BOEK XIV
|
7 |
In de rij staan voor de voorstellingen van de waanzin, wegkwijnen voor de loketten van de honger, dringen voor de poorten van de dood, zich uitputten in dienst van de machines, vegeteren in holen zonder licht en zonder lucht, de dood horen, lezen, inademen, drinken en eten, ziedaar wat de mensen heden "vrij leven" noemen. |
7' |
Hoe meer de mens zich van God verwijdert, hoe meer hij moet werken en vrezen, oppotten en ontberen, lijden en twijfelen, zich roeren en zich vernietigen. Onzinnig is hij die zich aanmatigt zonder de hulp van de Heer te leven, hij verliest zijn water als een bot dat verdroogt, en geen mensenhand zal hem verlossen van de woestijn en van de schaduw van de dood waar hij zieltoogt. |
|
|
32 |
De aan leven in ballingschap, aan honger, aan kou, aan pijn, aan ziekte, aan aftakeling, aan twijfel, aan schijn, aan eenzaamheid, aan wanhoop en aan dood onderhevige mensen moeten elkaar helpen om te leven en te hopen, zonder evenwel te vergeten de weg van de goddelijke zuiverheid te zoeken die daar leidt waar het niemand aan iets ontbreekt. |
32' |
Degenen die niet over de geheime raad van God beschikken en die niet rechtstreeks uit zijn verborgen Voorzienigheid putten, zijn verplicht om toevlucht te nemen tot de mening en tot de wetenschap van de mensen, teneinde zich te besturen, teneinde zich te onderhouden en teneinde zich te genezen hier beneden. Maar daar is niet de waarheid van de Heer. |
|
|
66 |
Als je me liefhebt en als je me zoekt met heel je geest, met heel je ziel en met heel je lichaam, zal ik een geest van tweedracht tussen jou en de wereld brengen, opdat geen enkele vreemde vertroosting je van mijn rechte weg afbrengt; je naasten zullen je haten en je afwijzen, je zult voor hen onuitstaanbaar zijn en zij zullen voor jou onverdraaglijk en in alles tegengesteld zijn, zegt de verborgen Heer; zelfs je metgezellin zal tegen jou opstaan, en je kinderen zullen je vanwege mij bespotten.
Wrede woorden voor de onwetende wereld; heilige en volmaakte liefde voor degene die weet, want wanneer we hem hebben gevonden, zal alles ons naargelang onze wens worden teruggeven, en nog veel meer. |
66' |
ze in hun handen van levenden hebben gehouden, verborgen blijven. O - JIJ - IK - WIJ - EEN DIE IS - DOOR ZICH - IN ZICH - VOOR ZICH - ALTIJD - MINNAAR - BEMINDE - LIEFDE - AMEN. |
|
|