Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK VII

  Het is Gods zegen die de rijkdom verleent, en alle moeite die men doet, voegt er niets aan toe.

SALOMO


  Jouw woord, Heer, is een dauw van licht.

JESAJA



VU ET RENIÉ DE REDDER

1 Gods werk wordt voltooid in de tijd, en het licht is de beloning van de geduldige nabootser. 1' We zullen God zoeken, eerst met een grote vermoeidheid en uiteindelijk in een grote ontspanning.

2 De bewonderenswaardige wijze is hij die de aarde blootlegt, die het zaad schikt en die op de oogst wacht. 2' Het is de ziel van de grote wereld die de ziel van de mens zal verlossen en ontvangen, met zijn afzonderlijke zaad.

3 Onze gedachten en onze stappen zijn ijdel als God ze niet goedkeurt.
Hij is het die ze op mysterieuze wijze leidt, door de vreugde of door de droefheid van de geest, door de volheid of door de troosteloosheid van het hart, door het welbevinden of door het leed van het brute lichaam.
3' Wanneer de dood de wijze uitnodigt om een stap met haar te zetten, neemt deze er twee en bevindt de dood zich weldra voorbijgestreefd en alleen.
"O mysterieus en goddelijk spel van zelfvergetelheid en van zelfkennis!"

4 De liefde van God, die de verlichting van de mens bewerkstelligt, leidt tot de enige kennis.
Al de rest is dan als een nutteloze modder die slechts de dood verheelt.
4' We zullen alles aan de aarde en aan de hemel terug moeten geven.
Laten we enkel bidden, opdat dat zich niet voordoet voordat wij deze opoffering vrijwillig hebben volbracht in onszelf.

5 Arm of rijk, veracht of glorieus, de intelligente en onderrichte mens aanbidt God zonder wat hem omringt nog te beschouwen. 5' Laten we bidden om, al dood voor de wereld, tot de dood van de wereld te komen.

6 Het vernuft openbaart de onbewuste oproep tot God door de pijn en de duisternis van de ballingschap heen.
De heiligheid is het vrijwillige offer van zichzelf in de vreugde van de terugkeer tot de oorsprong van het leven.
De wijsheid is het onthechte bezit van het Universum en van zichzelf.
6' Wie uit eigen beweging of onder de slagen van het lot afstand doet van de uiterlijke wereld, verovert uiteindelijk de innerlijke wereld van de genade, van de liefde en van de vereniging.
"De rust die liefheeft, die kent, die bezit en die kan."

7 Heel het geheim is willen wat men verlangt, en God verlangen tot men niet meer weet wat men verlangt. 7' De beweging die de schepping verwekt, voegt niets toe aan het Zijn en doet er niets aan af.

8 Men begrijpt de ijdelheid van de wereld slechts door haar luchtspiegelingen te ervaren en door over haar keerzijden te mediteren. 8' Het kwade is als het uiterlijke aangezicht van de totale God, en het goede is als het innerlijke Wezen in zijn vlees.

9 Er zijn veel studie, veel tijd, veel pijn, veel liefde en veel kennis nodig om weer eenvoudig en natuurlijk te worden, maar dan is het een eenvoud die zichzelf kent en die zichzelf bewaart. 9' We zullen buiten duizend dingen vinden om ons af te leiden, maar we zullen er niet één ontdekken dat in staat is om ons waarlijk tevreden te stellen zoals de vrede van binnen.

10 De waarheid is naakt en eenvoudig, de mensen zien haar min of meer duidelijk naargelang de zuiverheid, naargelang de liefde en naargelang de kennis van eenieder. 10' Het is de genade die redt wat er aan goeds in ons is.
Het is de liefde die het vervolmaakt, maar het is de kennis die de mysterieuze en laatste vereniging voltooit.

11 Zij die van God komen gebruiken dezelfde taal en leveren de waarachtige leer door de eeuwen heen aan elkaar over. 11' De zegen van de hemel zal de edelmoedige vermenigvuldigen en zal de gelovige verlichten.

12 Wie God kent verdraagt gemakkelijk voor onwetend door te gaan. Hij blijft in zijn vreugde en geeft blijk van toegeeflijkheid jegens alle wezens. 12' De zon kan slechts een zuivere, van elk uitwerpsel gescheiden aarde bewonen.

13 Meditatie brengt eerst een grote duizeligheid mee, daarna een onmetelijke desillusie en eenzaamheid schrijnend als de dood. Vervolgens leidt ze tot de intense bewondering voor de Moeder en tot de verblinde liefde voor de Vader. Tenslotte geeft ze de vrede in de vereniging die de zeer volmaakte Zoon verwekt. 13' Laten we alle hartstocht en alle gehechtheid jegens de wereld verwijderen. Laten we de dood verdiepen tot in haar duistere afgronden.
Laten we ons leven zuiveren tot aan het eerste licht.
Laten we God magnetisch aantrekken tot hij de zon van volmaaktheid in ons verwekt.

14 Wie zich aan de mensen toevertrouwt, weet niets van hen en kent God niet.
"Middelmatigheid is alles van de anderen verwachten en niets van God noch van zichzelf."
14' Het is in de aardse verworpenheid dat we de heiligheid het beste zullen leren kennen, maar het is alleen in de hemelse glorie dat we God weer volledig zullen voortbrengen.

15 Heden beoordeelt en veroordeelt God niemand, maar we blijven aansprakelijk voor onze gedachten, voor onze woorden en voor onze daden. 15' Wat hij voor ieder heeft besloten, niemand kan het weten vóór het einde van de voltooiing.

16 Wie de mensen wil behagen, verdringt God, want men kan niet de menigte én de Enige tevredenstellen. 16' Gods genade is als een ongerept water dat de universums verlost en ze naar de laatste en eerste Heer terugbrengt.

17 Wie zichzelf kan kennen en zich verbeteren wordt gemakkelijk meester van zichzelf en van de wereld. 17' Er is slechts een klein aantal mensen bekwaam de duistere oorsprong van de hemel en van de aarde op prijs te stellen.

18 Zelfkennis staat toe alle oordelen en alle verlatingen in stilte te verdragen. 18' Degene die zich aan het einde der tijden verheft, zal de hemel en de aarde bevelen, en allen zullen hem gehoorzamen zoals het hart zich aan de liefde onderwerpt.

19 Als het nutteloos schijnt onszelf te overwinnen, laten we ons dan tenminste afvragen of het mogelijk is onszelf te bevelen. 19' Alles wat we afwijzen en alles wat we vasthouden verplettert ons, maar alles wat we aannemen en alles wat we geven verlost ons.

20 Het is gemakkelijker alle mensen mee te slepen in de verovering van de wereld dan er één enkele tot het bezit van zichzelf te brengen.
"De heilige huilt om de afgedwaalden en vlucht voor de huichelaars. De wijze heeft geduld met de onwetenden en glimlacht zelfs naar de slechten."
20' De natuur onderwijst de wereld, maar de mensen zwetsen liever met spitsvondigheid om nergens uit te komen, dan haar stap voor stap te volgen om te leren kennen wat ze zijn.

21 Wie zich met ijver op de dood voorbereidt, zal op de dag van de scheiding en van de hereniging niet worden verrast. 21' De wijze is als een pit die men met onverschilligheid achterlaat, en als een bot dat men met verachting wegwerpt.

22 Het is moeilijk zich naar de wil van het Wezen te voegen, want het valt hard onze huidige onwetendheid en onmacht te erkennen. 22' Gods kind zal gemakkelijk doordringen in de omwegen van het Boek en zal de weg die leidt naar het meer dan Volmaakte trouw volgen.

23 De dood verbaast op pijnlijke wijze hen die de duurzaamheid van de goddelijke ziel en de onderbrokenheid van de aardse ondergrond niet kennen. 23' Het riool van de wereld wasemt voor allen de verrotting uit, maar alleen de wijze ontdekt het aloude in de dood begraven parfum.

24 Gods genade is als het hemelse water dat alles weer groen doet worden. 24' Laten we de heilige Moeder zegenen, want als we door haar zijn uitgegaan, zullen we ook door haar hulpbetoon weer ingaan.

25 De Moeder toont zich slechts naakt aan de zuivere en eenvoudige zielen; zo zal degene die inslaapt in God, wakker worden in zijn aanwezigheid. 25' Wanneer wij de afzonderlijke onsterfelijkheid hebben veroverd, zullen we er afstand van moeten doen om in Gods rust binnen te dringen.

26 Daar we op een dag alles zullen moeten opgeven, is het wijs ons er van nu af aan in te oefenen niets meer te bezitten. 26' Laten we ons inspannen om te worden als het goud, dat in zijn kostbare zuiverheid uiterst onverderfelijk en soepel is.

27 De verlangens die niet op God zijn georiënteerd, benadrukken onze rouw en doen ons wegzinken in de dood. 27' Altijd God te zien achter de verschijningsvormen die ons worden aangeboden, staat toe gebruik te maken van de wereld zonder haar slaaf te worden.

28 Het vurige verlangen dat door een geduldige wil wordt geleid, wordt een kracht die kan scheiden en verenigen, doden voor de wereld en doen opleven in God. 28' Het kwade is niet wat ons tegenzit, het is wat ons belet eenvoudig en zuiver te zijn. Het goede is ook niet wat ons vleit, het is wat ons nader tot God brengt en wat ons met hem verenigt.

29 De dood is een verschijnsel dat men lang moet bestuderen alvorens het werkelijk te kunnen beheersen door de macht van de in ons vlees geworden levende God. 29' Wie zich openstelt voor God zal ontkiemen als een pit die men besproeit, maar wie zich afsluit voor het leven zal worden als een steen die men van de weg verwijdert.

30 Dat onze laatste adem, dat onze ultieme gedachte in God zijn, opdat we van de langverwachte verlossing genieten. 30' Communiëren is God in ons doen overgaan en in hem overgaan, het is het leven in zich opnemen en erin worden opgenomen.

31 De mens is vrij geschapen, maar hij weet het niet meer, anders zou hij onmiddellijk terugkeren naar zijn bron, die God is. 31' Laten we hen volgen die ons edelmoedigheid leren, en we zullen in alles overvloed hebben.

32 Wie onderricht is verwijdert de illusie en doet de goddelijke werkelijkheid verschijnen.
Hij weet dat alles uit de Enige komt en dat alles weer in hem gaat. Hij kent zichzelf volledig en wordt levend en vrij als zijn eeuwige Vader en als zijn eeuwige Moeder.
32' Het kostbare water schijnt verachtelijk in zijn eenvoud, daarom verwaarloost de wereld het, maar de dode aarde die getooid lijkt met zoveel beloftes, kost de aan de schijn onderworpen mensen het leven.

33 Zo moet alles wat in de universele mens is gegaan noodzakelijkerwijs uit hem komen, want hij is zelf de oorzaak en het gevolg, en dit maakt dat alles wat uit hem is gekomen weer in hem moet gaan en hem tot de volmaaktheid van een volmaakt voltooide nieuwe generatie moet leiden. 33' Men moet het geduld hebben het bot te breken om er het merg van te proeven, en de tijd nemen om de aarde te onderzoeken alvorens de hemel te verkennen, teneinde het leven niet te vergeten door voortdurend zijn schaduw achterna te hollen.

34 Alles wat de mens zaait, oogst hij en alles wat hij ontvangt, geeft hij terug.
Zo heeft het verborgen leven noch begin noch einde.
34' Laten we ons tot de heilige steen keren die ons in het begin heeft verwekt, en we zullen Gods genade, liefde en glorie kennen.

35 De middennatuur van de mens staat hem niet toe zonder Gods hulp het ware van het valse te ontwarren. 35' Teveel subtiliteiten leiden tot waanzin, en teveel verlangens voeren tot slavernij.

36 De veelheid aan in de wereld opgedane teleurstellende ervaringen, leidt de mens er zelden toe naar God te zoeken in zichzelf. 36' De kunst van de tuinier, de kunst van de pottenbakker en die van de arts verenigen zich in de kunst van de wijze, om Gods licht in de wereld te openbaren.

37 Er zijn mensen, onmetelijk als het Universum, en anderen die zo klein zijn als een atoom. De liefde vermeerdert de edelmoedigen door de vereniging met God. De haat vermindert de middelmatigen door de opsplitsing in de dood. 37' Wees als hij die IS, zonder plaats, zonder ruimte en zonder tijd in de eeuwigheid van de beweging, en word als hij die WORDT GEBOREN met lichaam, met maat en met gewicht in de eeuwigheid van de rust.
"Alleen hij die zich weer bij het hart van de Enige heeft gevoegd, is niet meer aan verandering onderhevig."

37" De ene dood verwekt de andere, en het ene leven voorspelt het volgende; dit is Gods gerechtigheid.

38 De engel is gevallen, omdat hij zijn aangezicht van zijn god afkeerde en de mens is gestorven, omdat hij de grenzen van zijn wezen wilde kennen. 38' Wijsheid is de verborgen kwaliteit van elk ding verkiezen boven het duistere kleed van de wereld.

39 Het geduld van de liefde bestaat eruit alles over te geven in Gods handen en wakker te blijven in de nacht van deze wereld. 39' De wijze man gebruikt het vuur om te doen rijpen; de anderen bedienen zich ervan om te doden.

40 Mensen bevelen is zich met hen vereenzelvigen door de liefde en handelen zoals men het verlangt. 40' De levende wordt gehoorzaamd door heel het Universum, en het grote water zelf staat hem ten dienste.

41 Het eerste gebed van een mens vereist een grote edelmoedigheid van hart en een grote moed van geest. Het kan worden geholpen door vreugde of door pijn, maar het is verkieslijk dat het de vrucht is van een heldere meditatie. 41' God doet zijn licht schijnen in de donkerste afgronden en de liefde maakt vervolgens het geheime Wezen sterker, naargelang het geloof van de geest en naargelang de edelmoedigheid van het hart.

42 De Redder wordt vlees in de sneeuw van het noorden en openbaart zich in het zand van het zuiden. 42' Een heilige is meer waard dan de natie die hem verwerpt, en een wijze is meer waard dan de wereld die hem miskent.

43 Het licht van de zon is als het geheime leven van de zaden, waaraan het vuur van de Heer vormgeeft. 43' Het grote water voedt het Universum en blijft heel. Het grote vuur redt de wereld en rust in zijn eigen eenheid.

44 Wie de pit verwerpt gehoorzaamt aan de wet zonder het te weten, en er kan iets worden geoogst door de wereld, maar wie plant werkt samen met God, en de vrucht behoort hem als enige toe. 44' Wie weet waar het leven uitkomt en waar het weer ingaat, geeft de wereld op en mediteert door de Enige te aanbidden.

45 De vreugde en de pijn van anderen delen is onze ervaring boven elke limiet doen toenemen; het is in gesprek zijn met de waanzin; het is de rust leren liefhebben. 45' Laten we de waarheid van het Boek vatten vóór het uur van de dood, want dan zou het te laat zijn om haar nuttig toe te passen.

46 Het deel is het beeld van het geheel en de mens is als het Universum, de ene is nochtans half versluierd, terwijl het andere het helemaal is. 46' De wijze is als een goudklompje verborgen in een zoutlaag die wordt ingesloten door een stenen berg die midden in de woestijn oprijst.

47 Alles wat de mens verlangt kan worden verkregen door het hulpbetoon van de Vader en de Moeder die in hem waken als in het Universum. 47' De geïnspireerde mens zal de natuur naar haar einde leiden dat God is.
"Wij hebben ons verzoek nog niet beëindigd of we worden verhoord op een manier die onze wens zelfs te boven gaat."

48 Geluk is onze verlangens verzamelen in het grote licht, teneinde vrij te blijven in God. 48' Laten we het water van onze rots beschouwen en we zullen de sterren, de maan en de zon in onszelf zien schijnen.

49 Ieder ding is doordrongen van wie het heeft bezeten. Zo beklijft Gods parfum in iedere mens. 49' Het is het grote water dat het gist van de mens tot God zal leiden.

50 Wie zal de levende, de zeer zuivere, de meer dan Volmaakte in zicht brengen? 50' De genade kan slechts de edelmoedige harten openen, die al van heilig water zijn voorzien.

51 De mens is vrij geschapen om met God te blijven, hij ervaart heden dat er buiten het scheppende vuur slechts tastbare duisternis en dood zijn. 51' Het leven van deze wereld is als een verborgen spel, bestemd om de scherpzinnigheid van Gods kinderen te beproeven.

52 Het onnoembare is als de vereniging van de drie zuiverheden verborgen in de duisternis van het begin. 52' De natuur komt uit aarde en vervolmaakt zich in zichzelf tot Gods vrede.

53 Zwaar geworden zielen en lichamen vervallen gemakkelijk in de orgie.
Uitgeputte zielen en lichamen ontsporen snel in de uitzinnigheid.
Uitgezuiverde zielen en lichamen onderhouden zich met gemak in de waarheid.
53' "De natuur helpen betekent nooit haar tekortdoen of haar dwingen."
belofte te ervaren dat wij hier beneden zullen worden gered, en niet door erin te geloven zonder iets te schikken, zonder iets uit te zuiveren en zonder iets te doen rijpen.

54 De wijze verkiest de goddelijke tegenwoordigheid boven al de verledens, boven al de hedens en boven al de toekomsten van de wereld. 54' "Onwetendheid die zichzelf kent is een wijsheid die zwijgt."
Gods wil is de afwezigheid van elk vooringenomen oordeel in de mens.

55 Het uiterlijke is veelvoudig, schijnbaar en illusoir.
Het innerlijke is enig, verborgen en werkelijk.
Het geheel heeft geen naam.
55' De oorsprong van het heilige licht is een geheim dat God openbaart aan de uitverkorenen van zijn hart.

56 De kennis van de Enige is als de wijsheid en als de waanzin van de wijzen.
Het zoeken naar het veelvoudige is als de waanzin en als de wijsheid van de wereld.
56' Geen enkel wezen zou helemaal in de dood weten te verdwijnen, maar allen kunnen er eindeloos in wegkwijnen en wegzinken, of integendeel er uitkomen om herboren te worden voor het geheel van het vrije en zuivere leven.

57 De drie uitvloeisels van het Zijn werden als geëmulgeerd in het niet-zijn en vormden de rangorde van de werelden. 57' De verborgen natuur zal worden verlost, uitgezuiverd en vergroot tot haar goddelijke oorsprong, om de echtgenote van de grootse Heer te worden.

58 Al wat bestaat bevat dus een goddelijk deel, hoe verminderd het ook is. 58' Het kwade heeft de mens tot in het oneindige in stukken uiteen doen vallen, maar het zou hem niet volledig kunnen doden.

59 Zo moet men alles aandachtig onderzoeken alvorens iets te verwerpen of iets te aanvaarden in het voorgestelde werk. 59' God kan niet níets worden genoemd, zoals zekere verwarde en slecht onderrichte geesten zeggen, die zo verwarring veroorzaken bij hen die de waarheid zoeken.

60 Hoe verder een schepsel zich van zijn bron verwijderd bevindt, hoe onvolmaakter, onzuiverder en dichter bij de dood het is. 60' Het Boek aan een spotvogel toevertrouwen is hem in zijn afdwaling doen wegzinken en zijn geheime last vergroten.

61 Het Boek is aan Gods glorie gewijd, voor de verlossing van de mensen en voor de volheid van de heiligen en van de wijzen.
"Een grote doctrine door middelmatigen voorgesteld kan een ongerijmdheid schijnen."
61' De ultieme kennis zal binnen en buiten in praktijk worden gebracht, want ze zal een enige plaats bereiken als het goddelijke vuur, dat in de oneindige tijd van het grote water beweegt.

62 De intelligentie van de heilige boeken zal aan Gods kinderen worden verleend naargelang het vermogen van hun liefde voor hem. 62' Wie in de geheime aanbidding blijft, wordt door het water van de Heer gedragen.

63 Bepaalde mensen zullen hier een prachtige openbaring ontvangen en huilen van vreugde.
Anderen zullen er slechts een onnoemelijke ongerijmdheid in zien en zullen grinniken van verachting.
63' God onderricht ons met liefde en met geduld, maar het ongeluk bekrachtigt zijn onfeilbare woord.
Laten we ons dus nooit van de heilige boeken scheiden die de draad spinnen die ons met de Heer van alle wijsheid verenigt.

64 Onzuiverheid, hoogmoed en gierigheid verblinden de perverse mensen zodanig dat die, door hun eigen afdwaling altijd te miskennen, steeds meer in de zeer ondoorzichtige en zeer stinkende dood wegzinken. 64' Een bruut onderrichten of hem belangstelling betonen voordat hij erom verzoekt, is zich onnodig aan beledigingen en aan slagen blootstellen.
"Alleen de goddelijke genade doet ons verborgen leven bloeien, en alleen de liefde van de Heer hecht haar in de eeuwigheid vast."

  O aarde, ik leg deze mens neer in jouw schoot. Dat je me hem hersteld terug mag geven bij de zegevierende regeneratie van de wereld!... Dat wij deel uit mogen maken van hen die zullen helpen bij de regeneratie van de wereld!

ZOROASTER


  Aan mij, die u met de goede gedachte wil aanbidden, o wijze Heer, geef mij volgens de gerechtigheid het welslagen van de ene en de andere wereld, de lichamelijke en die van de gedachte, om me erdoor te doen ondersteunen en me in de gelukzaligheid te brengen.

ZOROASTER



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek