BOEK VI
Inhoudsopgave
Gouden Vader - Schitterende Moeder - Het Licht
Boek I
Boek II
Boek III
Boek IV
Boek V
Boek VI
Boek VII
Boek VIII
Boek IX
Boek X
Boek XI
Boek XII
Boek XIII
Boek XIV
Boek XV
Boek XVI
Boek XVII
Boek XVIII
Boek XIX
Boek XX
Boek XXI
Boek XXII
Boek XXIII
Boek XXIV
Boek XXV
Boek XXVI
Boek XXVII
Boek XXVIII
Boek XXIX
Boek XXX
Boek XXXI
Boek XXXII
Boek XXXIII
Boek XXXIV
Boek XXXV
Boek XXXVI
Boek XXXVII
Boek XXXVIII
Boek XXXIX
Boek XXXX
Litanieën van de Moeder en van de Zoon
BOEK VI
Zo de vrouw uit de man is genomen, wordt de man ook uit de vrouw geboren, en alles komt van God.
PAULUS
Ik openbaar me aan jou die getrouwd bent, eerder dan aan de vrijgezel.
ZOROASTER
UNITÉ RÊVE
DE EEUWIGE CIRKEL
1
Als we intelligent zijn, laten we dan God bidden om intelligent te worden.
1'
De onwetendheid van de wijze is als de wetenschap van God.
2
Alleen degene die het lichaam, de ziel en de geest kent, de wijze waarop ze worden gescheiden en hoe ze weer worden samengevoegd, is rechter onder de mensen. Hij komt nochtans niet tussenbeide in hun ruzies.
2'
Het ongeluk en de dood scheiden alle mensen doeltreffend, maar weinigen onder hen maken het werk van de grote uitzuivering af.
3
Sterven voor zichzelf is geboren worden voor God; weinigen weten dat en amper enkelen durven het.
3'
Het zijn het heilige water en de zuivere aarde die het eerste amalgaam vormden.
4
Laten we ons alle vreugden en alle ongelukken inbeelden, teneinde de tijd van onze ervaring te verkorten en om sneller tot de verlangde rust te komen.
4'
Laten we eerst de overgave in de genade zoeken, en al de rest zal op zijn tijd bloeien en tot rijping komen.
5
Het kruis verenigt het vuur en de aarde die in het middelpunt zijn, en de cirkel verenigt de lucht en het water die ze omringen.
5'
Al wat naar de hemel gaat vertrekt van de voet van het kruis en al wat de aarde ingaat komt uit de verhevenste hemel voort.
6
De nuttigste en de hoogste functie van de mens is het werk te onderzoeken dat hem bevat, teneinde God erin te herkennen, hem klaarblijkelijk te maken en hem in zijn wezen te verheerlijken.
6'
De weg van de terugkeer leidt tot onze heer de zon en tot de zon van Onze Heer, die in het middelpunt van het middelpunt is.
7
Ziedaar het waarachtige werk van vrijmaking.
Al de rest is een onmetelijke illusie van de noodzaak.
7'
Hoe intelligenter we zullen zijn in God, hoe idioter we zullen schijnen in de wereld.
8
De uiterlijke uitoefening alleen zou de mens niet tot God kunnen verheffen, maar ze belet hem tot het beest te vervallen.
8'
Er zit een grote leer verborgen in de sacramenten van de Kerk van Kristus. Wie zal haar ontdekken? Wie zal haar verwezenlijken? En wie zal haar opnieuw toepassen?
9
De meest verheven godsdiensten laten de mensen tussen het leven en de dood, omdat niemand tracht ze te doordringen of ze te beproeven.
9'
Het is het hemelse goud dat we nodig hebben, want de ziekte van de dood put onze verlangens niet uit.
10
Oorlog, epidemie en hongersnood wekken de mensen uit hun versuftheid. Hoe weinigen begrijpen de ijdelheid van deze door de dood gevangen gehouden wereld!
10'
Wie Gods zaad in zich bezit, zal het zien kiemen in de zuiverheid van zijn bevrijde ziel; maar wie dat vuur niet heeft, zal zelfs in aanraking met het water van de genade verdrogen.
11
Het is beter waanzin en dood te riskeren door God te zoeken in het getal dan weg te kwijnen in die onvruchtbare beroering die de geestelijke luilakkerij van de wereld is.
11'
Onze rede is de muur die ons aan de hemel doet twijfelen.
Het ongerijmde is dat wat ons doet verzaken aan de ballingschap op aarde.
12
Wanneer alles in ons wordt ontwricht en in elkaar stort, zal God in onze harten handelen, en de troosteloosheid van de dood zal worden veranderd in levenslicht.
12'
Wat tot het laagste afdaalt is juist dat wat tot het hoogste opstijgt, om het verspreide Universum te verzamelen.
13
Gods liefde en kennis doen alles vergeten wat niet híj is, binnen en buiten onszelf.
13'
Wanneer de troosteloosheid en de verschrikking van de dood tot hun toppunt zijn gekomen, zal de zuiverheid van het heilige leven op een verzoende wereld schijnen.
14
Het ongeluk houdt de mens zelfs te midden van de dood wakker.
14'
We zullen om onze zieltogingen glimlachen, wanneer we ons weer hebben gevoegd bij hem die het leven bevrucht en die het tot zich concentreert.
15
We zien niets, we begrijpen niets van wat in ons en buiten ons is.
Verleen ons, Vader van de wateren, de intelligentie van je wetten, de liefde van jezelf en de kennis van je werk.
15'
Het is goed dat de jeugd de rotheid van de wereld verwerpt.
Het is uitstekend dat de rijpe leeftijd de twee gezichten van het Universum beschouwt.
Het is heilig dat het einde de verborgen zuiverheid bereikt.
16
Men kan niet tegelijkertijd hoogmoedig met de mensen en eenvoudig ten overstaan van God zijn.
16'
Ons aan God onderwerpen en terugkomen tot hem is ons dode aas inruilen voor de hemelse steen.
17
Door onszelf de schuld te geven van het kwade dat gebeurt en door God te bedanken voor het goede dat zich voordoet, zijn we ervan verzekerd ons nooit te vergissen.
17'
Het is onmogelijk zich weer bij God en zijn genade te voegen zonder weer door de duisternis heen te gaan die bij de eerste scheiding werd doorkruist.
18
De ware filosofie is het zoeken naar de oorsprong en naar het einde van alle dingen.
18'
De heilige zoektocht naar God wordt in de duisternis van de natuur en in de nederigheid van de mens voltooid.
19
De natuur en de oude wijzen onderwijzen de goddelijke geheimen bijna onverhuld, maar het is God alleen die het begrip ervan geeft.
19'
De kennis zal driemaal van binnen voortschrijden: het water zal het eerste verschijnen, vervolgens het vuur, tenslotte zullen het water en het vuur zich in God verenigen.
20
Wij zijn in de vreemde aarde gevallen door ongehoorzaamheid aan het innerlijke leven.
Wij zullen tot onze bron terugkeren door verzaking aan de dood van buiten.
"God heeft ons niet een sabel in één hand en een toorts in de andere geplaatst om alles te doden en om alles te verteren hier beneden."
20'
Het is onze goddelijke vrijheid die toestaat om in de dood weg te zinken of om weer tot het licht te komen, zonder andere limiet dan de rede van het ongerijmde die ons doet berouwen en de waanzin van de liefde die ons kenners en bezitters maakt.
21
De wijze legt niemand iets op.
Hij vervolmaakt steeds zijn wetenschap in de aanschouwing van God, en communiceert voorzichtig zijn leer aan hen die bekwaam zijn om haar te ontvangen.
21'
Zij boden de wijze kenner hopen goudstukken aan, zakken edelstenen, daarna velden, steden en legers, tenslotte de continenten en de oceanen van de aarde, maar híj vroeg om een beetje modder om zijn oogst voor te bereiden.
22
De geïnspireerde heilige boeken zijn de gidsen van de mensheid en vormen de meest waardevolle erfenis van de voorouders.
22'
Alleen zij die de beweging en de rust van het Zijn, de duisternis en de dood van het niet-zijn kennen, kunnen onderwijzen zonder te verouderen en zonder te falen.
23
De dichters zingen de wanhoop van de gevallen God, maar geen enkele brengt de remedie voor het kwaad dat ons terneerslaat. De kunstenaars zijn gul met bewonderenswaardige werken, maar geen enkele ervan voert ons tot het levende vuur.
23'
De uitgezuiverde vrouw zal de man verlossen, en deze zal haar tot Gods rust in de zeer zwaarwegende zon van het einde der tijden leiden.
"O piramidale schoonheid van de hoeksteen!"
24
Men kan de enige zon niet naderen zonder bewondering, liefde en erkenning te voelen voor hem die zich ook geheel aan ons geeft.
24'
De weg die naar God leidt is bezaaid met verschrikkingen, met troosteloosheid en met dood, die de uiterlijke kleren van de enige helderheid zijn.
25
Wie eenvoudig is met God en met de mensen zal in deze wereld en in de andere vervuld worden.
25'
Gods Kunst is vrij van alle inspanning en van alle verveling, want het geduld van de Heer is oneindig en zijn liefde is zacht en volmaakt.
26
Het toppunt van liefde is God in de mens en het vuur in het water ontdekken.
Het toppunt van wetenschap is de tegenpolen van dezelfde natuur tot de geconcentreerde volmaaktheid van de zonrobijn verenigen.
26'
Wie één enkele mens helpt redden doet meer dan wie poogt hen allen te troosten.
"Mogen we ten overstaan van onze Heer komen, bezwijkend onder het gewicht van de graanoogst en van de wijnoogst!"
27
Er is veel tijd en moeite nodig om te leren dat we niets weten, dat we niets kunnen, dat we niets zijn uit onszelf, maar dat we alles weten, dat we alles kunnen en dat we alles zijn in God.
27'
Wie de Heer bereikt weet zich niet meer te gedragen; het is God die hem leidt naar de waarheid verborgen in de eerste nederigheid, veracht door de onwetenden en door de geleerden van de wereld.
28
Wie God heeft gevonden weet dat de huidige wereld als een stinkende modder is, en dat de wereld die gaat komen als een volmaakt gezuiverde aarde zal zijn.
28'
De wijze is noch beleefd noch grof, hij is waarachtig; daarom kunnen weinig mensen verdragen hem aan te horen.
29
Wijs gebruik maken van de goederen en de kwalen verdragen van deze wereld staat toe het water van de hemel op te vangen en het zout van de aarde te vergaren.
29'
De meester onderwijst de volgelingen, maar het is God die de intelligentie van de kostbare woorden geeft.
30
Wie niet wanhopig naar het geheime koninkrijk streeft, zal vroeg of laat door de wereld worden verpletterd zonder dat iemand er baat bij heeft.
30'
Alles wat wij aan God vragen in de zachtheid en in de gewelddadigheid van de liefde zal ons worden verleend, want het is de sleutel die de mysterieuze schat van het leven opent en sluit.
31
Wanneer we het verbazende werk ontdekken, zullen we worden verpletterd door de verrassing en door de bewondering, zeer beschaamd over onze bezoedeling; en wanneer we de genade, de liefde en de kennis verkrijgen, zullen we worden vernietigd en omgevormd in God.
31'
Wanneer we hem in onze harten hebben voorvoeld, zal niets hem ons ooit kunnen doen vergeten. Maar wanneer we hem in ons lichaam hebben geproefd, zal niets ons ooit van hem kunnen scheiden, want we zullen in geest in hem zijn, en hij zal in daad in ons zijn.
32
Hoe meer de hemel ons gaven verleent, hoe groter de kans wordt om ons te verheffen of om te vallen.
32'
Laten we God bidden, teneinde te weten wat we moeten vragen, alvorens met de doden te worden verward.
33
De onwetende die zwijgt doet even goed als de onderrichte mens die spreekt.
33'
Wie de prikkels van het lichaam, van het hart en van de geest overmeestert, wordt meester van binnen en van buiten.
34
Wie God en zijn liefde heeft gevonden kan niet meer worden vergeten, want God is het leven, de liefde en de vereniging.
34'
Niemand zou tot het licht kunnen worden geboren zonder zijn huidige gesteldheid om te vormen.
35
Wie in het imbeciele verbond van de dood volhardt, blijft voor altijd van de Heer gescheiden.
35'
genoeg zijn om er onbelemmerd door te gaan.
36
Wie is God? Wie zijn wij?
Ziedaar de zoektocht, ziedaar de wijsheid en ziedaar de rust.
36'
De psychologische analyse doet God in het bewustzijn verschijnen, de fysieke analyse toont hem in werking in de wereld.
37
God is alles, de mens is middel, de schaduw is niets.
"Het is wel degelijk de dood die stinkt, en het is wel degelijk het leven dat dit onvergetelijke parfum uitwasemt."
37'
Laten we wat goed is niet verwerpen vanwege wat slecht is, maar laten we elk ding geduldig scheiden en laten we het beste verheerlijken.
38
Alles wat het licht maakt, maakt de schaduw ongedaan en alles wat deze ongedaan maakt, maakt het eerste weer.
Zo is de mens als een dode die leeft, en God als een levende die sterft.
38'
Laten we vanaf de eerste tijd aan de slag gaan met Gods mysteries, want de zuivering is pijnlijk, de vervolmaking is lang en de goddelijke vereniging is zeer geheim.
39
De scheiding is het begin van het geheime werk dat tot God leidt.
De hereniging is er het einde van.
39'
Wie zich scheidt van het onreine zal God in zijn leven geconcentreerd vinden.
40
Gods zoon kan zien en begrijpen wat niemand anders zelfs zou weten te verstaan of te vermoeden, want wie door de Enige wordt onderricht, verstaat met de oren en ziet met de ogen van de Heilige Geest.
40'
Laten we de stompzinnigen over aan hun stompzinnigheid en de intelligenten aan hun intelligentie, want wij zullen op de dag van de afrekening niet voor hen betalen; maar laten we de oude Moeder omhelzen, teneinde één te worden gemaakt met de nieuwgeboren Vader.
41
Alle hoop, alle leven, alle liefde en alle wetenschap zijn in God alleen, en híj is in ons, altijd aandachtig en altijd levend.
41'
Degene die de hemel en de aarde heeft gescheiden, zal ze opnieuw herenigen en ze in de volmaaktheid van het levende goud vermenigvuldigen.
42
De vrouw heeft de man met de hele wereld in onmin gebracht, zij zal hem nochtans met God verzoenen.
42'
Wanneer we de toevlucht van de Moeder hebben gevonden, zullen we de onbewogen rust van de Vader moeten zoeken.
43
Wie zich op de laatste rang houdt, heeft niet te worstelen met hen die naar de eerste plaatsen streven, en het uitgaan wordt hem op het einde in grote mate vergemakkelijkt.
43'
We moeten de ladder van de schepping afdalen alvorens weer tot God te kunnen opstijgen en ons in hem vast te kunnen hechten.
44
Alleen wie het Zijn bereikt, proeft de vrede te midden van de wereld in waanzin.
44'
De ware rust is in het middelpunt van het licht waar de zeer volmaakte Heer verblijft.
45
Ieder zal op de dag des oordeels voor zichzelf instaan. Waarom ons bezighouden met de fouten van de buurman en waarom de onze verwaarlozen?
45'
Het Boek zal veel mensen in de wereld scheiden, want sommigen zullen in het leven worden bevestigd, en anderen zullen in de dood worden ondergeduwd.
46
Het is op het moment dat we ons sterk wanen, dat we onze zwakte ontdekken; het is wanneer we denken te zijn aangekomen, dat we waarnemen nooit te zijn vertrokken.
46'
Wie niet vrijwillig afdaalt in het grote water, wordt er op een of andere dag ingejaagd en verdrinkt op ellendige wijze.
47
Wie de mensen afwijst, moet zich niet verbazen dat ze hem niet te hulp komen, en wie zich van God terugtrekt moet niet klagen als hij door alles wordt verlaten.
47'
Het ongeluk en de verdorvenheid zullen de zuiverheid van de modder scheiden, en ieder ding zal in zijn eigen sfeer worden vergaard, hetzij om te worden verheerlijkt, hetzij om te worden verworpen.
48
De wijsheid staat toe alles te verwerven en alles te verliezen zonder verstoord te raken. Ze bezit een grote verborgen macht.
48'
De ware opstand tegen deze wereld doet zich slechts aan God kennen, die haar uiterst stom en geduldig maakt.
49
Men kan met alle mensen overweg door niet te spreken.
Men kan met zijn beste vriend in onmin raken door een enkel woord uit te spreken.
49'
Als de eerst gekomen mens zijn licht liet verschijnen, zou hij onderwijzen als een god en weerschitteren als een ster.
50
De verlichte mens heeft God lief tot hij zichzelf in hem vergeet.
De verblinde mens bewondert zichzelf tot hij zichzelf in niets meer herkent.
50'
Na zijn God te hebben ontvangen, werd hij met de eerste schittering bekleed en nam in zijn glorieuze lichaam deel aan het eeuwige feest van de Vader en van de Moeder.
51
Door de mensen slecht te beoordelen, ontneemt men zich beslist alles wat ze aan goeds hebben behouden.
51'
Het is de genade van de Heer die ons van de dood verlost en die ons van al onze bezoedelingen schoonwast.
52
De in de wereld gezaaide mens kan niet kiemen zonder de hulp van de vrij gebleven genade en liefde.
52'
Wie zal de waterbronnen doen stromen? Wie zal de heilige aarde doen kiemen? Wie zal de Voorzienigheid van de Heer oogsten?
53
De intelligente en onderrichte mens maakt met voorzichtigheid gebruik van het voor het leven noodzakelijke vuur en water.
53'
Hij voegt de tegenpolen met gewicht en maat samen, want er is veel hemel nodig om met een beetje aarde te vermengen.
54
De wijze weet dat God al zijn werken zonder inspanning voltooit, en dat wij de onze met veel moeite uitvoeren.
54'
De wijze vereert gelijkelijk het begin, het midden en het einde van het bevruchtende werk van de hemel en van de aarde.
55
De heilige aanvaardt te leven en te sterven zonder zich te beklagen, teneinde de geheime leer van de Heer beter te verstaan.
55'
We weten dat alles verandert, uitgezonderd het onveranderlijke dat het Universum beweegt.
56
De wonderbaarlijke mens is hij die God liefheeft, hij die hem in zich ontdekt en hij die één wordt met de Volmaakte.
Zo handelt de heilige in deze wereld alsof niets door de dood van de zonde wordt gescheiden.
56'
Van God spreken, God liefhebben, God kennen en God bezitten zijn verschillende dingen. Het eerste verheft, het tweede spoort aan, het derde onderricht, het laatste verlost en doet voor altijd rusten.
57
Het gebed is de volmaakte kunst om met God te communiceren. Het leidt tot de liefde die vertroost, tot de kennis die verlicht en tot de vereniging die redt.
57'
De koningin van het Universum is zwak en zacht als het leven, ze vernietigt nochtans alles wat sterk en hard is als de dood.
58
Het is gevaarlijk afstand te doen van de wereld zonder haar te hebben ervaren, omdat de bekoring nog lang voortbestaat.
58'
Om alles te hebben moet men het eerst zonder alles kunnen stellen, en vervolgens van alles afstand doen wanneer men alles heeft verkregen.
59
Het is avontuurlijk de wereld te beproeven alvorens er afstand van te doen, want het risico zich erin te verliezen is groot.
59'
Wanneer we onszelf volledig kennen, zullen we weten dat we niets meer bezitten, zelfs niet onszelf.
60
Het is voorzichtig alles te bezitten en van alles afstand te doen in de geest, teneinde niet door de gebeurtenis te worden verrast.
60'
Buiten zichzelf zoeken is zich eindeloos in de dood opsplitsen; in zichzelf zoeken is oneindig tot de eenheid van het essentiële leven vermeerderen.
61
Het is heilig het goede en het kwade aandachtig te beschouwen alvorens iets te ondernemen, en het is wijs het vuur niet aan te blazen wanneer men goed heeft gekozen.
61'
De wijze brengt zich in overeenstemming met de enige inhoud van alle dingen; hij draagt de zichtbare wereld als een tijdelijk kleed.
62
Teveel mensen matigen zich aan ons de verborgen zin van de Schriften te onderwijzen, terwijl ze duidelijk niet de zegeningen genieten die een dergelijke kennis verleent, want de levenswerken moeten de heilige en wijze woorden bekrachtigen, naar het voorbeeld van de schepping die de deugd van het goddelijke Woord openbaart.
"Als we onwetend zijn, laten we dan de heilige boeken bestuderen en als we ons onderricht wanen, laten we dan eenvoudig in God worden."
62'
Veel geleerden geloven ons het geheim van de wezens en van de dingen te openbaren, maar niet één is in staat ons het licht van de hemel te communiceren, dat alleen van belang is, aangezien het Gods waarheid en leven is.
"Ze redetwisten en ze vechten stompzinnig met elkaar over de schaal, maar de wijze bezitter houdt zich verwijderd van de verwarring van de lege woorden en laat zich de amandel in het geheim smaken."
Om de vroomheid te herstellen word ik in verscheidene tijdperken geboren.
KRISHNA
De wortel verwaarlozen en de takken verzorgen is onmogelijk.
KUNG TSÉ