Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK X

  Sta op, mijn vriendin, mijn schoonheid, en kom, mijn duifje dat je ophoudt in de rotskloof.

SALOMO


  Als zij de aarde van een graf met zo'n wijn besprenkelden, zou de dode zijn ziel hervinden en zou zijn lichaam weer levend worden.

OMAR IBN AL FÂRIDH



IVRE ET NUE DE WIJSHEID

1 Het begin van de opstand is de verwerping van al wat kwetst; het einde is de aanvaarding van al wat doodt. 1' De zelfovergave, de aanvaarding van de remedies en de beoefening van de goddelijke liefde verlossen de mens van de dwang van de wereld.

2 De onwetende ondermijnt het leven en bouwt in de dood.
De wijze scheidt de dood en vervolmaakt het leven.
2' Het is beter te pogen uit onze gevangenis te komen dan te proberen haar in te richten en ons erin te installeren.

3 Wat te eenvoudig schijnt verdoezelt vaak een verheven waarheid, en wat ingewikkeld is verbergt bijna altijd de leugen en de dood. 3' Wat is lichter dan het licht van de zon?
Het is nochtans wat het gewicht geeft aan alle dingen van de wereld.

4 Geen enkele godsdienst heeft het alleenrecht op God, aangezien hij enig is en zij verscheiden zijn. 4' Alles dient voor degene die de wil heeft om te leren: de dood zowel als het leven.

5 Wie op zoek is naar God hoeft slechts zichzelf af te stropen en te leren kennen. 5' Het blinde geloof verkrijgt van God wat de rede niet durft te bevatten.

6 Alleen wie het geluk heeft gevonden kan er de weg naar wijzen, maar weinigen luisteren naar hem, en niemand gelooft hem. 6' De onthechting van de wereld en de overgave in God verwekken een snelle verlossing.

7 Alle wetenschap, alle godsdienst en alle rechtspraak die zich van de natuurlijke en goddelijke wetten verwijdert, is vals en leidt tot de dood. 7' Door de natuur dringt men door tot de mens, en door de mens komt men tot God.

8 Wie het licht van de heilige aarde kent en bezit, roert zich niet meer, studeert niet meer, spreekt niet meer; hij communiceert met de hemel en onderwijst de wereld door het voorbeeld te geven. 8' De vrede is als de vasthechting van het leven in de zuiverheid van Gods aarde.
"O hernieuwende volmaaktheid der werelden, je stijgt en je daalt zonder enige inspanning."

9 De geleerden van de wereld maskeren hun onwetendheid met onzinnige woorden en met waanzinnige spitsvondigheden.
Zij komen tot niets waars of duurzaams.
9' Alles wat vervelend en ingewikkeld is, is niet van God. Maar de goede wil gebruikt zo goed mogelijk alles wat zich voordoet zonder te discussiëren en zonder het leven dat nog gesluierd is, lichtvaardig te beoordelen.

10 Niemand is zo gehecht aan de rijkdommen en aan de schijnbare glorie van deze wereld als de slechte herders die haar door de haat, door de leugen en door de hebzucht tot de dood leiden. 10' Laten we in het tabernakel van ons hart de herinnering aan hen die ons naar God leiden eren, en laten we hen zegenen in de Volmaakte.

11 Wie de dood heeft verworpen en zijn leven heeft verstevigd in God, zal het Boek bevend van verrassing en huilend van vreugde lezen. 11' De ontoegankelijke beweegt zich voor onze ogen en rust in onze handen. Wie zal hem zichtbaar maken? En wie zal hem het gewicht van de goddelijke vleeswording geven?

12 Verwrongen intelligentie, uitzinnige spitsvondigheden, arglistigheid, kwaadaardigheid en roof zullen hier tot niets dienen. 12' Geen enkele mensenhand zou de ingang van Gods tuin kunnen forceren.

13 Bescheidenheid en liefde zijn het sieraad en de waarborg van de wijze. 13' Wie zal het mooiste deel van zichzelf bewonderen?
Wie zal zich ten overstaan van God vernederen?

14 We worden als meester of als slaaf geboren, naargelang Gods gaven, maar de mensen vervalsen de goddelijke gerechtigheid door hun hoogmoedige en hebzuchtige verblinding.
"Leer ons, Heer, ons eigen verlangen, opdat we niet bekoord worden te vragen wat ons niet past."
14' We kunnen de geloofsovertuigingen bespotten, de kerken verderven, de wetten ingewikkeld maken, de machten omverwerpen, de natuur geweld aandoen en de naties overhoop halen; we zullen daarmee niets veranderen aan de duisternis van onze harten waar het licht van de wereld geduldig wacht.

15 De ware kennis is tegenwoordig en levend, stil en verborgen. 15' De wijze ziet de natuur van haar sluiers ontdaan en aanschouwt de mens in zijn hemelse glorie.

16 Wie belooft wordt gevierd.
Wie geeft wordt veracht.
Wie neemt wordt bewonderd.
Wie ontvangt wordt vernederd.
Wie overhandigt wordt verlost.
Wie zegent wordt overladen.
Wie vindt wordt liefgehad.
16' De wijzen hebben zonder omwegen gesproken, maar de mensen hebben hun oren dichtgestopt.
werk gegaan, maar de menigten hebben hun ogen afgewend.
God zal de steen verteren waarin de mensheid zijn hart heeft begraven.

17 Wie goed liefheeft is aan niets gehecht, omdat hij liefheeft in God en niet voor zichzelf. 17' De haat leent vaak het gezicht van de plicht en beroept zich op de liefde voor de mensheid om de mensen beter te verleiden.

18 Middelmatigheid, haat, hoogmoed, gierigheid en kwaadwilligheid zijn onoverkomelijke hindernissen voor de genade, voor de liefde, voor de kennis, voor het bezit en voor de rust in God.
18' Laten we zuiver en doorzichtig als kristal worden, en de goddelijke stralen zullen ons verlichten en ons ten volle bevruchten.

19 Laten we het goede en het slechte gelijkelijk aanvaarden en aan de meditatie van de tijd de zorg laten ze in ons te scheiden, want de wijzen hebben gezegd: "Geduld is de ladder van de filosofen, en nederigheid is de deur van hun geheime tuin." 19' Laten we ons niet meeslepen door de oordelen en door de blinde hartstochten van de vulgaire wereld.
Laten we onze tijd en onze kracht eerder wijden aan het zoeken naar degene die in pijn en dood volhardt, in de vreugde van het verloste leven.

20 We moeten noodzakelijkerwijs alles opgeven, alles hervinden en alles aan God overhandigen om te zijn als de Volmaakte die, na zich te hebben opgesplitst in het getal, zich hervindt in de eenheid. 20' Wie nog hartstocht hebben voor de wereld na het Boek te hebben leren kennen, zijn uiterst verblind of zwak, God zal hen nochtans nooit volledig opgeven.

21 De list van de onwetende is het onuitlegbare uit te leggen met onzinnige woorden, tot de verwarring zodanig is geworden dat niemand durft tegen te spreken, uit vrees achterlijk en stom te schijnen. 21' De slechten en de waanzinnigen kunnen heilig en wijs worden, door zich te keren tot de God die in hun hart sluimert vanaf het begin van hun afdwaling.
"Wie het leven eet, zal het leven erven.
Wie de dood eet, zal de dood erven."

22 Het is belachelijk te spreken van wat men niet kent, vooral met onbekende of geleende woorden. 22' Laten we opgeven begrepen, aangemoedigd of bewonderd te worden door de wereld, want slechts het welslagen in God telt waarlijk.

23 Aanvaarden wat komt en laten gaan wat weggaat is de wijsheid voorbij het verlangen en voorbij het afstand doen. 23' Vluchten we voor het ongeluk, dan zal het ons achtervolgen. Zien we het onder ogen, dan zal het verdwijnen.

24 De enige doeltreffende verdedigingen waarover we beschikken tegen de bekoringen van de wereld, zijn die welke we in onszelf opbouwen, en niet die welke we aan de anderen ontlenen. 24' Wie handelt met onthechting wordt door geen enkele handeling bezoedeld.
Wie mediteert zonder verlangen wordt door geen enkele gedachte aangetast.

25 Het toppunt van waanzin is naar de toekomst te gissen, het verleden te betreuren, en het heden dat in ons rust te miskennen. 25' De intelligente mens wijst elk nutteloos werk en elke nutteloze beroering af. Hij concentreert zijn gedachten in God en zoekt naar hem in zichzelf.

26 De zachtmoedige en loutere vrouw is een geurige zegen van de Heer.
De nurkse en bezoedelde vrouw is een stinkende vervloeking van de hel.
26' Het leven en de dood lachen om onze stomme verblinding die het wonderbaarlijke licht van de Heer noch weet te scheiden noch te verenigen.

27 Wie zijn leven in genade, in liefde en in wijsheid in stand weet te houden, beklaagt hen die zoveel praten om niets te zeggen, hen die zich zoveel roeren om niets te doen, hen die zoveel studeren om niets te weten en hen die zoveel werken om niets te bezitten. 27' Allen mogen het Boek bestuderen, maar zij die niets verstaan of die weinig verstaan, moeten eenvoudig in hun hart liefhebben en geloven, opdat in hen de trouw van de liefde tegenwicht biedt aan de gevolgen van de onwetendheid.

28 De heilige blijft onbekend te midden van de losgeslagen en hebzuchtige mensen, zoals God verborgen blijft voor de ogen van de hoogmoedigen en van de bruten die alles geweld aandoen. 28' De grove en stijfkoppige natuur van zekere individuen kan slechts worden verbeterd door de herhaalde slagen van het ongeluk.
Laten we God bidden om noch rechters noch beulen te zijn.

29 Wat op natuurlijke noch bovennatuurlijke wijze kan worden verwezenlijkt is ijdel, want zonder grondslag en zonder wezen. 29' Het is door de genade van de Moeder dat de Zoon de liefde van de Vader vermenigvuldigt.

30 De valse profeten maken misbruik van de onwetenden, maar zij worden verraden door hun werken die slechts in verwarring en in dood uitmonden. 30' Wie onderricht is, houdt stand in de eenzaamheid, in de soberheid en in de vrede van het volmaakte Zijn.

31 De wijzen onderwijzen de begaafde en scherpzinnige mensen; hun werk wordt erkend door de verlichten van de Heer. 31' De heilige aanbidding veracht conventionele kleren, houdingen, riten en taalgebruik.

32 De liefde voor God en voor de mensen moet nooit gaan tot aan geestesstoornis, die de vernietiging is van zichzelf en van de anderen. 32' De verlichting is vaak expansief.
De wijsheid is nooit fanatiek.

33 Ons zoeken bestaat erin het leven te ontdekken, ons doel is ons erin te versmelten en het in ons vast te hechten. Al de rest is een droom van geen belang. 33' De genade en de liefde van God verlossen van elke fout.
De kennis en het bezit van de Heer bevrijden van elke knechtschap.

34 De zuivere en volmaakte man zal niet meer dan negen loutere vrouwen ontvangen en niet minder dan drie.
34' Een door God gezonden heilige rechtvaardigt heel een volk van door genade en liefde verenigde gelovigen, brengt het in evenwicht en bevrucht het.

35 Vanaf het ogenblik van de ontvangenis tot het moment van het baren, zal de maagd onder de hoede van de wijze blijven. 35' De veranderingen van de wereld louteren de schepping; de innerlijke vervolmaking leidt tot de rust in de eeuwige vrede.

36 Het goddelijke goud is het meest voltooide lichaam van de wereld. Wie zou het weten te wassen? En wie zou het weten te koken? 36' De naar de mensheid gebrachte hulp is een over zichzelf uitgespreide balsem.

37 Wie de twee aangezichten van de schepping kent en wie God aanroept in zijn hart, beveelt de drogbeelden van de wereld, in het waken, in de droom en in de dood. 37' Zij die niets begrijpen roepen uit: "Niemand weet iets van waarde" en zie hen daar gerustgesteld in hun nacht.

38 De waanzinnige miskent de wijze, maar deze kent zijn afdwaling en kan hem verlossen als hij er heiligerwijs om wordt gebeden.
"Laten we nooit liegen om de wereld te vleien, want de wereld zal ons hoe dan ook uiteindelijk in de steek laten."
38' Het schijnbare gebrek van de wezens en van de dingen bedriegt veel intelligente mensen, en de geheime schoonheid van de wereld openbaart zich slechts aan de wijzen en aan de heiligen.

39 Gods woord verwekt vreugde, en zijn bezit verleent geluk. 39' De heilige eenwording doet ons ontsnappen aan de betoveringen en aan de troosteloosheden van de wereld.

40 Wanneer een gelovige ons berispt, laten we dan eerst onderzoeken of er niet een klein stukje waarheid zit in wat hij ons zegt, en we zullen uiteindelijk ontdekken dat het voorgestelde beeld ver beneden de werkelijkheid ligt.
40' Wie God aanbidt in gedachte en in handelen, zou niet kunnen zondigen, want het is de Heer die in hem spreekt en handelt.
"Laten we helemaal onszelf zijn in de vrijheid van de Enige zonder zorgen om de omstandigheden van onze aardse gevangenis."

41 Het is beter in stukken tot God te komen dan heel te blijven in de dood. 41' De bestemming van de mens is God, en God is als de eenheid van het Zijn in de onmetelijkheid van het leven.

42 Elke vervolmaking voltooit zich door de dood, door de verrijzenis en door de vermenigvuldiging van het Zijn. 42' De wijze beproeft alles met geduld en met onthechting, tot hij de enige helderheid heeft ontdekt en het goddelijke zaad heeft vermenigvuldigd.

43 Laten we alles geduldig aanvaarden, alles bescheiden gebruiken, alles wijs opgeven.
Zo zullen we alles hebben en door niets worden bezeten, zullen we van de wereld proeven en niet worden vergiftigd, zullen we het vuur hanteren en niet worden verteerd.
Laten we niemand in de dood doen wegzinken door late verwijten, noch door ijdele uitsluitingen, noch door hachelijke veroordelingen.
Laten we de liefde aanbieden die alles begrijpt, die alles verontschuldigt, die vertroost, die verheldert en die zonder dwang terugleidt tot de weg van de waarheid van de Enige.
43' "Laten we nooit de toon van meester aanslaan met wie dan ook, teneinde geen aanstoot te geven aan Gods vrijheid die in ieder van ons sluimert."
weergalmen nog slechts het lawaai van de dood. Ze hebben de eenvoud en de intelligentie van hun eerste natuur verloren. Ze hebben de verbazing die hen tot God bracht laten afstompen, en de aanblik van de wereld die hen omringt, onderricht hen niet meer. Ze zijn onzinnig en ongelukkig geworden door hun hoogmoedige waanzin. Ze verscheuren elkaar en hakken de wereld in stukken met de hardnekkigheid van een blinde waanzin.

44 Woest vernietigt de onwetende de schepselen, hij verstrooit en verzamelt lukraak duizend dingen. 44' De manier waarop alles verdwijnt leert ons helder hoe de wereld zich hernieuwt.

45 Zachtjes ontbindt de wijze de wereld, hij scheidt en verbindt een enkel ding volgens de natuur. 45' De onderrichte mens kent de algemene essentie van het Universum en de bijzondere kiem van elk wezen.

46 God is het helderste en het meest verborgene dat wij in onszelf bezitten. 46' Het water en het vuur in de heilige aarde kennend en bezittend, ducht de wijze mens niets en verlangt niets.

47 De menigte aan de hemel en in de aarde verstrooide lichten is als een min of meer geconcentreerd stukje van de levenssubstantie. 47' Wanneer de zonnen zich verenigen, zullen de werelden bespat worden met een licht dat hen magnetisch zal aantrekken tot God.

48 Wie terugdeinst voor de verschrikkingen en de stank van de dood, blijft in de duisternis van de onwetendheid. 48' Jullie zullen opstijgen in mijn licht en jullie zullen onderdompelen in mijn duisternis tot jullie mij hebben hervonden, zegt de Heer God.

49 Men moet de pit breken om het zaad vrij te maken, en men moet de mens verteren om zijn licht te bevrijden. 49' Daar waar het water en het vuur niet handelen, werken de mensen ijdel.

50 De grootste aangeboden of ontvangen gave is als de grootste proeve van trouw jegens God. 50' De zonnen voegen aan hun volmaaktheid toe door het verspreide licht te verdichten tot de vasthechting van hun glorieuze wezen.

51 God heeft ons leven en vrijheid gegeven, en wij hebben onszelf gevangenschap en dood aangeboden. 51' Wij zullen weer worden als het licht dat ons heeft gebaard, en als de maan en de zon die ons doen groeien en vermenigvuldigen.

52 Als een mens verzwakt na God nader te zijn gekomen, valt hij terug in een nog ondoorzichtigere dood. 52' Daar waar geen mengsel is van tegengestelde dingen, is de dood machteloos.

53 De heilige en wijze mens oordeelt niemand, hij onderricht door het voorbeeld te geven, zoals de natuur van de Heer doet. 53' Het mysterie van God is zo onverhuld in de wereld dat de wijzen stom van verbazing zijn en met verbijstering geslagen.

54 Wij behouden de uitwerpselen van de wereld en we laten ons leven ontsnappen in de tijd, ziedaar de stompzinnigheid die ons erfgenamen maakt van de dood. Laten we de filter vol afval achterlaten en ons leven geduldig in God sublimeren tot de volmaaktheid van de eeuwige vrede. 54' Wij verdelen door het vuur van de aarde.
Wij zuiveren uit door het middenwater.
Wij verenigen door het hemelse vuur.
Wij vermenigvuldigen door het heilige water en door de heilige aarde.

55 Wie werkt aan het verenigen van de mensen neemt het herstel van de eenheid van het wezen ter hand. 55' Het is in onze harten dat de verborgen wijsheid van de Heer rust.

56 De twijfels, het sarcasme, de bekoringen en de vervolgingen van de wereld zijn moeilijk te overstijgen hindernissen. Maar het geloof, het gebed, de genade en de liefde overwinnen alle duistere schorsen. 56' De wijze keert zich niet af van de verdorvenheid van de wereld, hij scheidt wat goed is en vervolmaakt het in zichzelf. Zo scheidt de heilige zich ook van de wereld om God beter te bereiken.

57 We kunnen zonder gevaar rijk aan gaven zijn in de wereld, als we arm van geest blijven ten overstaan van God. 57' Er is degene die zoekt, degene die liefheeft, degene die kent, maar alleen degene die bezit is als degene die is.

58 Toewijding aan de anderen is de beste weldadigheid voor zichzelf. 58' De genade is als het water dat verlost, en de liefde is als het vuur dat verenigt.

59 We zullen doeltreffend bidden in het verlangen, in de verbeelding en in de liefde; en niet met de lippen, met gebaren en met angst. 59' God is als het water dat de universums verzamelt, en als het vuur dat ze tot rijping brengt.

60 Aangezien we niet iedereen kunnen behagen, laten we ons op zijn minst inspannen om de Vader en de Moeder niet tegen te spreken, die ons in het begin hebben verwekt en die mysterieus in ons voortbestaan.
"De wijze mediteert over het licht van de wereld tot hij het heeft gevonden. Vervolgens mediteert hij over de inhoud ervan tot hij hem heeft geopenbaard."
60' Wij aanbidden u, Water, moeder der wateren, want het levende vuur is in uw middelpunt, en u overtreft alle andere lichten. De zon is uw prachtige voortbrenging. Heilige Moeder van het vuur, kom ons te hulp, heden en in het uur van de moeilijke doorgang. Moge het zo geschieden!

61 Wie wordt overladen met de schijnbare goederen van deze wereld, wordt door God gekend en geliefd voor zijn enige trouw; of hij wordt in de steek gelaten als ongeneeslijk en als reeds dood. 61' God kastijdt niemand, het zijn ons verbond met het kwaad en de uitroeiing ervan die ons hier beneden zoveel kwalen doen verduren.

62 God overlaadt hen die wijs genoeg zijn om te gehoorzamen aan de wetten van de schepping uit liefde voor hem, maar hij versmaadt het niet om soms hen te verhoren die waanzinnig genoeg zijn om de wereld in zijn NAAM te durven bevelen. 62' We moeten de balsem met het vergif nemen, daarna de ene van het andere scheiden om de zuivere waarheid te krijgen.

63 Gods zonen verzamelen het leven vanuit het midden zelf van de dood en verheerlijken het hier beneden. 63' Wie het licht vormgeeft naar
zijn stem en die het
bezielt met zijn
adem, is als
God.

64 Allen verliezen hun tijd en hun leven ten overstaan van God: gelovigen en goddelozen, eerlijke mensen en misdadigers, harde werkers en luiaards, intelligenten en idioten, asceten en losbandigen, geleerden en onwetenden, vernuftigen en middelmatigen, verheerlijkten en miskenden, begaafden en onhandigen, jongeren en ouderen, rijken en armen, beschaafden en wilden, allen! Uitgezonderd wie waanzinnig zijn Heer zoekt hier beneden zonder afleiding en zonder rust, uitgezonderd wie het eerste leem ter hand neemt en Gods werk doet.
64' De geleerden en de intelligenten zullen ten overstaan van God belachelijk worden gemaakt en ver van zijn licht verjaagd; alleen de eenvoudigen en de gelovigen zullen ten overstaan van hem genade vinden. Wat de wijzen en de heiligen betreft, hun hart was altijd al met de Heer van wijsheid en van liefde.
"Het Boek waarin God zijn geheim heeft geschreven, is de hemel en de aarde. Zo bestudeert de heilige en wijze mens de wetenschap van de Heer in de vrede van de tuin van Eden."

65 Wij zullen de natuur van de wezens en van de dingen niet veranderen door onze kleine werkjes en, als we haar een moment bedwingen, zal ze vervolgens sterker dan ooit opkomen.
Maar God is almachtig, want hij verandert zelfs de duisternis in levenslicht.
65' Oh! Wie zal ons het ongerijmde geloof en de waanzinnige volharding geven?
Oh! Wie zal ons de belachelijke eenvoud en de geheel naakte nederigheid leren?
Oh! Wie zal Gods heilige licht ten overstaan van ons doen schijnen, opdat we als het goud van de Volmaakte worden?

  Aan hem die overwint zal ik te eten geven van de vrucht van de boom des levens die in Gods paradijs staat.

JOHANNES


  Ik ben de oorsprong, de oplossing, de plek, de bergplaats, het zaad, de onveranderlijke. Ik ben de wieg en het graf van heel de wereld... Het is de wetenschap der wetenschappen, het geheim der koningen, de hoogste reiniging.

KRISHNA



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek