huichelaars dienen zich aan als droevige, strenge en saaie pionnen, terwijl Gods heiligen hartstochtelijk, vrolijk en vrij zijn. Zo ingewikkeld en onheilspellend als de enen zijn, zo eenvoudig en rechtschapen zijn de anderen.

28 De grootste dwaling voor de mens is als de grootste twijfel en als de grootste schuchterheid jegens God; en omgekeerd is de grootste waarheid als het grootste geloof en als de grootste familiariteit met hem. 28' Wie het Boek heeft versleten begint met God te leven.
- Wie het heeft begrepen begint in God te leven.
- Wie het heeft ervaren begint God te leven.

29 De schepping is een geheim van God dat zeer weinigen helder hebben gekend of zullen kennen, en dat vernedert de intelligenten van de wereld die er niet in kunnen slagen het met hun kleine intelligentie te doorboren. 29' Er zijn ook veel ongelovigen, maar er zijn zeer weinig zonen van God bereid om het ongelofelijke te openbaren, want waar zou dan de verdienste van onze zoektocht zijn? En hoe zou de hiërarchie van de toekomstige wereld worden gevestigd?

30 De waarachtige wijze is als een klein kind dat de goddelijke natuur volgt en dat zich doet gehoorzamen door de elementen zonder er anderszins verbaasd over te zijn. 30' God heeft in de zuivere mens gerust om van zijn eigen zo wonderbaarlijke en zo afwisselende schepping te genieten.

31 Laten we als we vallen of als we menen te vallen, de ogen gericht houden op onze mooie Heer van eeuwigheid in plaats van de modder te analyseren waar we jammerlijk in worstelen sinds de eerste val, want het is noch de intelligentie noch de hand van de mens die het ware scheiden van het valse en die redden van de dood, maar eerder de genade en de liefde van de zeer geleerde en almachtige Heer die zijn welbeminde kinderen vergeeft en verlost. 31' Nadat ik afstand had gedaan van de modder van buiten, gaf mijn Heer mij een parel; nadat ik afstand had gedaan van de parel, bood hij mij een diamant aan; nadat ik afstand had gedaan van de diamant, stelde hij mij een robijn voor; maar aangezien ik de hand niet hebzuchtig uitstak, gaf hij zichzelf, en ik at mijn Welgeliefde voorzichtig, teneinde niet dood te gaan aan zijn grote volmaaktheid.
"O enige redder van de levende van eeuwigheid!"

32 Edelmoedigheid jegens de anderen en jegens zichzelf is de beste belegging die men kan doen in deze wereld en in de andere; laten we dus een beetje van ons goed geven voordat men alles van ons neemt en laten we onze hulp niet weigeren aan de nederige zoekers naar God. 32' Eenieder zal uiteindelijk slechts te maken hebben met de goede of slechte beelden van zijn afzonderlijke geloof. Alleen wie op God heeft gehoopt zonder zich iets in te beelden, zal ten volle van de rust en van de vrijheid van de Enige genieten.

33 Niets te hopen te midden van de goddelozen en van de middelmatigen.
Evenmin iets te hopen onder de intelligenten en de geleerden van de wereld.
Niets te doen, vooral, in het gezelschap van de huichelaars en van de slechten.
33' Onze naaste is degene die ontwaakt voor Gods werkelijkheid en niet degene die inslaapt in de droom van het beest. "Wie kan zich erop beroemen zijn Heer te onderhouden te midden van slecht gezelschap?"

34 Laten we Gods wijze kinderen niet steeds met indiscrete en ijdele vragen lastigvallen; laten we ons eerder inspannen om in stilte de gedachte van hun hart waar te nemen die ons naar het leven en naar de rust van de schittering van de Enige zal leiden. 34' Wie zal ons naar de woning van Gods wijze leiden en wie zal ons aan hem voorstellen? Wie zal ons de heilige plek tonen en wie zal voor ons het licht ontdekken dat er in het geheim woont? O verborgen kribbe, o eerste en laatste geheim!

35 Laten we onvoorzichtig zoeken naar de levende die ons van de grafkuil van onreinheden kan redden en laten we vluchten voor de zieltogenden en voor de doden die ons in hun imbeciele en voldane duisternis meeslepen.
"Op hoeveel wereldse wijzen heeft men vergeten het etiket “nep” te plakken!"
35' Velen zijn zo ingeslapen dat ze zichzelf vergeten in ijdele of onheilspellende bezigheden, en zeer weinigen zijn wakker genoeg om zichzelf te zoeken in de heilige boeken en om zichzelf te vinden onder de sluier van de gemengde schepping.

36 Wat we nodig hebben zijn geen geleerden en denkers, maar eerder één enkele wijze kenner en één enkele heilige bezitter van Gods geheim. 36' O heilig licht van leven dat schijnt in de duisternis van het einde, hoevelen hebben jouw heil gezien? En hoevelen zullen het zien vóór het definitieve oordeel?

37 Het behoort ons niet toe ten overstaan van allen de geheime schoonheid van Gods schepping te ontsluieren, het behoort ons alleen toe zijn bestaan in het hart van de mens en van het Universum te bevestigen. 37' O vluchtig leven, de Heer van de hemel zal je bevruchten en zal je vasthechten in de vrede van het heilige goud, en je glorie zal de werelden verlichten en je deugd zal de dorst lessen van de gelovigen van het grootse Universum.

38 Hoe wordt alles ons om het even en licht wanneer we de liefde en de vrijheid van de Enige proeven, en hoe verscheurt en verplettert alles ons wanneer we ons hartstochtelijk aan de wezens en aan de dingen van de vergankelijke wereld hechten. 38' Laten we niet zozeer vrezen te zondigen in het kleine, laten we eerder vrezen God en zijn schepsels niet lief te hebben zoals het hoort en laten we ervoor duchten ons te gedragen als voldane huichelaars in deze verdeelde en verduisterde wereld.

39 Verleen ons de afwezigheid van onszelf, Heer, opdat we van jouw heilige aanwezigheid genieten en opdat we jouw verborgen waarheid vinden die redt van de dood. 39' Maak dat we slechts jouw waarachtige stem verstaan, maak dat we slechts jouw stralende aangezicht zien, maak dat we slechts jouw levengevende adem ontvangen, o heilige en gesluierde schoonheid!

40 Het volstaat niet te studeren, we moeten ook begrijpen wat we bestuderen; en waar is het goed voor te begrijpen als we Gods waarheid niet in onszelf ervaren? 40' Gebed en lof zijn geen doel op zichzelf, maar eerder het aanleren van de stilte in God, het enige dat ons volledig onderricht.

41 Velen zijn onheilspellend geworden door zich voortdurend serieus te nemen; laten we dus de Heer bidden, opdat hij ons leert te lachen om onszelf voordat de valstrik van de wereld zich voor altijd over ons gesloten heeft. 41' God is vrij en levend, daarom verstaat hij ook zoals het hoort de ongerijmde humor van de dood en de verbluffende vrijheid van het leven. "Leve onze Heer het vuur die vlees wordt in onze meesteres het water!"

42 De godsdiensten van tranen en van berouw zijn voor de in de dood afgedwaalde wezens. De godsdienst van vreugde en van vrijheid is voor Gods in het leven hervonden zonen. 42' We zullen hier beneden en elders slechts verkrijgen wat we kunnen verstaan, zien en proeven zonder gevaar ten onder te gaan, want de Heer doet niemand geweld aan, al was het door de onschatbare gave van het eeuwige leven.

43 Wie zou de intelligentie hebben om in zichzelf naar de stem van de Allerhoogste te luisteren, en wie zou de wijsheid hebben om zich ernaar te voegen? Die zou zien dat de grootste onderwerping aan God de volmaakte vrijheid verwekt in deze wereld en in de andere. 43' De goede wil in God doet niets geweld aan, zelfs niet zichzelf. De goede wil in zichzelf doet alles geweld aan, zelfs God.
"Wie legt de amandel bloot en wie doet het zaad kiemen? Is het niet de geest van de almachtige Heer?"

44 De voorzichtigen die heden de Schrift afwijzen zullen de hoeders worden van de kostbare woorden. O zeer subtiele humor van de Volmaakte, die het licht van de kinderen van de hemel doet hoeden door de blinden! 44' De ware vrijheid is als een heilige waanzin die zichzelf kent en die zichzelf bewaart in God.
"Wie zou Gods zonen kunnen beletten in bezit te komen van hun heilige erfenis?"

45 Er waren tien jaar nodig om het Boek te schrijven; wie zou dus weigeren het gedurende eenzelfde tijd te lezen alvorens nutteloze vragen te stellen?
"Hoe meer we in de modder roeren, hoe troebeler hij zal worden, en hoe meer we hem laten rusten, hoe meer hij op natuurlijke wijze zal klaren."
45' Door rechtstreeks naar het levenslicht te willen gaan, riskeren we ons tegen de ruit van de menselijke rede uit te putten en de tocht van de goddelijke inspiratie niet te voelen die door de nauwe deur komt, verborgen in de schaduw van onze aardse gevangenis.

46 Het nut van het lijden is ons te doen walgen van onze ballingschap in deze met dood gemengde wereld. 46' Wie alles weet is als wie niets weet, met dit verschil dat de eerste vrij is, terwijl de tweede slaaf is.

46" De verboden, de scheidingen, de inperkingen en de blinde oordelen zijn in onze hoofden en in onze harten alvorens in onze huizen en in de wereld te zijn.

47 Wanneer men vraagt aan wie heiligerwijze in vereniging met God op deze aarde heeft geleefd: "Wat heb je aan goeds gedaan?", zal hij antwoorden: "Niets", want alleen de slechten zullen zich verontschuldigen in de ijdele hoop hun ontelbare misdaden te verbergen. 47' Het is onze stilte die God toestaat zijn heilige waarheid in ons uit te spreken en het is onze rust die hem toestaat zijn uiterste volmaaktheid in ons te voltooien.
"Soberheid, Eenvoud, Eenzaamheid, Heil, Heiligheid."
"Oplossing, Zout, Gezondheid, Hulp, Wijsheid."7

48 Laten we de ladder van liefde en van kennis beklimmen zonder ijdele discussies over hoe de sporten vast te grijpen en zonder ijdele spijtgevoelens over wat we beneden laten. 48' Zie ons daar overspoeld door de geleerden en door de intelligenten van de wereld, die ons alle dingen uitleggen, maar die ons niets van het onvergankelijke leven geven.

49 Een groot mens is hij die God in zijn hart aantrekt, die hem in het lichaam vasthecht en die hem in zichzelf en in de wereld openbaart. 49' Het gaat er hier niet om over woorden te redetwisten; het gaat er eerder om de God te vinden die ons van de dood verlost.

50 Laten we zondaars zijn die soms het goede doen eerder dan vromen die vaak het kwade doen. 50' Alles wat edel, edelmoedig en groot is, schrikt de middelmatige wezens af en wekt hun haat op. "Alleen de liefde zou hen nog kunnen redden."

51 Niemand zou degenen kunnen haten voor wie hij ten overstaan van God bidt, want zij zijn als de borgsom van zijn overwinning over de dood die ons hier beneden heeft verstrooid. 51' Laten we goed opmerken dat Gods handelen ertoe neigt zacht te verenigen, terwijl het handelen van de demon ertoe neigt bruut te scheiden.

52 Wanneer we het voortbestaan van het verborgen leven hebben bereikt, zullen we alles in stilte verdragen en zullen we de catastrofes van het ongerijmde glimlachend meemaken. 52' We zullen worden verlicht door wat we niet hebben uitgevonden, en we zullen worden gered door wat we niet hebben gedaan. (Vreemde uitspraak voor de intelligenten en voor de geleerden van deze wereld.)

53 We moeten God en zijn schepsels liefhebben om henzelf en om wat ze werkelijk zijn, en niet om onszelf en om wat ze lijken te zijn. Zo is de waarachtige liefde. 53' De waarheid geeft de onwetenden aanstoot, daarom blijft ze versluierd in de wereld en wordt ze slechts getoond aan wie afstand heeft gedaan van elke menselijke hartstocht en elk menselijk oordeel.

54 Het Boek is niet voor de geleerden van de wereld, noch voor de voldanen, noch voor de roerigen, noch voor de verkochten, noch voor de goddelozen, noch voor de sektariërs. Het is vooral niet voor de huichelaars. 54' Zijn er op de aarde nog slechts mensen die voldaan zijn met hun kleine intelligentie en gerustgesteld door hun armzalige rede? Zijn er hier beneden nog slechts herkauwers van onwetendheid en verzadigden van ijdelheid?

55 Weggezonken in de modder, moeten we ons dagelijks wassen. In de rondte draaiend, moeten we volharden in onze opmars naar God. Blind en doof, moeten we zoeken naar het licht van de Volmaakte en luisteren naar zijn heilige woord. 55' Rust, stilte, gebed, meditatie, zelfvergetelheid zijn de middelen om te komen tot de heilige aanwezigheid en tot de communie met God, die ons alles zal verlenen wat we hem vragen.

56 Velen wanen arglisten tegen God te gebruiken zonder te zien dat het God is die met hen speelt.
"Jammerlijke verblinding, belachelijke zege!"
56' Laten we, na tot de edelmoedige Heer te hebben gebeden, altijd dit toevoegen: "Verhoor mijn verlangen, almachtige Vader, als dat mij of jouw kinderen niet zal schaden."

57 Wie zijn tong in toom houdt, vermijdt de meest voorkomende gelegenheid om te zondigen die er is. 57' De man van gewicht en de verheven vrouw verwekken de volmaakte wereld.

58 De eerste vrijheid en macht zijn als het uitgaan uit het individuele bewustzijn en als de onderdompeling in het goddelijke bewustzijn waar God eeuwig handelt en rust. 58' Alle redetwisten over woorden zijn armzalige dingen ten aanzien van de tastbare werkelijkheid van de vlees geworden Heer die onze ogen zien, die onze handen aanraken, die onze mond proeft en die ons hart in het geheim beschut.

59 Het waarachtige geloof in God en in zijn heil kan slechts geboren worden en groeien in de absolute vrijheid van de afzonderlijke keuze. 59' De Vader is verborgen in de Zoon zoals de Zoon is verborgen in de Moeder en zoals de Moeder is verborgen in de duisternis van onze harten.

60 Laten we arm genoeg en eenvoudig genoeg worden, opdat niemand ons kan beroven of ons vernederen, óf laten we rijk genoeg en onderricht genoeg worden, zodat niemand in staat is ons arm te maken of ons teleur te stellen. 60' Als God in ons woont en ons overspoelt, zullen wij ook Gods werken doen als welgeliefde zonen van de liefde vervuld. "Wat is het goed naar onze God te luisteren, en hoe bevrucht zijn Woord ons wonderbaarlijk wanneer wij zuiver, eenvoudig en gelovig zijn bevonden!"

61 Er is een waanzinnige edelmoedigheid en een onzinnige liefde nodig om onze vijanden te vergeven en te zegenen, maar er is een heilige nederigheid nodig om hun vergeving te vragen voor het feit dat wij gelijk hebben tegenover hun haat en tegenover hun verblinding. 61' Als God niet in ons overgaat en als wij niet in onze naaste overgaan, zullen we de zegen die van de dood redt niet kunnen ontvangen en overleveren.
"De slechten straffen zichzelf voor hun slechtheid door de hulp van de Heer en die van de heilige en wijze mensen af te wijzen."

62 Dat ieder God in de geheime tabernakel van zijn hart eert en dat ieder naar de innerlijke profeet luistert die hem naar de Zeer-Enige, naar de Zeer-Volmaakte, naar de Zeer- Levende, naar de Zeer-Zuivere zal leiden. 62' Alles is mogelijk voor ons, Heer, wanneer jij in ons verschijnt, maar zie ons daar, wanneer jij je terugtrekt, onmachtiger en stompzinniger dan de stenen van de weg.

63 Liefde, schoonheid en gave staan de middelmatigen en de huichelaars tegen, want zijzelf zijn haatdragend, lelijk en platvloers, en daarom pogen ze alles wat hen te boven gaat te bezoedelen en te verstikken. 63' Het is de Heer die ons voor altijd heilig en levend maakt, maar wij zijn het die de geheime toegang tot onze harten verlenen of weigeren.

64 God is het die ons voor de zoektocht naar het leven tekent en hij is het die ons naar het doel leidt wanneer we nederig, liefhebbend en gehoorzaam zijn jegens zijn wet van liefde.
"De vereniging van de hemel en de aarde doet het licht van de Volmaakte verschijnen."
64' De wijzen en de heiligen zweten God uit ondanks zichzelf, en alleen daarin hebben ze deugd. "Zo is wat wij doen niets, en is wat God in ons doet alles."

65 Onze handen zijn onmachtig het leven te schiften van de dood, en alleen de nederige kennis van deze waarheid staat God en de natuur toe onze verlossing hier beneden te voltooien. 65' Gods heilige Naam is een levende en tastbare werkelijkheid die alles kan. Het is een mysterie dat zeer weinigen hebben gekend of zullen kennen.

65" Laten we godvruchtig en gelovig zijn, laten we eenvoudig en geduldig zijn, laten we sober en vredig zijn, en laten we de aarde van de tuin van Eden bewerken met de hulp van de almachtige Heer.

66 De liefde doordringt, de liefde bezielt, de liefde verheft, de liefde vermenigvuldigt, de liefde verenigt in de schittering. 66' Het is door de zuiverheid van de genade dat we de goddelijke liefde magnetisch aantrekken en dat we God in ons doen vlees worden.

67 De geleerden en de intelligenten van de wereld zullen zeer teleurgesteld zijn bij het lezen van het Boek en ze zullen zeggen: "Dat heeft kop noch staart", want het Boek is juist een cirkel die de ziel bewaart en die van binnen tot haar spreekt. 67' Gods woord vernedert eerst onze rede, vervolgens communiceert het in het geheim zijn licht aan de ziel alvorens de geest te verlichten, als we aandachtig en volhardend zijn in onze heilige zoektocht.

68 Wie zal de Allerhoogste een spiegel van liefde en van zuiverheid voorhouden, opdat hij opnieuw onder ons woont in de eerste en laatste schittering? 68' Onze maagd heeft ontvangen onder de blikken van de Allerhoogste en ze heeft ons een zoon gegeven die de dood heeft overwonnen en die al zijn verminkte broers zal vervolmaken.

69 Er is geen toeval meer en er is geen twijfel meer voor wie God in geest vasthecht en die hem in zijn hart herbergt. Er zijn geen beproevingen meer noch dood voor wie één is met de Volmaakte in zijn heilige licht. 69' Wie de Heer heeft gezien, wie hem heeft aangeraakt en wie hem heeft geproefd, heeft geen geloof meer, noch vrees, noch hoop, want het bezit van het leven verlicht hem en bezielt hem volledig in de proefondervindelijke zekerheid van de Enige.

70 Als we verlangen levend te blijven, moeten we het hemelse leven magnetisch in ons aantrekken, opdat het ons op zijn beurt naar zich toetrekt, waar geen plaats meer is voor de dood. 70' Wie heeft het licht van God op de aarde van de doden zien schijnen?
- Wie heeft het goud van de Heer de aarde van de mensen zien bevruchten?
- Wie heeft de zeer volmaakte Redder zich in de aarde van de levenden zien vermenigvuldigen?

71 Velen hebben heimwee en een geheime begeerte naar God en ze zijn er diep verontrust en diep treurig om, want ze weten niet tot wie hun liefde zich richt. 71' Het zijn de oprechte liefde voor God en het brandende verlangen naar zijn kennis die de voorwaarden teweegbrengen voor onze ontmoeting en voor onze vereniging met de glorieuze levende.

  En waartoe zou het een mens dienen de wereld te winnen als hij zijn ziel verloor?

JEZUS


  In alles en boven alles, rust uit in God, o mijn ziel, want hij is de eeuwige rust van de Heiligen.

IMITATIE VAN J.C.



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek