Accueil Louis Cattiaux The Message Rediscovered Concordance du Message Retrouvé Videos Links

Ga naar het vorige boek Ga naar het volgende boek Afdrukbare pagina in A4-formaat

BOEK XXXX

  Helaas! Zij die zich hebben belast met het geleiden van de gelovigen dringen niet door in hun eigen Schriften en ze verstaan Er is voor het zilver een plek waar men het ontgint, voor het goud een plek waar men het uitzuivert.

JOB



VÉNÈRE ITU HET SMELTEN

1 Ik zal tot jou gaan, de handen gevuld met jouw wijnoogst en de rug gebogen door het gewicht van jouw graanoogst, en mijn vreugde zal zijn jouw levenskus te ontvangen en hem te communiceren aan de kinderen die jij me hebt toevertrouwd, o Heer die de heilige gehoorzaamheid rijkelijk beloont. 1' Ik zal tot jou gaan, het hart gezuiverd en de geest helder in jouw verrezen lichaam, als jij me jouw heil reeds in deze wereld zendt, Heer van ware liefde en kennis; want alleen jouw schittering wordt door jouw schittering ontvangen, en alleen jouw heilige eenheid versmelt in de Enige.

2 O Heer van vrijheid, geef ons de opperste intelligentie die de gehoorzaamheid aan jouw heilige wil is, opdat jouw schepping aan ons wordt onderworpen door de liefde die wij voor haar hebben, zoals wij aan jou onderworpen zijn door de liefde die jij voor ons hebt. 2' O Heer van grondslag, geef ons het almachtige geloof dat jouw heilige levenslicht doet stollen en oplossen, opdat wij worden gevestigd als trouwe heren en hoeders van jouw wonderbaarlijke schepping in de eeuwigheid van jouw glorie.

3 Ga, neem het Boek van de ultieme waarschuwing en predik aan de wereld die inslaapt in haar vuiligheid, want het uur nadert dat haar tijd gaat eindigen en het is al begonnen zonder dat iemand het vermoedt. 3' Ga, neem het Boek van de laatste kans en predik mijn komst, terwijl je bedelt om je aardse levensbehoeften, want niets hier beneden behoort al meer toe aan wie dan ook, maar nog niemand weet het.

4 Laten we ons de wandaden die we plegen herinneren en laten we die welke we ondergaan vergeten. 4' Laten we ons de ontvangen weldaden herinneren en laten we die welke we verrichten vergeten.

5 hun eigen Heer niet meer, want ze zijn als blinde en dove ambtenaren geworden, opgesloten in dode voorschriften en verlaten door de Heilige Geest die ze boven alles haten. 5' te grote voorzichtigheid is als de ergste onwetendheid, als de ergste lafheid en als de ergste dood geworden. Ook zíj hebben zich meester gemaakt van de sleutels van Gods wetenschap en daar ze er niet in zijn doorgedrongen, beletten ze heden de anderen erin te gaan.

6 Heden ervaren we de wrede waarheid van het heerschappelijke woord en zien we degenen die zich met het overdragen van Gods woord hebben belast, het begraven en er op gaan zitten, voor het geval dat een nieuwsgierige het van te dichtbij zou willen onderzoeken. 6' Allen rijk aan geld, aan eerbewijzen, aan diploma's, aan graden, aan wetenschappen, aan kasten, aan rangen, aan betrekkingen en aan ambten worden door aanmatiging en door hoogmoed belet Gods geopenbaarde woord te ontvangen en binnen te dringen.

6" Zíj verderven Gods woord op subtiele wijze door hun kleingeestige oordelen, anderen verachten het openlijk in de wereld en allen verdraaien het min of meer behendig naargelang hun belangen van het ogenblik.

7 De afgoden van deze wereld lijken degenen die hen dienen en die hen bewieroken, rijkelijk te belonen, maar in werkelijkheid verslinden ze hun innigste substantie die hun ziel is en bieden ze hun aanbidders de dood aan als ultieme beloning. 7' We zullen tot de nederigen, tot de armen, tot de onterfden, tot de verlatenen, tot de onwetenden, tot de eenvoudigen, tot de kleinen, tot de zwervers, tot de onderdrukten, tot de kreupelen gaan, opdat ze verrijkt, bevrijd, geëerd, onderricht, genezen en weer opgewekt worden in de Heer die komt.

8 Zij die zich in de blinde en dove letter van de geopenbaarde Schriften hebben gevestigd, kunnen niets meer uit de diepte en uit de hoogte ontvangen, want hun hoogmoed belet hen iets te aanvaarden van de Heilige Geest die de nederige en open harten onderwijst. 8' Na ons te hebben genegeerd, afgewezen, begraven, verworpen, veroordeeld en verguisd, zullen de weldenkenden ons schaamteloos plunderen, zonder ons te erkennen.
"Middelmatigheid en lafheid roven de schors, maar ze ontvangen niet de verborgen amandel."

9 We zullen blindelings en stompzinnig de raadgevingen van de meester in praktijk brengen, die ons zegt voor onze vijanden te bidden en onze vervolgers te zegenen, de anderen en onszelf lief te hebben, te hulp te komen en te steunen, niet te oordelen en niet te veroordelen, God alle dagen om ons leven te vragen en hem te bedanken en te loven voor deze onschatbare gave, terwijl we allen vergeven en in het geheim het goede doen zonder ons teveel zorgen te maken over de zaken van de wereld. 9' We zullen blindelings en stompzinnig het woord van de Heer in praktijk brengen, opdat onze blinde en dove rede de verwezenlijking van de geloofswerken niet in de weg staat, opdat ons oppervlakkige oordeel ons niet van de vruchten van de geloofswerken berooft, en opdat onze gevallen intelligentie ons niet meesleept in de smerige strijd van de brute beesten die geen einde kent.

10 O ontzetting, o droefheid! De wereld heeft zonder onderscheid de ongelovigen, intelligent of imbeciel, geleerd of onwetend, gedood, want de enen en de anderen wijzen het Boek af als een nutteloos en ijdel ding, na er een blinde blik op te hebben geworpen of na het te hebben gehoord zonder 't te begrijpen. 10' De vervloeking die ze over zich hebben uitgeroepen door hun ontkenning en door hun verlating van God, wordt nog verzwaard door hun uitzinnige ijdelheid, en zie hen daar blind en doof voor het levenswoord. Hun afstomping veroordeelt hen steeds meer zonder dat ze het vermoeden, en hun valse zekerheid leidt hen naar de grafkuil.

11 Wat de weldenkenden betreft die Gods woord hebben ontmand en gedood om het ter bewaring op te slaan, de levende openbaring die hen opnieuw wordt aangeboden, jaagt hen schrik aan en doet hen vluchten, zoals het licht de pissebedden onder de blinde steen doet weerkeren. 11' Ze zijn onbekwaam het ware van het valse, het mooie van het lelijke, het goede van het slechte, het leven van de dood te onderscheiden, en ze hebben gediplomeerde en gepatenteerde raadgevers nodig, even blind en even doof als zijzelf, om hen in hun ijdele duisternis te geleiden.

12 We zullen ons in onze heilige beloning verheugen. 12' En zij zullen brullen met de beesten, zonder zelfs te begrijpen wat hen overkomt.

13 Zij die ons afwijzen, zullen op de dag des oordeels worden afgewezen. 13' En zij die ons begraven, zullen voor altijd worden begraven.

14 Onze zege in God zal zo glansrijk zijn dat de verdoemden zich zullen afvragen door welk wonder zij onze stem niet hebben gehoord. 14' Zij die wij het meest liefhebben zijn diegenen die God en zijn wonderbaarlijke schepping het meest liefhebben, want zijn wij niet kind en voorbereider van God?

15 Zij die de oude openbaring liefhebben, zullen ook de nieuwe liefhebben. 15' Zij die de nieuwe openbaring verstaan, zullen ook de oude verstaan.

16 Veel predikanten zijn van goede wil, maar ze hebben het zout van de wijsheid verloren, en de meest onderrichten onder hen kennen het nog slechts in symbolen en van horen zeggen, zonder te weten waar het waarlijk om gaat. 16' Gelukkig zij die zich herinneren dat de Heer in een nederige stal is geboren, zalig zij die zijn spoor in deze wereld terugvinden, en zeer gelukkig zij die hem opnieuw verwarmen als geleerde ezels.

17 Als we door de wereld worden genegeerd en afgewezen vanwege onze zoektocht naar God, is dat omdat ons een grote beloning is voorbehouden, maar weinigen weten dat. 17' Gods engelen houden een waakzame wacht rondom hen die Gods heil zijn voorbestemd, opdat ze niet afdwalen in de denkbeeldige bezittingen van deze lijdzame wereld.

18 Velen zijn intelligent en velen zijn redelijk volgens de blinde en dove wereld, maar zeer weinigen bezitten de goddelijke Geest die als enige verheldert en onderricht over Gods woord, dat de wetenschap van het eeuwige leven leert. 18' Wij zijn niet in de mode, en de intelligenten en de geleerden van de wereld negeren ons moedwillig, óf ze beschouwen ons grinnikend of met medelijden. Op een dag zullen wij hen ook negeren, ondanks hun gebrul van opgejaagde beesten.

19 Zo dringend en talrijk mijn avances tot jullie zullen zijn geweest, zegt de Heer God, zo totaal en definitief zal mijn weigering zijn op de dag des oordeels, als jullie ze toendertijd niet hebben ontvangen noch herkend in jullie harten. 19' Jullie zullen je in de vingers en op de tong bijten, en jullie zullen elkaar onderling verscheuren in de verwarring en in de razernij van jullie blinde en dove duisternis, wanneer jullie je eigen op imbeciele wijze gekozen veroordeling zullen vernemen.

20 Wat jullie betreft, gezegenden van mijn hart die mijn wet hebben nageleefd, mijn geboden in acht genomen en mijn werk voltooid, jullie zullen in 't nieuw worden gestoken en jullie zullen voor eeuwig met mijn glorie worden bekleed, en jullie vreugde zal nooit eindigen, zegt de stille Rechter. 20' Jullie verrassing zal stom zijn, maar vervolgens zullen jullie lofzangen en jullie overwinningsliederen zelfs het lawaai overstemmen van de hel waar de verdoemden verrotten, en jullie zullen in de erkenning van mijn liefde leven zonder 't ooit moe te worden, zegt de Heer van gerechtigheid en van vergeving.

21 De minachting die de wereld ons toont, is onze waarborg. 21' De aandacht die wij aan Gods schepping schenken, is onze redding.

22 Onze grote intelligentie en onze subtiele sluwheid verwijderen ons even zeker van Gods heil als de stompzinnigheid en de grofheid van de hier beneden gevestigde bruten. 22' Bij jouw aanblik, Heer, zullen we ter aarde vallen, bij jouw stem zullen we wentelen in vreugde, bij jouw geur zullen we ons weer oprichten en bij jouw kus zul je in ons overgaan, en zullen we in jou leven voor altijd.

  Op die dag zullen de doven de woorden "van een Boek" verstaan, en uit de duisternis en donkerte komend, zullen de blinden zien.

JESAJA


  De woorden der wijzen zijn als prikkels en hun bundels zijn als ingeslagen spijkers. Zij worden gegeven door één Herder.

PREDIKER



  Ga naar het vorige boek Ga terug naar het begin van het boek Ga naar het volgende boek